GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 61 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 14*. Leiden, 8 Juni 1886. Krachtens art. 1 van de Verordening van 25 October 1877 (Gembl. n#. 5) zijn de jaarwedden van bet onderwijzend personeel aan de openbare bewaarscholen als volgt vastgesteld: van de hoofdonderwijzeres 750, de eerste hulponderwijzcres 550, de tweede 500, de derde ƒ400, de vierde 300 en de vijfde ƒ250. terwijl krachtens art. 3 ten behoeve van elke kweekeling eene jnarlijksche toelage van 100 aan de Commissie der Bewaarscholen wordt verstrekt. Vermits de bestaande regeling waarbij voor elke klasse der hulp- onderwijzeressen een vast bedrag is vastgesteld, tot moeielijkheden aanleiding geeft, is door de Commissie van de Bewaaischolen blijkens de hierbij overgelegde stukken eene gewijzigde verordening op de jaarwedden ontworpen, waarin meerdere vrijheid wordt gelaten in de regeling dier jaarwedden met behoud van het bestaande maximum van 550. Volgens het voorstel bedraagt het gezamenlijk bedrag der jaarwedden van de hulponderwijzeressen niet meer dan 2000, terwijl ook thans voor de drie scholen 6000 op de begrooting is uitgetrokken zoodat de wijziging van de verordening geene verhooging van uit gave ten gevolge zal hebben. Ons overigens met het voorstel der Commissie vereenigende geven wjj Uwe Vergadering in overweging tot de vaststelling van de ge wijzigde verordening over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 4en Juni 1886. Wij hebben de eer U bij dezen aan te'bieden een ontwerp van eene gewijzigde Verordening, regelende de jaarwedden der hulpondcrwij- zeressen en de toelagen der kweckelingen van de openbare Bewaar scholen alhier. Een enkel woord van toelichting, dat wij er bijge voegd hebben, onderwerpen wij aan uwe welwillende bcoordeeling. De Commissie der Bewaarscholen te Leiden, Aan Heeren Burg. en Weth. Bool, Voorzitter. der Gemeente Leiden. J. A. Van Dijk, Secretaris. Ontwerp. Verordeningregelende de jaarwedden van de hoofd- en hulponderwijzeresscn en de toelagen der kweekelingen van de Openbare Bewaarscholen te Leiden. Art. 1 De hoofdonderwijzeres eener openbare Bewaarschool geniet eene jaarwedde van 750. De jaarwedde eener hulponderwijzeres bedraagt ten hoogste ƒ550, ten minste 250. Art. 2. Burgemeester en Wethouders bepalen het bedrag der jaarwedde van elke hulponderwijzeres na de Commissie der Bewaarscholen geboord te hebben. De gezamenlijke jaarwedden van de hulpondcrwijzeressen eener Bewaarschool bedragen ten hoogste f 2U00. Art. 3. Ten behoeve van de kweekelingen wordt jaarlijks aan de Commissie der Bewaarscholen gemiddeld ƒ100, voor elke kweckelinge verstrekt. De Commissie der Bewaarscholen bepaalt voor elke kweckelinge het bedrag harer toelage en doet in de maand Januari des volgenden jaars rekening en verantwoording aan Burgemeester en Wethouders van haar beheer. Art. 4. De hulponderwijzeressen en kweekelingen ontvangen van wege de Gemeente gratis onderwijs en leermiddelen. Nota van toelichting. Art. 1. De vaststelling der bepaalde jaarwedde voor elke onderwijzeres aan eene openbare Bewaarschool, zooals deze bij art. 1 der Verordening van 25 October 1877 (Gembl. n". 5) is geregeld, heeft reeds herhaal delijk tot moeielijkheden aanleiding gegeven. Een enkel voorbeeld daarvan zij hier voldoende. Eene hulponderwijzeres der 2e klasse ge niet eene jaarwedde van 450 en kan dus eene verhooging krijgen van 50; de hulponderwijzeres der. 3e klasse staat op het maximum van ƒ400. Nu blijkt bij de regeling der jaarwedden en toelagen, welke ieder jaar plaats heeftdat èn de billijkheid èn hel belang der school vorderen de beschikbare 50 niet aan de hulpondcrwijzeres der 2e klasse, maar aan die der 3e klasse toe te kennen. Aan dezen eisch kan dan geen gevolg worden gegeven omdat dit zou strijden met de bestaande Verordening. Die moeielijkheden zouden geheel worden voorkomen indien het artikel luidde als in nevensgaand ont werp is voorgesteld, daar de Commissie van de Bewaarscholen dan voor elke hulponderwijzeres zoodanige jaarwedden zou kunnen voor stellen als zij in het belang der school geraden acht. Art. 2. De tweede alinea is bijgevoegd om duidelijk te doen uitkomen dat met de wijziging, welke in art 1 wordt verlangd, geene verhooging van uitgaven, maar slechts meerdere vrijheid in de aanwijzing van het bedrag der jaarwedde voor elke hulponderwijzeres wordt beoogd. Art. 3. Het is wenschelijk voorgekomen hier niet te verwijzen naar de han delwijze bij het lager onderwijs in gebruik, maar de bepaling zelve in de Verordening op te nemen. Art. 4. Door de bijvoeging dat ook de leermiddelen gratis van wege de gemeente worden verstrekt wordt slechts een bestaande toestand be vestigd. Ook thans ontvangen de hulponderwijzeressen en kweeke lingen de leermiddelen gratis. Het komt Uwer Commissie evenwel voor dat de Verordening zoowel het een als het ander behoort te vermelden. N°. 148. Leiden, 16 Juni 1886. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er by haar geen bezwaar bestaat tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de plaatsing van een ijzeren hek bij het park op de Ruïne langs de zijde van de Raamsteeg. Zij geeft U daarom in overweging dienovereenkomstig te besluiten en tevens tot vaststelling van den overgelegden staat van af- en over schrijving op de begrooting dienst 1886. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N». 149. Leiden, den 10 Juni 1886. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te be richten, dat het onderzoek der in hare handen gestelde rekening en verantwoording van de Stadsbank van Leening voor 1885, tot geene bedenkingen heeft geleid. Zij stelt U voor die rekening goed te keuren in ontvangst ad ƒ354679 716 in uitgaaf ad ƒ349306.13, alzoo opleverende eene saldo van 5373.58* waarvan in de eerstvolgende rekening door HU. Com missarissen verantwoording zal behooren te worden gedaan. Wat het dividend betreft, dat blijkens de rekening ƒ394.58* bedraagt, stelt Uwe Commissie voor dit bedrag in de gemeentekas te doen storten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 150. Leiden, den 10 Juni 1886. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen den in hare handen gestcldcn slaat van af- en overschrijving op de begrooting van het Nedcrlandsch Israëlictisch Armbestuur dienst 1885. Zij neemt derhalve de vrijheid U voor te stellen dien staat goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N#. 151. Leiden, 17 Juni 1886. Onder overlegging van de hierbij gevoegde stukkenhebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat wij ons vereenigen inet het bericht van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Mid delbaar onderwijs omtrent het verzoek van den heer mr. N. L. J. Van Butiingha Wichers om eervol ontslag uit de betrekking van Secre taris dier Commissie. Wij geven U daarom in overweging aan den heer Wichers voor noemd dat ontslag op de meest eervolle wijze Ie verleenen onder dank betuiging voor de vele diensten, door hem in gemelde betrekking aan de gemeente bewezen. Tevens stellen wij voor om voorloopig niet tot de benoeming van een Secretaris der Commissie over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Mr. Nicolaas Lucas Jan Van Butiingha Wichers verzoekt te worden j ontslagen als Secretaris van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar onderwijs alhier, tot welke betrekking bij de eer had benoemd te worden bij Uw Besluit van 8 Maart 1877. Leiden, 31 December 1885. N. L. J. Van Buttingha Wiciiers. Leiden, 15 Juni 1886. Onder terugzending van het in onze handen gestelde adres van den heer Mr. N L. J. Van Buttingha Wichers, houdende verzoek om ont slag uit zijne betrekking van Secretaris onzer Commissie, hebben wij de eer, U te adviseeren, aan den Gemeenteraad voor te stellen, hem dat ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen, onder dankbe tuiging voor de vele diensten, door hem in gemelde betrekking aan de gemeente bewezen, diensten, die door ons steeds op hoogen prijs zijn gesteld. Tevens geven wij in overweging, aan onze Commissie geen nieuwen Secretaris toe te voegen, het komt ons wenschelijk voor, dat, althans voorloopig, een onzer leden zich met het Secretariaat belast. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs. Aan Burg. en Weth. der H. A. Lorentz, waarnemend Secretaris. Gemeente Leiden. H. Kern, Voorzitter. N'. 153. Leiden, 17 Juni 1886. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook bij ons geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van Mejuffrouw J. C. Renssen, om eervol ontslag uit hare betrekking van le onderwijzeres aan de Meisjesschool der Ie klasse. Wij geven U daarom in overweging baar dat ontslag te verleenen en zulks ingevolge haar verzoek tegen den 15en Augustus a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1