GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 29 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 81. Leiden, 5 April 1886. Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging vergunning te verleenen tot het leggen van een stoep volgens aan te wijzen rooiing aan J. F. Willenborg vóór zijn huis op de Haarlemmerstraat n°. 49 en Gebrs. Van Hoeken, vóór hun huis aan den Rijn of Haven n°. 17. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Edel Achtb. Heeren Burg. en Weth. der stad Leiden. Edel Achtbare Heeren De ondergeteekende Johannes Franciscus Willenborg, verzoekt bij dezen een goedgunstige beschikking; daar hij van voornemens is voor het huis op de Haarlemmerstraat n°. 49 een hardsteenen stoep met palen te plaatsen. Met Hoogachting, UEd. Dienaar, Leiden, 5 April 1886. J. F. Willenborg. N°. 82. Leiden, 8 April 1886. Onder overlegging van eene alphabetisch opgemaakte voordracht van Commissarissen der Gasfabriek voor de benoeming van eenen Commissaris ter vervulling van de vacature, ontstaan ten gevolge van het door den heer Dr. E. F. Van Dissel genomen ontslag als lid van den Gemeenteraad, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat die voordracht door ons college als volgt is aangevuld, terwijl wij U voorstellen alsnu tot eene benoeming over te gaan 1°. Dr. M. J. De Goeje. 2°. Dr. T. Zaaijer. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 31 Maart 1886. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer U kennis te geven, dat het verslag der exploitatie van de Gasfabriek over 1885 door hen is goedgekeurd en ter perse is, zoodat het binnen kort zal worden verspreid. Voorts hebben zij de eer U voor de benoeming van een Commissaris ter vervulling van de vacature, ontstaan ten gevolge van het door den heer Dr. E. F. Van Dissel genomen ontslag als lid van den Gemeenteraad, de navolgende voordracht alphabetisch gesteld aan te bieden: Dr. P. J. Kaiser. L. G. Le Poole. Aan ddh Gemeenteraad van Leiden. Commissarissen voornoemd, De Fremery. H. Van der Hoeven. N°. 83. Leiden, 8 April 1886. Wij hebben geene bedenkingen tegen het voorstel van Burg. en Weth. tot aankoop van twee huisjes en erven ten behoeve van de Gasfabriek, waarvan de kosten ad ongeveer 2580, zullen worden gevonden uit het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds, zoodat daarvoor geene gelden op de gemeente-begrooting behoeven te worden aangewezen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot den aankoop te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. NO. 84. LICHTSTERKTE in Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek te Leiden van 410 April 1886. Datum der waarneming. Tijdstip van waarneming. Aantal waarnemingen. Gemiddelde Lichtsterkte in Engelsche Standaardkaarsen. April. 4 6.45 7.30 7 18.3 5 6.30 7.45 8 18.5 6 6.30 7.45 7 18.3 7 6.30 7.45 8 19. 8 6.30 7.45 7 18. 9 6.30 7.45 8 17.6 10 6.30 7.45 8 18. Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek, D. Van der Horst. N°. Stt. Leiden, 8 April 1886. Blijkens nevensgaande stukken worden door de Leidsche Bouwvereeni- ging op het terrein langs de Haverzaklaan een 65 tal arbeiderswoningen gebouwd en wenscht de vereeniging den voor aanleg van straten bestemden grond aan de gemeente over te dragen, wanneer van gemeentewege en voor rekening der gemeente in den aanleg en het jaarlijksch onderhoud der bestrating, verlichting en rioleering worde voorzien. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel dat eene inwilli ging van het verzoek is in het belang van de gemeente, terwijl wij, met het oog op het gebrek aan geschikte arbeiderswoningen in de gemeente mede overtuigd zijn dat de loffelijke pogingen om door het bouwen van behoorlijke woningen in dit gebrek te voorzien, zooveel mogelijk van ge meentewege moeten worden ondersteund. Wij meenen dan ook dat er geen bezwaar kan bestaan om de voor een en ander noodige gelden geraamd op ongeveer 4650, op de begrooting beschikbaar te stellen, welke gelden uit den aard der zaak gevonden zullen moeten worden uit buitengewone ontvangstendeze uitgave toch levert een blijvend voordeel op en kan alzoo bezwaarlijk gebracht worden ten laste van de belastingschuldigen over één dienstjaar. Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging 1°. Van de Leidsche Bouwvereeniging kosteloos in eigendom over te nemen dat gedeelte van het door haar aangekocht terrein aan de Haver- zaaklaan onder de gemeente Leiden gelegen, hetwelk voor den aanleg van straten wordt bestemd, onder bepaling dat die grond in zoodanigen staat worde opgeleverd dat dadelijk tot de bestrating kan worden overgegaan en dat de kosten van overdracht komen ten laste van de Bouwvereeniging 2°. te bepalen dat door en voor rekening van de gemeente wordt voor zien in den aanleg en het onderhoud der bestrating en rioleering en voor eene behoorlijke straatverlichting wordt zorg gedragen 3°. aan de aan te leggen straten de namen te geven van Ist®, 2d®, 3d® en 4d® Van Banchemstraat 4°. vast te stellen den hierbij overgelegden suppletoiren staat van begroo ting strekkende tot verhooging van de begrooting dienst 1886 in ontvangst en uitgaaf met f 4650, in ontvangst van Volgn. 51, Geldleening ter voor ziening in de kosten van buitengewone werken, en in uitgaaf door de toevoeging aan de begrooting van een artikel Volgn. 48a, art. 17, kosten van bestrating en rioleering van het bouwterrein aan de Haverzaklaan ƒ4650. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 Maart 1886. Edel Achtbare Heeren 1 Het Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging heeft de eer U mede te deelen 1°. dat voor de Vereeniging is aangekocht een terrein aan de Haverzak laan te Leiden, met het doel, dit te bebouwen, met 65 arbeiderswoningen, volgens bijgaand bestek en teekening; 2°. Het Bestuur wenschte volgens bijgevoegde teekening, daarin 4 stra ten aan te leggen, en die te noemen 1st®, 2a®, 3d® en 4d® Van Banchem straat, naar den bouwmeester der voormalige Rijnsburgsche poort, Jan Jacobusz. Van Banchem. Ter nadere opheldering onzer keuze van den naam, moge dienen, dat de poort steeds als een kunstwerk beschouwd is, om met een onzer Leidsche Stedebeschrijvers te spreken: „het grootste konstwerk der bouwkunde, dat te Leiden gevonden wordt, naar de Dorische bouworde voltrokken, en alles scheelhoeks, zoo wonderlijk zamen gevoegd, dat de kundigste bouwmeesters over het zelve vei baast staan." 3°. Deze stra'en wenschlen wij aan het Gemeente-bestuur over te dragen, in vollen eigendom zonder kosten. 4°. Als gevolg van deze overdracht, verzoeken wij beleefdelijk, dat ge noemde straten op kosten der gemeente, worden geplaveid, en van door- loopende riolen voorzien. 5°. Dat er aan het einde der l®t® Van Banchemstraat een gaslantaarn worde geplaatst, om deze en de achterstraat tegelijk te verlichten. 6°. Dat er in de Haverzaklaan, nog een tweede lantaarn worde gesteld, om met de thans bestaande, licht te geven in de 2d® en 3d® Van Ban chemstraat. 7°. Dat er een lantaarn geplaatst worde in de 4d« van Banchemstraat, dus te zamen 3 lantaarns. Het Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging, C. J. Leembruggen, Voorzitter. W. Pleyte, Secretaris. Leiden, 23 Maart 1885. De Leidsche Bouwvereeniging heeft het plan en daaraan reeds ge deeltelijk door aanbesteding gevolg gegeven om op een uitgestrektheid grond aan den Stationsweg langs de Haverzaklaan, eenige arbeiders woningen te doen bouwen, waarvan 65 op het grondgebied der gemeente, waartoe zij verzoekt dat van gemeentewege de aldaar aan te leggen straten worden bestraat en een riool langs de Haverzaklaan wordt gelegd en onderhouden. Reeds in de zeventiende eeuw en later is voor rekening der gemeente genomen, het bestraten der toegangen tot de op bijzonder eigendom ge bouwde woningen. De plattegrond der huizen op de Waardgracht, Oranje gracht en andere duiden aan dat zij naar een vast plan zijn gebouwd en de straten van Gemeentewege zijn aangelegd. Dat geschiedde ook bij het bebouwen van den tuingroud van den heer Veefkind tusschen de Binnenvestgracht en de Langegracht, waardoor de Huigstraten zijn ontstaan. Bij het bestraten behoort ook het aanleggen en onderhouden van kolkriolen tot afvoer van het hemelwater. De riolen tot afvoer van faecale stoffen werden echter op eigen grond aangelegd en door beerputten werd voor rekening van de eigenaars der woningen, in de behoefte aan afvoer en berging van afvoer voorzien, gelijk ook de Leidsche Bouw vereeniging dit voor hare rekening steeds nam bij het bouwen van woningen in de Gortestraat, aan de Oude Vest en aan den Rijnsburgersingel. De riolen in de openbare straten werden evenwel even als bij het dempen van grachten, voor rekening der gemeente aangelegd en onder houden, behalve de riooltakken en uitmondingen, die ten laste kwamen van de eigenaars der woningen die daardoor de faecale stoffen konden afvoeren. De voordeelen van het bouwen van arbeiderswoningen zijn niet gering voor het algemeen, omdat daardoor invloed wordt uitgeoefend op den huurprijs en voorzien wordt in de bestaande behoefte. Ook voor de Gemeentekas vloeien daaruit voordeelen voort, waarvan tot maatstaf voor berekening strekt de aanslag in de grond- en in de personeele belasting. De woningen in het Pieter Huibertshof aan den Stationsweg en aan den Rijnsburgersingel, zijn bij het kadaster aange slagen tegen een belastbaar inkomen van 78 a 80, waarvan de 40 gemeente-opcenten kunnen berekend worden 2| pet. te bedragen. De per soneele belasting voor het Rijk kan berekend worden in hoofdsom voor elk perceel f 2.50 te bedragen, waarvan de gemeente 50 opcenten heft. In den hoofdelijken omslag kunnen ook de bewoners worden begrepen die doorgaans in een der drie laagste klassen worden aangeslagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1