28
van de Wouterenbrug tot den straatweg naar de Vink, zooals die onder
houd op 6 Maart 1886 is getaxeerd door den Hoofd-Ingenieur van den
Provincialen Waterstaat in Zuid-Holland en den gemeente-architect der
gemeente Leiden, onder aftrek der waarde van de opgaande boomen langs
het Jaagpad en de halve sloot daarnevens.
II. Gedeputeerde Staten te machtigen:
1°. hij notarieele acte, te verlijden tusschen hen en de gemeentebesturen
van Leiden en Delft, ten behoeve der provincie van die gemeenten tegen
dienzelfden eersten Mei 1887, of zulk eerder tijdstip, als waarop die ge
meenten tot levering vrij van verpachting in staat mochten zijn, aan te
nemen den afstand van het eigendomsrecht van het Jaagpad langs den
Leidschen Vliet en de tot dat Jaagpad of jaagpaddienst hehoorende ge
bouwen, gronden en werken, waaronder ook de Naakte Sluis bezuiden de
brug over den Vliet in den Singel van Leiden, het al gelegen onder Stomp-
wijk, Veur en Zoeterwoude henevens de pont met het daartoe hehoorende
aan den Hofweg, en die acte op de openbare registers te doen overschrij
ven, ten einde aan de provincie de privaatrechtelijke rechten, voor welker
uitoefening deze tot publieken dienst bestemde zaken vatbaar mogen zijn,
van af het oogenblik der in beheerneming van dit alles te verzekerenen
2°. evenzoo bij notarieele acte, te verlijden tusschen hen en het gemeente
bestuur van Leiden ten behoeve der provincie van die gemeente tegen den
eersten Mei 1887, of zulk eerder tijdstip als waarop de gemeenten Delft
en Leiden tot levering van het Jaagpad langs den Leidschen Vliet en het
daartoe hehoorende, vrij van verpachting in staat zullen zijn, aan te nemen,
den afstand van het eigendomsrecht van de Nieuwe Trekvaart van af
den Leidschen Vliet bij Wouterenbrug tot aan den straatweg bewesten
de stad Leiden en het daarnevens gelegen Jaagpad genaamd het Studen
tenpad, met de daartoe hehoorende gronden en werken, uitgezonderd het
aan dat pad gelegen veerhuis en het met ijpenboomen bezette plein, welke
beiden aan de gemeente Leiden verblijven zullen, het al gelegen onder
Zoeterwoude, en die acte op de openbare registers te doen overschrijven,
ten einde aan de provincie de privaatrechtelijke rechten, voor welker uit
oefening deze tot publieken dienst bestemde zaken vatbaar mogen zijn,
van af het oogenblik der in beheerneming van dit alles te verzekeren.
Verder zal dan ook punt 5, b van het hierboven aangegeven concept
raadsbesluit aldus moeten worden gewijzigd;
b. de som van f 1388.88, zijnde het tegen den penning 25 gekapita
liseerd hedrag van den jaarlijkschen onderhoud van de Nieuwe Trekvaart
en van het Jaagpad langs die vaart van de Wouterenbrug tot den straat
weg naar de Vink, zooals die onderhoud op 6 Maart 1886 is getaxeerd
door den Hoofd-Ingenieur van den Provincialen Waterstaat in Zuid-Holland
en den gemeente-architect van Leiden, onder aftrek der waarde van de
opgaande boomen langs het Jaagpad en de halve sloot daarnevens.
Nog kunnen wij U mededeelen dat bij de overname van het Jaagpad
van den Leidschen Dam tot de Naakte Sluis als grens tusschen de pro
vinciale- en gemeentelijke administratie, het meest gevoegelijk is aan te
nemen de lijn gaande van den noordoostelijken hoek van de hij de sluis
hehoorende sluiswachterswoning tot aan het zuidelijk uiteinde van den
tegenoverliggenden zuid-oostelijken vleugel der brug over den Singelweg.
Door deze verdeeling zou het binnensluishoofd met de schutkolk komen
in beheer en onderhoud hij de provincie, de gemeente daarentegen in
onderhoud behouden de brug in den Singelweg met de aanvaarpalen, rem-
mingwerken en keerdeuren, alle juist gelegen op het grondgebied der ge
meente, terwijl het overige ligt op grondgebied der gemeente Zoeterwoude
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de Leeskamer ter
inzage van de leden zijn nedergelegd, geven wij Uwe Vergadering in over
weging het besluit te nemen tot overdracht van het Jaagpad langs den
Leidschen Vliet en van de Nieuwe Trekvaart aan de provincie, met 1 Mei
1887 of zooveel eerder als elke verpachting van het Jaagpad mocht zijn
beëindigd, zooals het hierboven is omschreven.
De datum van 1 Mei 1887 is hierbij aangenomen, op grond dat met
dat tijdstip het contract van verpachting van de opbrengst der tolgelden
aan het Jaagpad zal zijn afgeloopen, terwijl het Provinciaal Bestuur bereid
is de overdracht eerder te doen plaats hebben, wanneer vóór dien tijd
om de eene of andere reden het pachtcontract mocht worden ontbonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 74. Leiden, 29 Maart 1886.
Ten vervolge op ons rapport van 25 Maart jl. (Ing. Stukken n°. 68)
hebben wij de eer U mede te deelen dat de Minister van Staat, Minister
van Binnenlandsche Zaken bij missive van 26 Maart jl. het raadsbesluit
van 18 Maart tot verhooging van de jaarwedden der leeraren in het Fransch
en het Hoogduitsch aan het Gymnasium heeft goedgekeurd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 75. Leiden, 29 Maart 1886.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ge
stelde rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier over
den dienst van 1885 en daarop geene aanmerkingen hebbende, heeft zij
de eer U voor te stellen die goed te keuren in ontvangst tot eene som
van f 475, in uitgaaf tot eene som van f 376.35|, zoodat van de toe
gestane gelden uit de gemeentekas niet is gebruikt f 98.64| hetgeen den
rendanten in mindering zal strekken van de toelage over 1886.
Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën,
van Leiden.
N®. 76. Leiden, 31 Maart 1886.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te
deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen den in hare handen gestelden
staat van at- en overschrijving op de begrooting van het Evangelisch
Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis, dienst 1885. Zij stelt U voor dezen
staat goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën,
van Leiden.
N®. 77. Leiden, 29 Maart 1886.
Wij hebben geene bedenkingen tegen de in onze handen, ten fine van
onderzoek gestelde rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie over 1885
en geven Uwe Vergadering in overweging die goed te keuren in ontvangst
en uitgaaf ad f 160.25.
Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën,
van Leiden.
N». 78.
LICHTSTERKTE
in Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden van 2127 Maart 1886.
Datum
der waarneming.
Tijdstip
van waarneming.
Aantal
waarnemingen.
Gemiddelde Lichtsterkte in
Engelsche Standaardkaarsen.
Maart.
21
6.7.30
6
18.4
22
6.7.30
7
18.
23
6.7.30
6
18.7
24
6.7.30
8
19.
25
6.15 7.45
7
18.5
26
6.15 7.45
6
17.6
27
6.15 7.45
8
18.5
Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek,
D. Van der Horst.
LICHTSTERKTE
N». 79.
in Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden van 28 Maart tot 3 April 1886.
Datum
der waarneming.
Tijdstip
van waarneming.
Aantal
waarnemingen.
Gemiddelde Lichtsterkte in
Engelsche Standaardkaarsen.
Maart.
28
6.30 7.30
7
17.6
29
6.30 7.30
8
17.9
30
6.30 7.30
6
18.3
31
6.30 7.30
7
18.4
April.
1
6.30 7.45
7
19.2
2
6.30 7.45
8
18.6
3
6.30 7.45
8
18.5
Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek,
D. Van der Horst.
N°. 80. Leiden, 6 April 1886.
Onder overlegging van bijgaande stukken betreffende* het verzoek van
de firma Gebrs. Van Hoeken, tot het in eigendom bekomen van het ge
deelte gemeentegrond dat hun bij beschikking van 22 Juni 1840 werd in
gebruik gegeven bij het bouwen van het huis aan den Rijn over de Haven
bij het kadaster hekend onder sectie C n®. 1578, groot ongeveer 3 cen
tiaren, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij ons
tegen de inwilliging van het verzoek geene bedenkingen bestaan, zoodat
wij U in overweging geven het bedoeld stukje gemeentegrond aan de
firma in eigendom af te staan tegen een koopprijs van twintig gulden
benevens de kosten van overdracht en onder voorwaarde dat door een
der firmanten, het raadslid P. J. Van Hoeken, vooraf koninklijke vrij
stelling verkregen worde van het verbod bedoeld bij art. 1506 van het
Burgerlijk Wetboek.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigde hoogachting te kennen, J. J. Van Hoeken,
wonende te Oegstgeest en P. J. Van Hoeken wonende te Leiden, hout-
koopers, handelende onder de firma Gebroeders Van Hoeken;
dat zij het stukje gemeentegrond waarop het huis n®. 7 aan de Haven
gedeeltelijk is gebouwd, in eigendom wenschen te hekomen tegen XXV
maal de 80 cent der door hen jaarlijks betaald wordende recognitie;
een ophouden van het gemengd bezit van die bebouwde grond zal, hopen
zij, U even als hun, wenschelijk voorkomen.
Tevens vragen zij vergunning tot het leggen van een stoep met palen
voor het perceel n®. 17, op dezelfde breedte van de tegenwoordig daar
bestaande.
Gaarne zien zij op een en ander een gunstig besluit te geraoet.
't Welk doende,
Leiden, 18 Maart 1886. Gebrs. Van Hoeken.
Leiden, 23 Maart 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request der firma
Gebroeders Van Hoeken te berichten, dat bij beschikking van 22 Juni
1840 is toegestaan bij het bouwen van het woonhuis aan den Rijn over
de Haven bij het kadaster bekend onder sectie C n°. 1578 koepelsgewijze
buiten de rooiing een meter te mogen uitspringen tegen betaling eener
recognitie van 80 cents 'sjaars, dat geen bezwaar bestaat den daardoor
ingenomen gemeentegrond aan de firma in eigendom af te staan tegen
een koopprijs van twintig gulden benevens de kosten van overdracht, mits
de firmant het raadslid P. J. Van Hoeken zich vooraf gedraagt naar de
bepaling van art. 1506 Burgerlijk Wetboek.
Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der gemeente Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.