7
De Voorzitter. Ik moet beginnen met te ■verklaren, dat, ofschoon ik
het voorstel van Burg. en Weth. wil helpen handhaven, ik 'tin beginsel
met den heer Van Dissel eens ben. Wanneer het nu niet te laat ware,
zou ik nog met hem mee willen gaanmaar ik vind dat de tijd nu
voorhij is om datgene te doen wat 25 jaar geleden had moeten
geschieden. Men heeft eenmaal toegestaan dat op de grenzen der gemeente
gebouwd werd dit ware trouwens niet te beletten geweest maar
men heeft toegestaan dat de bruggen gemaakt werden die den toegang
van de op onze grenzen gebouwde huizen naar Leiden mogelijk maakten.
En nu onze grenzen bijna geheel bebouwd zijn geworden, is het m. i.
te laat om maatregelen te gaan nemen, zooals de heer Van Dissel be
doelde. Het effect van die maatregelen zou geen ander wezen, dan dat
eenige weinigen zouden getroffen worden en de groote massa er niets
van zou bemerken.
Daarenboven moet men niet vergeten in de vorige vergadering
maakte ik die opmerking ook reeds dat de grensverandering niet
van die bewoners afhangt en men hen door vexatoire maatregelen van
onzen kant niet kan dwingen om inwoners van Leiden te worden. Eerst
wanneer het voorstel bij Gedeputeerde Staten gereed is, worden de ver
schillende gemeenteraden geraadpleegd en kunnen de bewoners invloed
uitoefenen, maar zooals de zaak nu staat, zijn zij even machteloos als
wij en zouden zij worden gestraft, voor iets waaraan zij volstrekt geen
schuld hebben.
De heer Donner zou met ons voorstel meegaan, onder voorwaarde dat
het Dagelijksch Bestuur in overleg wilde treden met Commissarissen van
de Gasfabriek, om te onderzoeken in hoeverre het wenschelijk zou zijn
van de gasverbruikers buiten Leiden een hoogeren prijs te vorderen. Tegen
zoodanig overleg zoude ik natuurlijk geen bezwaar hebbenmaar ofschoon
ik omtrent het resultaat daarvan geene bepaalde toezegging kan doen
zou ik wel kunnen gissen dat de besprekingen niet zullen uitvallen in
den zin, als de heer Donner dat zou wenschen. Dit punt werd in het
college van Dagelijksch Bestuur wel besproken, ook toen verleden jaar
de prijs van het gas van 8 op 6 cents zou gebracht wordendestijds
zou de gelegenheid geschikter geweest zijn om dien maatregel te nemen
dan thans; maar wij meenden toen dat niet te moeten voorstellen. Wat
nu het gevolg van een nader overleg zoude zijn, is natuurlijk niet vooraf
met zekerheid te bepalen.
De heer Kaiser heeft de gemeente-verordening aangehaald en ik geloof
met hem dat de redactie door hem aangegeven, beter is dan de bestaande,
ofschoon ik niet kan toegeven dat tegenwoordig in strijd met de vigerende
bepalingen wordt gehandeld. Ik wil den heer Kaiser even herinneren dat
de Gasfabriek slechts ééne soort van gas leverttot het verwarmen van
komforen en kachels wordt hetzelfde gas gebruikt dat voor de verlichting
dient. Er kan hetgeen ik trouwens den heer Kaiser niet behoef te
zeggen wel lichtgas en verwarmingsgas gemaakt worden, maar dan
zouden er twee verschillende gasleidingen in de gemeente en in de huizen
moeten worden gelegd. De fabriek doet echter wat zij doen moet en levert
lichtgas, gas dat dient of dienen kan tot verlichting. Wil men dit nu
tot eenig ander doel aanwenden, dan behoeft de fabriek zich daarom niet
te bekommerenzij kan trouwens nooit beletten dat het gas, eenmaal
den meter gepasseerd, door de verbruikers in verwarmings- in plaats van
in verlichtingstoestellèn wordt geleid.
Op hetgeen door den heer Alma is aangevoerd, heb ik niet veel te
antwoorden; ik ben het volkomen met hem eens. Het Dagelijksch Bestuur
is evenmin als hij, bijzonder geneigd om de omwonenden te bemoeilijken,
ook omdat zij de neringdoenden voordeel aanbrengen en aldus medewerken
om dezen het dragen der belastingen te vergemakkelijkenmaar daar
mede is het bezwaar van den heer "Van Dissel niet weerlegd, die er met
nadruk op wees dat wij, wel is waar, door aan de omwonenden gas te
leveren aan den eenen kant de winst met centen kunnen tellen, maar
daarentegen aan den anderen kant het verlies guldens bedraagt, omdat
zij niet mede betalen in de belastingen. Konden wij nu door het gas te
weigeren, aan die weinigen nl. die zich nog aan onze grenzen komen
vestigen, of die buren dwingen om Leidenaars te worden, dan zoude er
voor dien strengen maatregel eenige reden zijn: maar m. i. is het nu
te laat om die maatregelen te nemen, die de heer Van Dissel zou wen
schen. Ik wil er nog even de aandacht op vestigen dat wij zeker ver
schillende wapenen hebben om het den omwonenden ik wil het woord
plagen niet noemen onaangenaam te maken: maar men vergete
niet dat het gebruik daarvan eerder het karakter zou krijgen van pressie
op het provinciaal bestuur of op de landsregeering, dan op de omwonen
den, die in zake de grensverandering, welke van Gedeputeerde Staten moet
uitgaan, al even machteloos zijn als wij.
Wij hebben daarenboven onze inrichtingen van Hoogeren Middelbaar onder
wijs, die door het rijk onverplicht gesubsidieerd wordenvoor zoover het die
inrichtingen betreft, zouden wij kans loopen een „tot hier toe en niet
verder" van de Regeering te hooren. En het zou volstrekt niet vreemd
zijn, dat als provinciale en rijksbesturen de wijziging onzer grenzen in be
handeling namen, zij ten gevolge onzer krasse maatregelen minder wel
willend jegens ons gezind waren, dan anders het geval zoude zijn. Het
rijk heeft tot zekere hoogte in zijne macht om te zeggenik trek mijn
welwillendheid tegenover u in! Wij staan dus niet op een volkomen vrij
standpunt.
De heer De Goeje. Na u gehoord te hebben, M. de V., moet ik even
mijne stem motiveeren.
In de vorige vergadering heeft de heer Was uiteengezet waarom het
wenschelijk is, dat wij een vast stelsel van gedrag aannemen tegenover
de omwoners der stad. Nu wordt door Burg. en Weth. voorgesteld om
de levering van gas aan de bewoners van omliggende gemeenten op de
oude voorwaarden voort te zetten. Nemen wij dit voorstel aan, dan wordt
daardoor ten opzichte van onze gedragslijn eene principieele beslissing
genomen, en dit keur ik af. Het gaat m. i. niet aan, als de omwoners
wat het genot van gas betreft met de inwoners worden gelijk gesteld,
voortaan andere aanvragen van omwoners, die men aan inwoners stellig
zou toestaan, te weigeren, zooals reeds eenige malen niet zonder hard
heid is gescheid. Daarentegen kan een voorstel om in allen geval de prijs
van het gas voor de omwoners te verhoogen, worden aangenomen zonder
iets te praejudiceeren. Het komt mij billijk voor, dat de ingezetenen der
omliggende gemeenten meer betalen dan de inwoners van Leiden. Maar
besluit de Raad, wanneer de zaak in beginsel wordt overwogen, om voor
taan de omwoners in alle opzichten op den voet van ingezetenen te be
handelen, niets verhindert hem dan op dit besluit terug te komen. Wan
neer dus Burg. en Weth. hun voorstel blijven handhaven om eenvoudig
door te gaan met de levering van gas onder de bestaande voor
waarden, dan zal ik tot mijn spijt er tegen moeten stemmen.
De heer Van Dissel. Een paar woorden slechts M. de V.l U heeft
gezegd, dat U wel met mijne wijze van zien mee zoude kunnen gaan,
maar dat het daarvoor nu te laat was. Ik zou daarop wel willen ant
woorden: beter ten halve gekeerd dan geheel gedwaald. Maar ik ben
ook van meening, dat het volstrekt nog niet te laat is, want eene ge
meente telt haar leven niet bij jaren, maar bij eeuwen. Al zou deze rege
ling ook een paar jaar te laat komen, dan is dat nog geen reden haar
niet in te voeren, want wij hebben nog groote tijdruimten voor ons,
waarin zij van zeer veel nut zou kunnen zijn.
Maar ook onmiddellijk zal de maatregel nog doel kunnen treffen, ik wijs bijv.
op Vreewijk. Er bestaat een maatschappij, die daar een geheel nieuwe wijk
van goede en geriefelijke huizen heeft gebouwd en verder wil gaan bou
wen. En wat is nu de reden waarom velen daar nog niet gaan wonen?
Dat is juist het gebrek aan gas en waterleiding.
Wanneer wij nu van onzen kant gaan medewerken om dat gemakkelijk
te maken, is het m. i. eene verwaarloozing van de belangen der gemeente.
Nog heb ik hooren beweren dat het beneden de waardigheid van
den Raad zou zijn, om dergelijke maatregelen te nemen. M. de V., het
zou mij erg leed doen, wanneer ik in de laatste vergadering, die ik zal
bijwonen, medegewerkt had om de waardigheid van den Raad tot op een
lager peil te doen dalenmaar ik geloof niet dat de waardigheid van den
Raad eenig gevaar loopt, wanneer wij, na ernstig over eenige zaken te
hebben nagedacht, daarover onze meening uitspreken.
De heer Alma. Het zou kunnen zijn, M. de V., dat ik mij versproken
had, en dat de heer Van Dissel beter verstaan had wat ik gezegd heb
dan ik zelf dit weet. Ik beweer het tegendeel en ben zeker gezegd te
hebben: „beneden de waardigheid van eene gemeente-instelling" en niet
„beneden de waardigheid van den raad".
De heer Van der Hoeven. Ik heb, M. de V., door den afstand, die
mij helaasvan den heer De Fremery scheidt, niet goed begrepen wat
hij bedoelde. De heer De Fremery sprak over een voorstel van de Com
missie voor de gasfabriek, dat nader zou worden ingediend, terwijl ook
de heer De Goeje over latere definitieve afdoening het woord voerde.
Nu verkeer ik echter in de meening dat wij wel degelijk thans de zaak
definitief behandelen en dat Burg. en Weth. ons voorstellen thans één
maal en voor goed te beslissen, dat alles bij 't oude zal blijven. Wan
neer nu de Raad dit aanneemt, is immers een nader voorstel van de
Commissie voor de gasfabriek niet noodig. De zaak is dan daarmede
afgedaan.
De heer De Fremery. Ik heb gezegd, M. de V., na een daaromtrent
gemaakte opmerking, dat wij gaarne in overweging zullen nemen in hoe
verre het billijk en raadzaam kan zijn, het gas op andere voorwaarden
te leveren aan de omwonenden dan aan de ingezetenen. Ik zie echter
niet in, waarom wij niet voorloopig kunnen beslissen zooals Burg. en
Weth. hebben voorgesteld om op de wijze, die tot nog toe is gevolgd,
voort te gaan om dan later, na gelezen te hebben de opmerkingen, die in
den Raad gemaakt zijn, zoo noodig terug te komen op dit punt en voor
stellen te doen, die wij het meest aannemelijk achten.
De heer Du Rieu. Ik zou dan gaarne in overweging geven, M. de V.,
de zaak te splitsen, en in beginsel uit te maken of gas zal geleverd
worden en daarna de voorwaarden te behandelen. Het spreekt van zelf
dat er meerdere onkosten van aanleg zullen zijn en wie zullen die be
talen? M. a. w. wij moeten den prijs vaststellen voor de levering aan
buitenwijken.
Ik ben het voorts geheel eens met den heer Van der Hoeven dat de
bedoeling van Burg. en Weth. was om het stilletjes bij het oude te
laten, terwijl de heer De Fremery meer splitsing wenscht.
De Voorzitter. Ik geloof M. H. dat wij gevaar loopen af te dwalen
en ik acht het daarom noodig te herinneren wat eigenlijk de quaestie is.
Er is ingekomen een verzoek van J. Van der Plas om gasen naar
aanleiding van de onlangs door den Raad genomen beslissingen hebben
de Commissarissen der gasfabriek, die anders altijd dergelijke aanvragen
zeiven afdoen, het raadzaam geoordeeld eene beslissing uit te lokken van
den Raad, om te vernemen of hij wenscht dat aangaande de levering van
gas in denzelfden geest zal worden gehandeld, als ten aanzien van de
beslissingen waarop ik zooeven doelde. Wanneer nu de Raad zich met
ons voorstel vereenigt, dan is daarmede alleen de vraag betrekkelijk de
levering van gas beslist; op alle later inkomende aanvragen zal dan door
de Commissarissen der gasfabriek worden beschikt. Komen er echter
aanvragen in den geest als de heer De Goeje bedoelt, dan zullen wij die
natuurlijk in den Raad brengen. De door hem bedoelde personen hebben
gekregen wat zij wenschten, maar in eenigszins anderen vormin plaats
van eigendom, kregen zij slechts het gebruik van hetgene zij vroegen
doch waar van dergelijke zaken sprake is, moet telkens de Raad beslissen.
Wanneer nu echter door den Raad een besluit overeenkomstig ons voor
stel wordt genomen, dan hebben wij alleen ten opzichte van de levering
van het gas buiten de grenzen der gemeente beslist; meer niet. Dit zal
het eenige onmiddellijk gevolg van de aanneming van ons voorstel wezen.
De heer Juta. Ik wensch een vraag om inlichting te doen. Indien nu
het voorstel van Burg. en Weth. verworpen wordt, en er komt een aan
vraag van een inwoner eener omliggende gemeente om aansluiting aan
de gasleiding, dan zal die aanvraag toch niet geweigerd worden
De Voorzitter. Ja!