GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
11
INGEKOMEN STUKKEN.
7
N°. 23. Leiden, 8 Februari 1886.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te
deelen, dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen het voorstel
van Burg. en Weth. tot het doen van herstellingen aan den walkant aan
den Nieuwen Rijn tusschen de Waardgracht en de Binnenvestgracht,
waarvoor bij raming een bedrag van 1100 zoude benoodigd zijn.
Zij geeft U derhalve in overweging de gevraagde machtiging daartoe
te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën,
J. T. Buys.
Le Poole.
H. C. Juta.
N°. 24. Leiden, 18 Februari 1886.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Dr. J. Baert geven wij,
na ingewonnen advies van het college van stadsgenees- en heelkundigen
Uwe Vergadering in overweging aan adressant met ingang van 1 April a. s.
eervol ontslag te verleenen als stadsgeneeskundige onder dankbetuiging
voor de vele en langdurige diensten door hem in genoemde betrekking
aan de gemeente bewezen.
Adressant heeft, na bekomen eervol ontslag, wegens meer dan veertig
jarigen dienst, aanspraak op een pensioen ten bedrage van twee derde
zijner jaarwedde ad 450.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 29 Januari 1886.
WelEdele Groot Achtbare Heer President van den Gemeenteraad!
Tot mijnen spijt voel ik mij genoodzaakt mijn ontslag als stads Medic.
Doctor te vragen, daar ik niet door ziekte, maar door een val niet meer
loopen kan. In de maand Maart van 1830 ben ik als stads Medic. Doctor
benoemd, en heb dus bijna vijf en vijftig jaren die betrekking waargeno
men die ik tot mijn spijt nu moet verlaten.
Ik heb de eer mij met de meeste hoogachting te noemen.
WelEdele Groot Achtbare Heer President van den Gemeenteraad
UEd. Dienaar,
J. Baert, Medic.-Doctor.
N°. 85.
LICHTSTERKTE
in Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden van 31 Januari tot 6 Februari 1886.
Datum
der waarneming.
Tijdstip
van waarneming.
Aantal
waarnemingen.
Gemiddelde Lichtsterkte in
Engelsche Standaard kaarsen.
Januari.
31
5.7.—
5
17.9
Februari.
1
5.30 7.15
7
16.8
2
5.45 7.30
7
17.5
3
4.7.30
11
16.9
4
5 30 7 05
6
18.4
5
5.45 7.15
4
17.7
6
6.30 7.30
4
17.9
Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek,
D. Van der Horst.
Vermits uit de vroeger en thans ingediende rapporten van tot oordeelen
in deze bij uitnemendheid bevoegden blijkt welke groote waarde aan de
poort uit een historisch en architectonisch oogpunt moet worden toegekend,
acht de meerderheid van onze Commissie de voorgestelde uitgave van
ongeveer f 2000, noodig voor eene behoorlijke restauratie, alleszins ge
rechtvaardigd, terwijl bovendien nog de mogelijkheid bestaat dat de herstelde
koepel productief kan worden gemaakt voor de gemeentekas.
Wij zouden op dien grond niet gaarne tot een sloopingsbesluit mede
werken en meenen Uwe Vergadering alzoo te moeten adviseeren overeen
komstig het voorstel van Burg. en Weth. te besluiten.
De minderheid daarentegen is om de vroeger en later meermalen ont
wikkelde redenen van oordeel, dat meerdere uitgaven tot behoud van de
Morschpoort niet gerechtvaardigd zijn en zou dus aan hare slechting de
voorkeur geven boven het thans gedane voorstel.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën,
J. T. Büys.
Le Poole.
H. C. JUTA.
N°. 26. Leiden, 8 Februari 1886.
Ter uitvoering van het raadsbesluit van 31 Januari jl. hebben wij
H. H. Gedeputeerde Staten verzocht ons te willen inlichten omtrent het
voornemen van hun college ten aanzien van de uitbreiding dezer gemeente,
onder kennisgeving dat de Gemeenteraad van oordeel is, dat uitbreiding
van de grenzen dezer gemeente dringend noodzakelijk is.
Bij brief van 2/5 Februari jl. n°. 40, hebben Gedeputeerde Staten ons
daarop het volgende geantwoord:
„Naar aanleiding Uwer missive van 22 Januari jl. n°. 97, hebben wij
de eer Uw college mede te deelen dat het bij Uwen brief van 4 Februari
1885 n°. 117, ingediend voorstel betrekkelijk eene uitbreiding van de
grenzen Uwer gemeente onderzocht wordt."
„De beantwoording der vraag welke de flnancieele gevolgen zullen zijn van
het verlies van een deel grondgebied door de omliggende gemeenten vordert
een tijdroovend onderzoek, waartoe plaatselijke opnemingen onvermijde
lijk zijn."
„Het is derhalve niet mogelijk thans reeds te zeggen of uit het onder
zoek zal blijken dat het mogelijk zal wezen op doelmatige wijze eene
wijziging in de grensregeling in het leven te roepen en zoo ja tegen welk
tijdstip een voorstel daartoe kan worden te gemoet gezien."
In verband met de discussien in de zitting van 21 Januari jl. geven
wij Uwe Vergadering alsnu in overweging overeenkomstig ons voorstel
van 31 December jl. te besluiten en alzoo aan Commissarissen der Gasfa
briek te kennen te geven dat de Gemeenteraad het niet wenschelijk acht
verandering te brengen in de tot dusverre gevolgde wijze van gaslevering
buiten de gemeente.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N». 28.
LICHTSTERKTE
Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek,
te Leiden van 713 Februari 1886.
Datum
der waarneming.
Tijdstip
van waarneming.
Aantal
waarnemingen.
Gemiddelde Lichtsterkte in
Engelsche Standaardkaarsen.
Februari.
5.30 7.—
6
17.9
8
5.30 8.—
9
17.3
9
5 30 7.15
7
17.6
10
5 30 6.45
5
18.6
11
5.30 7.—
6
17.6
12
5.30—7.15
7
18.3
13
5.30 7.—
6
17.9
Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek,
D. Van der Horst.
N°. 27. Leiden, 8 Februari 1886.
Evenals in 1875 is thans, nu wederom herstellingen aan de Morschpoort
noodzakelijk zijn, op nieuw de vraag aan de orde of die.poort zal worden
behouden dan wel tot slooping zal worden veroordeeld.
N°. 29. Leiden, 22 Februari 1886.
Blijkens nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage en daarbij
behoorende teekening is eenige wijziging noodig in het in de maand Juni
van het vorig jaar opgemaakt plan van de demping der Zijdgracht wat
betreft de daarmede in verband staande rioleering, ten gevolge waarvan
de kosten thans geraamd worden op 8000, terwijl ter zake op de be
grooting dienst 1886 is uitgetrokken f 4200.
In het bedoeld rapport is- het gewijzigd plan van rioleering uitvoerig om
schreven en tevens medegedeeld dat daarin thans mede is opgenomen de ver
nieuwing van het riool onder den Vestwal ter verbinding van de Zijdgracht
met de Singelgracht, terwijl uit vroeger ingestelde onderzoekingen is ge
bleken dat eene toepassing van het Liernurstelsel in deze buurt te groote
uitgaven zoude vorderen, ook op grond van de daarmede gepaard gaande
verandering der privaten in alle aangelegen woningen met bijkomende
werken in die woningen voor rekening van de gemeente.
Ons met het voorstel der Commissie vereenigende geven wij Uwe Ver
gadering in overweging de meerder benoodigde gelden beschikbaar te
stellen door verhooging van volgn. 100 der begrooting, dempen van
grachten, met 3800, te vinden door vei hooging van den post Opbrengst
van geldleeningen, in overeenstemming met het bij de vaststelling der
begrooting genomen besluit. Een suppletoire staat van begrooting wordt
hierbij ter vaststelling aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 2 Februari 1886.
Bij art. 100 der begrooting voor 1886 is een som van 4200 uitge
trokken tot het dempen van de Zijdgracht, welke raming van kosten is
geschied in de maand Juni des vorigen jaars. Bij nader onderzoek door
den tegenwoordigen Gemeente-architect is gebleken dat het riool onder
den Vestwal, dat de Zijdgracht met de Singelgracht, nabij den Korenmo
len de Oranjeboom verbindt, ook vernieuwing vereischt en zijn bovendien
in het oorspronkelijk plan nog eenige andere wijzigingen gebracht in het
belang van de gezondheid der omwonenden en zuiverheid van het Leven
daal en Singelgracht, welke eene veranderde constructie vorderen als op
de bijgaande teekeningen is aangegeven.
Wanneer de riolen steeds in de grachten uitstorten, worden deze hoe
langer hoe meer verontreinigd, ten nadeele van de openbare reinheid en
gezondheid. Van doorspoeling van dat riool kan nimmer iets verwacht
worden, omdat het niet onder de vereischte helling kan worden gelegd
en de richting ongeveer loodrecht op de richting staat van den water
afvoer in het Levendaal en de Singelgracht, zoodat tengevolge daarvan,
binnen het riool een deel faecalien zou achter blijven en verstoppingen
veroorzaken, waardoor gestadig zou moetpn worden geruimd. Aansluiting
aan het Liernurstelsel is te kostbaar en uit dien hoofde is het noodza
kelijk tot een ander middel van zuivering de toevlucht te nemen, ten einde
zooveel mogelijk dat bezwaar op te lossen.
De Gemeente-architect acht daartoe dienstig het maken van twee groote
en twee kleine beerputten, welke grootendeels de vaste stoffen zullen ver
zamelen, benevens afsluitkasten op verschillende plaatsen in het riool. De
beerputten zijn van ijzeren buizen voorzien, waaraan op een eenvoudige
wijze, slangen kunnen verbonden worden. Door het riool aan weerszijden
van een put af te sluiten en de buizen met een luchtledig reservoir te
verbinden, kan men den inhoud van eiken put, benevens een grooter of
kleiner deel van het riool ledigen. De verplaatsbare tender van het Lier-
murstelsel die nog aanwezig en bruikbaar is kan dienen tot het verkrijgen
van het luchtledig reservoir en het luchtledig maken geschiedt in het
tapgebouw met de bestaande stoommachine, zoodat voor het ledigen geen
bijzondere kosten behoeven te worden gemaakt.