9
De groote vacantie moet 7 weken duren, en het schooljaar vangt aan
op den laten September, die op een Woensdag valt.
Stelt men op dezen datum de promotie en prijsuitdeeling, en gebruikt
men de twee naast voorafgaande dagen voor de herexamens en de tweede
toelatingsexamens, en gaat men verder 7 weken terug dan komt men
in de week van 4 tot 11 Juli,
In deze week moeten dus uiterlijk de overgangsexamens en de eerste
toelatingsexamens gehouden worden.
Het eindexamen kan dit jaar geheel buiten de berekening blijven, omdat
de hoogste klasse slechts 4 leerlingen telt.
Doch brengt men de genoemde termijnen met elkander in verband, dan
ziet men dat tusschen het eind der Pinkstervacantie en het begin der
overgangsexamen slechts eene ruimte zou kunnen wezen van hoogstens
14 dagen.
De rector meent, eenvoudig door den samenhang dezer dingen in het
licht te stellen, het overtuigende bewijs te hebben geleverd, dat het wen-
schelijk, of liever noodzakelijk is, voor het jaar 1886 de Pinkstervacantie
te laten vervallen en de Paaschvacantie met zooveel dagen te verlengen
als de Pinkstervacantie zon moeten duren.
Mitsdien neemt hij de vrijheid aan heeren Curatoren in overweging te
geven bij den Gemeenteraad het voorstel tot eene dusdanige regeling in
te dienen.
De Rector,
(Get.) H. W. Van der Meij.
Voor afschiift,
De Secretaris van Curatoren van het
Gymnasium te Leiden,
J. S. D. Van Doorn.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. S1JTHOFF.