1 Zitting van Donderdag 21 Januari 1886, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de Meisjesschool, '2de klasse. (209) 2°. Idem van een derden onderwijzer aan de school 3de klasse n°. 3. (6 van 1886) 3°. Idem van een derde onderwijzeres of derden onderwijzer aan voor noemde school. (6) 4°. Voordracht tot verkoop van eenige hoornen. (207) 5°. Verzoek van Mr. P. M. Von Baumhauer, leeraar aan de Hoogere Burgerschool, om de betrekking te mogen waarnemen van leeraar aan de Hoogere Burgerschool te 's Gravenhage. (210) 6°. Idem van den heer J. -J. A. A. Frantzen, om ontslag als leeraar aan het Gymnasium. (211) 7°. Voordracht betrekkelijk de levering van gas aan ingezetenen van omliggende gemeenten. (213) 8°. Verzoek van de uitgevers der Leidsche Courant om continuatie van de opdracht tot plaatsing van de publicatiën. (214) 9°. Voordracht betrekkelijk de belegging van gelden over het dienstjaar 1885. (1 en 8) 10°. Idem tot tijdelijke voorziening in het onderwijs in de gymnastiek en de vrouwelijke handwerken aan de Meisjesschool en de Kweekschool. (2) 11°. Verzoek van F. E Feld, om een keldergat te maken aan de Kapel steeg. (3) 12°. Reclames in zake de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1885. (5) Tegenwoordig 23 leden, als: de heeren Bredius, Bool, Hartevelt, Krantz, De Fremery, Du Rieu, Van Dissel, Was, Kaiser, De Goeje, Zaalberg, Knappert, Donner, Cock, Van Hoeken, Verster, Alma, Driessen, Land, Nijkamp, Buys, Van der Hoeven en de Voorzitter. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 24 December jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter. Voordat wij in het onlangs nieuw begonnen jaar onze werkzaamheden aanvangen, Mijne Heeren, wensch ik U allen, zoowel in Uw bijzonder leven als in Uwe maatschappelijke betrekking, alle heil en voorspoed toe. Wij zullen, evenals andere jaren, in de betrekking, die wij hier vervullen, meer of minder belangrijke zaken, die het welzijn van de gemeente betreffen, te behandelen hebben. Daarbij zullen wij echter de krachtige medewerking missen van twee leden, die or.s in het afge- loopen jaar door den dood ontvielen; het past ons dat wij, als eene welverdiende hulde aan hunne nagedachtenis, bij den aanvang van dit nieuwe jaar nogmaals hunne verdiensten gedenken en daaraan eene dankbare herinnering wijden. Bij de behandeling van de zaken die hier voorgedragen zullen worden, rekenen wij ook dit jaar op Uwe welwillende en krachtige medewerking. Het is niet te vermijden dat zich in elke eenigszins talrijke vergadering verschil van inzichten openbaart: laat ons echter niet vergeten, dat wij allen hetzelfde doel voor oogen hebben, nl. het welzijn van de gemeente te bevorderen; en trachten, al is het op verschillende wijze, dat welzijn te verhoogen. Ik stel U voor onze werkzaamheden te hervatten met de hoop en in het vertrouwen dat op onze pogingen de zegen van Hooger hand niet zal ontbreken! (Toejuichingen). De heeren Juta en Zaaijer hebben kennis gegeven verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De Voorzitter deelt mede 1°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 5/7 Januari jl. B. n°. 26 (3*1® afd). G. S. n°. 1, ten geleide van het extract Kon. Besluit tot goedkeuring van het raadsbesluit tot heffing van het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein. 2°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 5/9 Januari jl. B. n°. 3957 (3d® afd.) G. S. n°. 65/2, ten geleide van den goedgekeurden staat van af- en overschrijving ad 11296 op de begrooting, dienst 1885. 3°. dat op 16 Januari jl. heeft plaats gehad de opneming der boeken en kas van den Gemeente-ontvanger, waarvan proces-verbaal is opgemaakt dat in afschrift is medegedeeld aan de Ged. Staten en ter inzage van de leden in de leeskamer is nedergelegd. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van C. J. Dieben, om een waterafvoerkanaal te maken door het Schuttersveld tot zijne stoombleekerij. 2°. Idem van den heer Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers, om ont slag als secretaris der Commissie van Toezicht op de scholen voor Mid delbaar Onderwijs. 3°. Idem van Mevr. J. J. Hubrecht geb. S. J. Verster, om ontslag als regentes van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. 4°. Idem van Dr. J. Baert, om ontslag als Stads-Geneeskundige. 5°. Verzoek van het Bestuur der afd. Leiden en Omstreken van de Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantenkunde tot het brengen van eene wijziging in de verordening op de Plantenbeurs. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Bezwaarschrift van Mej. J. Groot tegen haren aanslag in de plaats, dir. belasting, dienst 1885. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. ZlTTlHGVJ£K8I,AQ 1886. 7°. Verzoek om afschrijving van pi. dir. belasting 1885 van J. W. Altink, wegens verandering van woonplaats. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Comm. van Fin. De Voorzitter deelt nog mede 1°. dat op 16 Februari a. s. zal plaats hebben de verkiezing van drie leden van den Raad ter vervulling der vacatures ontstaan door het ver trek uit de gemeente van den heer G. A. De Geus en door het nemen van ontslag van de H. H. Mr. J. Th. Buys en Mr. S. Le Poole en dat in het hoofdbureau zitting hebben de heeren Burgemeester voorzitter, Mr. F. Was en A. J. Krantz, leden en in het onderbureau de heeren P. J. De Fremery, voorzitter, Dr. A. Nijkamp en H. C. Hartevelt, leden. Aan de orde is: I. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de Meisjesschool tweede klassse. (Zie Ing. St. n°. 209). De heer Donner. M. de V.Voordat wij tot deze benoeming overgaan, zou ik U gaarne een verzoek willen doen, niet in betrekking tot deze be noemingen, maar in opzicht tot de benoeming van onderwijzers en onder wijzeressen in het algemeen. Ik wilde U verzoeken om voortaan bij de voordracht tot benoeming van onderwijzers en onderwijzeressen aan de Openbare Scholen alhier, te voegen eene opgave van het aantal leerlingen en onderwijzers benevens het aantal klassen der school, waarvoor de be noeming geschieden moet. Ik acht zulk eene opgave gewenscht, opdat de Raad des te beter zal kunnen oordeelen over de noodzakelijkheid van de vervulling eener vacature of over de vermeerdering van onderwijzers of onderwijzeressen. De Voorzitter. Ik geloof niet dat daartegen eenig overwegend be zwaar kan bestaan. Ik wil hierbij echter nog eene enkele opmerking voegen, nl., dat voor iedere school het aantal klassen en onderwijzers is vastgesteld; een benoeming geschiedt dan ook in den regel alleen om eene bestaande vacature aan te vullen. Wanneer het door toeneming van het aantal scholieren noodig wordt het aantal onderwijzers te vermeerde ren, dan wordt dat speciaal bij de voordracht tot tijdelijke voorziening in die behoefte medegedeeld. Ik heb dit niet gezegd om eenig bezwaar te maken tegen den wensch van den heer Donner, maar alleen om te doen uitkomen dat de aandacht van den Raad er in het bijzonder op wordt gevestigd, wanneer eenige benoeming ten doel heeft uitbreiding van het personeel. De discussie wordt gesloten. De Voorzitter. Mag ik de heeren De Fremery, Knappert en Land verzoeken met mij het stembureau te willen uitmaken Benoemd wordt mej. A. M. Middelkoop met 21 stemmen, terwijl één blanco-briefje was ingekomen. 2°. Idem van een derden onderwijzer aan de school 3de klasse No. 3. (Zie Ing. St. n°. 6 van 1886). Benoemd wordt de heer J. M. Laban met 21 stemmen, terwijl één blanco-briefje was ingekomen. De heer Van der Hoeven komt ter vergadering. 3°. Idem van een derde onderwijzeres of derden onderwijzer aan voor noemde school. (Zie Ing. St. n°. 6). Benoemd wordt mej. M. Haalebos met 22 stemmen, terwijl één blanco briefje was ingekomen. 4°. Voordracht tot verkoop van eenige boomen. (Zie Ing. St. n°. 201). Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. 5°. Verzoek van Mr. P. M. Von Baumhauer, leeraar aan de Hoogere Burgerschool, om de betrekking te mogen waarnemen van leeraar aan de Hoogere Burgerschool te 's-Gravenhage. (Zie Ing. St. n°. 210). Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. 6°. Verzoek van den heer J. J. A. A. Frantzen, om ontslag als leeraar aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. n°. 211). De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor om bij het verleenen van het eervol ontslag aan den heer Frantzen, hen te machtigen om tijdelijk in deze betrekking te voorzien, wanneer bij het ingaan van het ontslag nog geene benoeming van een opvolger heeft plaats gehad. Ik stel dus eerst aan de orde den heer Frantzen eervol ontslag te verleenen met ingang van 1 April a. s. Zonder discussie of hoofdelijke stemming verleend. De Voorzitter. En ten tweede: Burg. en Weth. te machtigen tijdelijk in de betrekking te voorzien, wanneer dit noodig mocht blijken. Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. 7°. Voordracht betrekkelijk de levering van gas aan ingezetenen van omliggende gemeenten. (Zie Ing. St. n°. 213). De heer Was. M. de V.! Ik ben er H. H. Commissarissen van de Gasfabriek zeer dankbaar voor, dat zij, door het stellen van de vraag, die aanleiding gaf tot deze voordracht, de gelegenheid hebben aangeboden om een onderwerp ter sprake te brengen, dat voor deze gemeente van het hoogste gewicht is. De uitbreiding van de grenzen dezer gemeente, sints jaren dringend noodzakelijk, heeft reeds een lange lijdensgeschiedenis achter den rug. Het is bekend dat het eerste plan tot uitbreiding is afgestuit op de tegenkanting van de omliggende gemeenten, die, zooals trouwens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1