GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 73 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 174. Leiden, 14 November 1885. Blijkens nevensgaande stukken bestaat er bezwaar om de door het Be stuur der Practische Ambachtsschool gevraagde werkzaal van de Stedelijke Werkinrichting ten behoeve dier school beschikbaar te stellen, maar kun nen daarvoor worden aangewezen de bovenzalen in den noordelijken vleugel van het voormalig Caecilia Gasthuis. Wij geven Uwe Vergadering in overweging om, met uitbreiding van het raadsbesluit van 26 October 1882 waarbij een gedeelte van het voormalig Caecilia Gasthuis aan de Practische Ambachtsschool tot wederopzeggens is in gebruik gegeven, haar thans de bovenbedoelde zalen mede tot wederopzeg gens in gebruik te geven onder voorwaarde dat de lokalen behoorlijk van de andere inrichtingen worden afgesloten en daartoe de bestaande schutting op de binnenplaats worde verplaatst en verlengd, alsmede de trap, welke naar de gevraagde lokalen toegang geeft, voldoende worde afgesloten, alles voor rekening van de Ambachtsschool. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 11 October 1885. In het jaar 1883 werd door U aan de Vereeniging de Practische Am bachtsschool alhier in gebruik afgestaan een gedeelte van het Caecilia Gasthuis. In ons laatste jaarlijksche verslag, grootendeels in het gemeente verslag over 1884 opgenomen, mochten wij mededeelen, dat de in gebruik gegeven ruimte geheel voor de werkplaatsen was ingericht, en dat niet alleen het aantal leerlingen zóó groot is geworden dat alle be schikbare plaatsen bezet zijn, maar dat zich meer leerlingen hebben aan gemeld dan konden geplaatst worden. Aangezien die meerdere aanvraag reeds in 1884 zich heeft voorgedaan en in het loopende jaar heett her haald, en bovendien eene vermeerdering der leervakken wenschelijk is, zoo is de dringende behoefte aan uitbreiding klaarblijkelijk geworden. In de overtuiging dat de nuttige werking der Practische Ambachtsschool tot opleiding van bekwame en degelijke ambachtslieden bij U waardeering vindt, nemen wij de vrijheid aan U het verzoek voor te dragen, om aan onze Vereeniging nog in gebruik te willen geven de werkzaal, die zich nevens de smederij bevindt, en den zolder daarboven, en ons tevens te vergunnen op onze kosten in die benedenzaal eenige noodige veranderingen te maken. Die veranderingen zullen bestaan in 1°. Het herstellen van den vloer. 2°. Het uitbreken van vijf lichtkozijnen, en het plaatsen van zeven nieuwe. 3°. Het afbreken van een afdakje en het veranderen van het privaat. 4°. Het plaatsen van eene afschutting. 5°. Het veranderen van den schoorsteen. 6°. Het maken van een plafond. 7°. Het verven, witten en glasdicht maken. 8°. Het aanbrengen van gas- en waterleiding. Het bestuur der Vereeniging de Practische Ambachtsschool te Leiden, Aan den Gemeenteraad J. M. Van Bemmelen, Voorzitter, van Leiden. A. L. De Sttjrler, Secretaris. Leiden, 30 October 1885. Ter beantwoording uwer missive van 13 October jl. n#. 730, en onder terugzending der daarbij gezonden missive van het Bestuur der Vereeniging de Practische Ambachtsschool te L eiden van October 1885 aan den Gemeen teraad, heeft het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting de eer U te be richten dat, na herhaalde opname der plaatselijke gesteldheid in het Caecilia Gasthuis, en eene ernstige overweging in hoeverre het mogelijk zou zijn van de zijde van het Bestuur der Werkinrichting te gemoet te komen aan het verlangen van het Bestuur der Practische Ambachtsschool, en alzoo bewijs te geven van waardeering der loffelijke pogingen van het laatst genoemde, het toch tot zijn leedwezen bezwaar moet blijven maken tegen het afstaan der bedoelde werkzaal, omdat deze onmisbaar is voor de vlas spinner ij, kunnende daarvoor geen ander lokaal worden aangewezen zonder groot ongerief voor de geheele inrichting. Ons bestuur veroorlooft zich echter uwe aandacht te vestigen op meer dere bovenlokalen in het Caecilia Gasthuis welke wellicht geschikt te maken zouden zijn voor het doel dat het Bestuur der Vereeniging de Practische Ambachtsschool beoogt. Het bestuur der Stedelijke Werkinrichting voornoemd, Edel Achtb. Heeren J. Van Heckelom, Voorzitter.' Burg. en Weth. van Leiden. H. C. Juta, Secretaris. Leiden, 7 November 1885. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Onder dankzegging voor de toezending van het advies van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, hebben wij de eer UEA. in antwoord op uw schrijven van 3 November 11. n°. 778 mede te deelen, dat de aan het slot van dat advies bedoelde bovenzalen door de Practische Ambachts school gebruikt kunnen worden, zoowel voor werkplaats als voor meerdere berging van grondstoffen en werkstukken, aan welke beiden wij groote behoefte hebben. Mocht dus door UEA. in uw rapport aan den Gemeenteraad omtrent ons schrijven van 11 October II., voorgesteld of aanbevolen worden, om aan onze Vereeniging de bovenzalen in den noordelijken vleugel van het Caecilia Gasthuis in gebruik te geven, in plaats van de door ons aange vraagde beneden- en bovenzaal in dien zelfden vleugel, dan bestaat daar tegen onzerzijds geen bezwaar. Het Bestuur der Vereeniging de Practische Ambachtsschool, J. M. Van Bemmelen, Voorzitter. A. L. De Sturler, Secretaris. Leiden, 12 November 1885. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de in hare handen ge stelde stukken betreffende de vergrooting van de Practische Ambachtsschool in den noordelijken vleugel van het Caecilia Gasthuis te berichten, dat bij haar tegen de uitvoering van het voorgedragen plan geen bezwaar bestaat, omdat het Bestuur van de Stedelijke Werkinrichting en de Leidsche Maat schappij van Weldadigheid geen behoefte hebben aan het voortdurend ge bruik der verlangde lokalen, die in goeden toestand zijn en dadelijk in gebruik kunnen werden genomen. Als voorwaarden evenwel meent de Commissie te moeten stellen, dat de lokalen behoorlijk van de andere inrichtingen worden afgesloten en daartoe de bestaande schutting op de binnenplaats verplaatst en verlengd alsmede de trap welke naar de gevraagde lokalen toegang geeft, voldoende wordt afgesloten. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 174. Leiden, 14 November 1885. Onder overlegging van nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering in overweging een bedrag van f 210 be schikbaar te stellen voor de daarbij bedoelde herstellingen aan den toren van de Waalsche kerk. Bij aanneming van het voorstel zal de verhooging van den betrekke- lijken post worden gebracht op den eerlang aan te bieden staat van af- en overschrijving. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 12 November 1885. Aangezien de toren van de Waalsche Kerk in een toestand verkeert, waardoor lekkage veroorzaakt wordt, is dadelijke herstelling noodzakelijk door het oude lood, dat gescheurd en onvoldoende is, door nieuw te laten vervangen en het steenhouwerswerk te doen nazien, waarvan de kosten worden geraamd op f 210. De Commissie van Fabricage verzoekt daartoe machtiging tot verhoo ging van den post voor „Onderhoud van huizen en torens" op de begrooting van 1885. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 176. Leiden, 14 November 1885. Zooals uit nevensgaanden brief van de Commissie van het Stedelijk Museum blijkt is de Catalogus nagenoeg uitverkocht en wenscht men tot eenen herdruk over te gaan, met welk voorstel wij ons in alle op zichten kunnen vereenigen. Het drukken van den Catalogus in 1879 heeft eene uitgave vereischt van f 356.40, terwijl wegens verkoop ontvangen is, in 1880 f 84, in 1881 f 45.50, in 1882 f 56.70, in 1883 f 37.45, in 1884 f 31.50 en in 1885 tot dusverre f 33.95 te zamen f 289.10. De kosten worden derhalve successievelijk ongeveer gedekt door den verkoop. Vermits de nieuwe editie iets uitgebreider zal worden dan de vorige door de toevoeging van de sedert uitgegeven aanhangsels, zullen de kosten van den herdruk uit den aard der zaak hooger worden, waartegenover staat dat de prijs mede in evenredigheid zoude kunnen worden verhoogd. De kosten kunnen thans geraamd worden op ongeveer f 450. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging de vereischte machtiging tot het doen herdrukken van den Catalogus te verleenen, zullende zoodra de kosten bekend zijn een staat van af- en overschrijving worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 November 1885. De Commissie van beheer van het Stedelijk Museum heeft de eer aan uw bestuur voor te stellen, met verzoek deze vragen, zoo noodig, aan den Gemeenteraad te richten, dat het der Commissie vergund worde, den Catalogus van het Museum, die op een negental exemplaren na uitverkocht is, te herdrukken. De Commissie is met haren arbeid gereed, en wenschte in denzelfden vorm deze uit te geven, vermeerderd met hetgeen daarna in de verza meling is opgenomen. De prijs van den Catalogus was berekend naar het aantal drukken, gedeeld op de kosten, zoodat die thans f 0.35 bedroeg. De verkoop heeft de onkosten goed gemaakt, en de opbrengst is weder in de stadskas gestort. De Commissie voornoemd, Aan Burg. en Weth. der Harte velt, President, gemeente Leiden. W. Pleijte, Secretaris. N°. 177. Leiden, 17 November 1885. Ingevolge de krachtens Raadsbesluit van 28 Augustus 1885 met de Regeering gesloten overeenkomst in zake de Ruïne komen de uitgaven noodig voor den aanleg van een park op genoemd terrein, volgens een door den Minister van Binnenlandsche Zaken vooraf goed te keuren plan en tot een maximum van f 7000, ten laste van de Regeering, betaalbaar binnen een jaar na de voltooiing van dat park, zoomede de helft der kosten van het onderhoud, met dien verstande dat het aandeel door de Regeering te betalen de som van f 500 jaarlijks niet te boven gaat. Op de ontwerp Rijksbegrooting is dan ook ter zake een bedrag van f 7000 uitgetrokken. Een plan voor den aanleg van het park is thans gereed, hetwelk met een betrekkelijk rapport der Commissie van Fabricage en bijbehoorende stukken hiernevens aan Uwe Vergadering ter beoordeeling wordt overgelegd. Het plan is ontworpen door den Gemeente-architect in overleg met den heer H. Copijn, tuinbouw-architect te Groenekan bij Utrecht. Van de beide overgelegde teekeningen is de eene uitgewerkt, de andere als schets behandeld. In het midden is een cirkelvormige beschaduwde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 1