GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
60
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 160. Leiden, 2 November 1885.
Ten gevolge van het overlijden van den heer J. A. H. Van Hartrop,
is de betrekking van stadsklokkenist vacant geworden. Onder overlegging
van de stukken der sollicitanten geven wij Uwe Vergadering in over
weging tot eene benoeming over te gaan en wel met ingang van 9 December
a. s., op grond dat de heer Van Hartrop den 8sten September jl. is
overleden en krachtens de bestaande bepalingen aan de weduwe de jaar
wedde gedurende drie maanden na den dag van het overlijden moet wor
den uitbetaald.
Naar onze meening komt voor eene benoeming in de eerste plaats in
aanmerking de heer R. H. Th. Van Leeuwen, die reeds gedurende ge-
ruimen tijd de genoemde betrekking met gunstig gevolg heeft waarge
nomen en daardoor getoond heeft voor de vervulling dier betrekking
In alle opzichten geschikt te wezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 161. Leiden, 2 November 1885.
Onder overlegging van nevensgaande stukken, geven wij Uwe Vergade
ring in overweging aan het Bestuur der Gymnastiek- en Schermvereeni-
ging „Indhra," tot wederopzeggens vergunning te verleenen om de gym
nastiekzaal van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te gebruiken, onder
bepaling dat voor het gebruik jaarlijks aan de gemeente worde betaald
een bedrag van 25, de kosten van vuur en licht en de eventueele
schade aan gebouw en meubilair toegebracht door de Vereeniging worden
vergoed en verder onder de voorwaarden door ons College vast te stellen.
Onder gelijke voorwaarden werd krachtens raadsbesluit van 20 Novem
ber 1884 aan J. M. Scheffer c. s., bestuurders van de gymnastiekver-
eeniging „Hercules," vergunning verleend het gymnastieklokaal van de school
derde klasse n°. 3 op de Mare, te gebruiken, terwijl later aan die ver
eeniging is vergund tijdelijk de gymnastiekzaal van de Hoogere Burger
school voor Meisjes te gebruiken, omdat eerstgenoemd lokaal wegens het
vermeerderd aantal leerlingen moest worden ingericht voor leerlokaal.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennenP. Van Tubergen, JA.
Uitman, G. A. Bar, L. De Bruyn en J. A. Van Grasstek, te zamen uit
makende het Bestuur der Gymnastiek- en Schermvereeniging „Indhra",
gevestigd te Leiden, welker statuten zijn goedgekeurd bij Zijner Majesteits
Besluit van den vijftienden November achttien honderd drie en tachtig,
No. 27, dat zij, gedurende twee uren per week, wenschten gebruik te
maken van het gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor Meisjes
te Leiden
dat zij zich daartoe gewend hebben tot de directrice van voornoemde
school, welke verklaarde, bij eventueele inwilliging van dit verzoek, hier
tegen volstrekt geen bezwaar te hebben
dat zij behoorlijk zorg zullen dragen voor het meubilair en de werk
tuigen zich in het lokaal bevindende en alle schade zullen vergoeden
die daaraan door een of meer der leden van voornoemde vereeniging
mocht worden toegebracht;
dat zij, zoo dit verzoek wordt toegestaan, in overleg met de directrice
der genoemde school, de dagen en uren zullen bepalen waarop die oefe
ningen zullen plaats hebben.
Redenen waarom zij Uw College verzoeken, hun de gevraagde toestem
ming wel te willen verleenen.
't Welk doende, enz.
P. Van Tubergen, President.
J. A. Ritman, Vice-President.
G. A. BaR, Ist9 Secretaris.
L. De Bruyn, 2d9 Secretaris.
J. A. Van Grasstek, Penningmeester.
Leiden, 27 October 1885.
Onder terugzending van het adres der Gymnastiek- en Schermver
eeniging „Indhra", heb ik de eer U te berichten dat er bij mij geen
bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het daarin vervatte verzoek.
Aan de Edelachtbare Heeren De Directrice der H. B. S.
Burg. en Weth. te Leiden. M. Engelmann.
N°. 162.
Aan den Edelachtbaren Gemeenteraad der stad Leiden.
Edel Achtbare Heeren!
De ondergeteekende burgers dezer stad zouden de vrijheid niet nemen
van zich tot UEA College te wenden om het voorstel der heeren Buys,
Van Dissel en Juta tot opheffing van de gemeente-inrichting tot opleiding
van Oost Indische Ambtenaren roet Juli 1886, te ondersteunen, ware niet
dat sommigen hunner medeburgers hun zijn voorgegaan met een tegen
strijdig adres. Zij wenschen den schijn af te weren alsof de burgerij in
het algemeen met dat adres instemde, zij achten zich daarentegen ver
plicht hunne ingenomenheid met het voorstel der drie heeren ten stel
ligste uit te spreken.
Zij zullen niet vooruitloopen op het debat dat over deze zaak in Uw
College zal worden gevoerd en zij achten zich niet geroepen om bij
voorraad de redenen uit een te zetten, die tot aanbeveling van het ge
noemde voorstel kunnen strekken en ongetwijfeld zullen worden aange
voerd. Zij willen alleen opmerken dat de grond, waarop de adressanten
tegen het voorstel zich plaatsen, hun voorkomt slecht gekozen te zijn.
Naar hunne overtuiging toch mag geen inrichting van Hooger Onderwijs
op kosten der gemeente worden gesticht of onderhouden met het doel
om vreemdelingen herwaarts te lokken en binnen de stad hun verblijf
te doen kiezen. Alleen de behoefte der burgerij aan zulk eene inrichting
mag daartoe leiden, en naar hunne vaste overtuiging heeft deze behoefte
niet bestaan tijdens de oprichting der school, en bestaat zij thans minder
dan ooit na de nieuwe regeling waardoor de meesters in de rechten na
hunne promotie zich voor het examen van den Ind. Staatsdienst onder
leiding van rijks hoogleeraren kunnen voorbereiden, waarbij komt dat
de bezuiniging op het personeel in Indië, een gevolg van het geldgebrek
waartoe de vroegere weelde ons gebracht heeft, ontwijfelbaar het kleine
getal der leerlingen van de inrichting tot opleiding van Oost-Indische
ambtenaren aanzienlijk zal doen afnemen.
Om beide redenen schijnt thans de tijd te dringen tot het opheffen
eener noodelooze instelling, die allengs kostbaarder is geworden en thans
ongeveer het dubbele vordert van de som waarop zij bij hare stichting
was geraamd.
Leiden, 31 October 1885.
D. Hartevelt.
J. Van Heukelom Jr.
J. Pijnappel.
Siegenbeek Van Heukelom.
H. G. Hagen.
G. D. L. Huet.
C. Leemans.
J. E. Van Iterson J.Az.
R. Fruin.
Mr. H. L. A. Obreen.
A. Hartevelt Jz.
Mac Gillavry.
Dr. J. G. Van Deventer.
C. J. A. Hooiberg.
J. G. Van der Sluys.
J. Hendriks,
gep. Kapt.-Artillerie.
H. Van Borselen.
P. C. Bartelsman.
J. Gluisteen.
Louis D. Petit.
Kolling.
P. J. Meerburg.
Willem F. Van Wijk.
J. T. Paddenburg.
H. N. Van Amerom.
H. B. Paats.
J. G. J. Van Oldenbarneveld,
genaamd Witte Tulling.
Pieter Van Leeuwen.
C. A. Boonacker.
G. A. Reimeringer.
E. Van den Brandeler.
P. G. C. Eigeman.
P. Visser.
C. Blansjaar.
L. Veilbrief.
C. Van Venetie.
N°. 163. Leiden, 3 November 1885.
Ter vervulling der vacante betrekking aan de openbare jongensschool
der 2e klasse, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht
aan te bieden, opgemaakt in overleg met den Arrondissements-School-
opziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, ter benoeming
van een tweeden onderwijzer op eene jaarwedde van f 900.vermeer
derd met ƒ100.voor het geven van onderwijs in de Fransche taal, als:
1°. Willem Goemans, onderwijzer te Heusden.
2°. Gerardus Hendrikus Prinsen Geerligs, onderwijzer te Utrecht, en
3°. Frits Willem Van Oppen, onderwijzer te Gorinchem.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de Leeskamer ter
inzage van de leden zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid U te ver
zoeken tot eene benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 164. Leiden, 3 November 1885.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken, hebben wij de eer
Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook bij ons geen bezwaar be
staat tegen de inwilliging van het verzoek van mej. C. Van der Harst,
om eervol ontslag uit hare betrekking van 3fle onderwijzeres aan de
school der 3d9 klasse n°. 3, zoodat wij U in overweging geven haar dat
ontslag te verleenen, ingevolge haar verzoek met ingang van 1 Januari 1886.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 3 November 1885.
Onder mededeeling, dat ik het betreur, dat mej. C. Van der Harst
mijne school en het onderwijs gaat verlaten, heb ik de eer U gunstig
op haar verzoek te adviseeren. De nauwgezetheid, waarmede zij hare taak
heeft vervuld, verdient een afzonderlijk woord van dank.
Het Hoofd der openbare school der 3e klasse n°. 3,
J. Wuyster.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
De ondergeteekende, Carolina Van der Harst, derde onderwijzeres aan
de openbare school 3e kl. n°. 3, neemt de vrijheid U te verzoeken haar
tegen uit®. December e. k. eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking.
Met verschuldigde hoogachting,
Uwe dienstv. dienaresse,
Leiden, 2 November 1885. C. Van der Harst.
N®. 163.
LICHTSTERKTE
in Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden van 2531 October 1885.
Datum
Tijdstip
Aantal
Gemiddelde Lichtsterkte in
der waarneming.
van waarneming.
waarnemingen.
Engelsche Standaardkaarsen.
October.
25
6.7.—
6
17.6
26
6.7.30
8
16.9
27
6.7.30
8
17.6
28
6.7.30
7
17.9
29
6.7.30
7
17.9
30
6.7.30
8
18.4
31
6.7.30
10
16.9
Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabrie k
D. Van der Horst.