GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 25 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 60. Leiden, 12 Mei 1885. Ter vervulling van de vacature van eerste onderwijzeres in de vrou welijke handwerken aan de scholen n°. 1 der 3de en 4de klasse, ontstaan door bet overlijden van Mej. D. Engelbrecht, hebben wij de eer U hierbij eene voordracht van twee personen aan te bieden, opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener na ingewonnen bericht van de betrokken hoofden der scholen, waarop door ons onder n°. 1 is geplaatst Mej. G. M. Breebaart, thans 2a® onderwijzeres aan de genoemde scholen en sedert Februari 1867 daaraan werkzaam en onder n°. 2 Mej. C. Niemeijer, onderwijzeres aan de herhalingsschool voor meisjes en kweekeling aan de school 3a« klasse n°. 3. Onder mededeeling dat aan die betrekking een jaarwedde van f 350 is verbonden en dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de leden in de leeskamer zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid Uwe Vergadering te verzoeken tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. «1. Leiden, 11 Mei 1885. Ter vervulling der vacature, tengevolge van het aan H. J. Oonk ver leend eervol ontslag, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij aan te bieden eene voordracht, opgemaakt in overleg met den Arrondissements- Schoolopziener, na ingewonnen advies van het hoofd der betrokken school, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de school der 4a« klasse n°. 1, op eene jaarwedde van f 550, als: 1°. Franciscus Fredericus Duyverman. 2°. Mejuffrouw Marretje Van Wijk, en 3°. Mejuffrouw Johanna Catharina Kruimer, allen aan openbare lagere scholen in deze gemeente werkzaam. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de leden in de leeskamer zijn nedergelegd. nemen wij de vrijheid U te verzoeken tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 62. Leiden, 13 Mei 1885. Op de gemeente-begrooting voor het loopende jaar is voor kosten van het huis van bewaring en onderhoud van politie-gevangenen uitgetrokken een bedrag van f 700. Inmiddels is door de Gedeputeerde Staten dezer provincie medegedeeld dat de begrooting van het huis van bewaring alhier, voor het dienstjaar 1885, in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van 1798.31, door hen is goedgekeurd en dat het aandeel in de kosten voor deze gemeente is vastgesteld op f 773.37. De toegestane gelden zijn alzoo niet toereikend om het te dier zake verschuldigde te kunnen voldoen. Naar aanleiding daarvan en met het oog op de steeds toenemende kosten welke voor verpleging van politie-gevangenen moeten worden voldaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging den post der gemeente-begroo ting voor 1885 met een bedrag van f 300 te verhoogen door afschrijving van het artikel „onvoorziene uitgaven," waarvoor een staat van af- en overschrijving hierbij ter vaststelling wordt aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 63. Leiden, 18 Mei 1885. In de zitting van 23 April j 1., werd aan L. Sillevis vergunning verleend de brug in den Lagen Rijndijk te vernieuwen alsmede een boom in het af te graven gedeelte staande, te doen rooien. Bij nevensgaand adres wordt thans verzocht een tweede boom mede te mogen doen rooien, omdat bij de uitvoering van het werk is gebleken dat die daarvoor hinderlijk is. Na ingesteld onderzoek geven wij Uwe Vergadering in overweging de gevraagde vergunning te verleenen, omdat de verwijdering van den be doelden boom inderdaad noodzakelijk is, terwijl die boom staat aan de andere zijde van den weg als degene tot de verwijdering waarvan reeds ver gunning is verleend en geplaatst is aan het einde van de rij hoornen aldaar, zoodat van de vergunning geen misstand het gevolg kan wezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiderdorp, 30 April 1885. Aan het Gemeentebestuur van Leiden. Geeft de ondergeteekende met gevoelens van hoogachting te kennen, dat hij andermaal tot U komt met het verzoek een boom te mogen doen rooien, omdat het bij de uitvoering der werkzaamheden aan de te maken brug blijkt, dat die boom een hinderpaal is, zoowel voor de goede doorvaart, als voor de passage met rijtuigen. Beleefd verzoekt hij Uwe corporatie verschooning voor de moeite hierdoor veroorzaakt. 't Welk doende, L. Sillevis. N°. 64. Leiden, 18 Mei 1885. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Vergade ring in overweging; 1°. te verklaren dat niet meer voor den openharen dienst bestemd is een stukje grond van de Varkenmarkt, hoek Noordeinde, ter grootte van ongeveer 5 centiaren 2°. dien grond in eigendom af te staan aan J. G. Noordman, ten einde onder toezicht van den gemeente-architect te worden verheeld aan zijn huis Noordeinde n°. 25, tegen betaling van eenen koopprijs van f 5 per centiare en de kosten van overdracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden, Heeft de ondergeteekende J. G. Noordman de eer ter kennis te bren gen, dat hij voornemens is zijn perceel in het Noordeinde n°. 25, op den hoek van de Varkenmarkt, te vernieuwen. Doordat de beide voornoemde straten niet rechthoekig op elkander staan, zou ook het te bouwen perceel zich daarnaar moeten voegen en scheefhoekige kamers verkrijgen, hetgeen door het innemen van een ge deelte gemeentegrond is te voorkomen. Onder overlegging van eene situatie-teekening, ter verduidelijking van het voorbedoelde, neemt hij daarom de vrijheid UEd. Achtb. te verzoeken, om, tegen billijke vergoeding, de rooilijn van den zijgevel zoover te mogen verplaatsen als noodig is, om den hoek recht te maken. 't Welk doende, UEd. Achtb. Dw. Dienaar, Leiden, 15 Mei 1885. J. G. Noordman. Leiden, 18 Mei 1885. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J. G. Noordman te berichten, dat hij haar geen bezwaar bestaat, tegen de inwilliging van het daarbij gedaan verzoek, om tot verbetering van de rooiing, bij de verbouwing van zijn huis op den hoek van het Noordeinde en de Oude Varkenmarkt, wijk 1, n". 148 (straatn. 25) in eigendom te verkrijgen een gedeelte van de openbare straat der Oude Varkenmarkt, ter grootte van ongeveer vijf centiaren, nader op te meten onder toezicht van den gemeente-architect, tegen een koopprijs van 5 de centiare, nadat vooraf de af te stane grond is verklaard aan den openbaren dienst te zijn onttrokken. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 65. Leiden, 19 Mei 1885. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij haar geen bedenking is tegen de voorgestelde verhooging van den post der begrooting voor het dienstjaar 1885: „kosten van het huis van bewaring en onderhoud van politie-gevangenen", met f 300, waarom zij U in overweging geeft tot vaststelling van den overgelegden staat van af- en overschrijving te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 1