20 N#. #5. Leiden, 16 April 1885. Leiden, 14 April 1885. De Commissie van Fabricage erkennende het nut van het plaatsen van paaltjes langs de vaarten, teneinde gelegenheid te geven voor eene be hoorlijke controle van de snelheid der stoomvaart, gelijk reeds van wege den Provincialen Waterstaat, langs het Utrechtsche Jaagpad, vindt volkomen vrijheid, om in overeenstemming met het voorstel van den Burgemeester van Leiderdorp, vervat in zijn missive van 21 Maart 1885 n°. 76 voor te stellen dergelijke paaltjes te plaatsen langs de Haarlemmertrekvaart, de Zijl en den Eijn en de Spanjaardsbrug tot aan het kalkhuisje, bestaande in hardsteenen afstandteek ens op 1000 meters en houten op 100 meters afstand, waarvan de kosten worden geraamd op f 537. 1°. Voor de Haarlemmertrekvaart van Leiden tot den Noordwijkerhoek, ter lengte van 7380 meters, opf 297. 2°; Voor de Zijl ter lengte van 4800 meters, op180. 3°. Voor den Leiderdorpschen weg of het trekpad langs den Lagen Rijndijk ter lengte van 1200 meters, op60. Welke kosten waarschijnlijk kunnen gevonden worden, zonder verhoor ging van de voor het onderhoud van wegen en voetpaden toegestane sommen; of zoo niet, door voor te stellen af- en overschrijving. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 4#. Leiden, 16 April 1885. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij ons geen bezwaar bestaat om overeenkomstig de conclusie van nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage aan J. Van der Wiel op te zeggen, het gebruik van den daarbij omschreven grond aan den hoek van den Nieuwen Rijn en de Binnenvestgracht en dien grond in gebruik te geven aan Bestuurders van het Gereformeerd Minnehuis, onder de door de Com missie voorgestelde voorwaarden, zoodat wij U in overweging geven dien overeenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden Leiden, 30 September 1884. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Bestuurders van het Gereformeerd Minnehuis, wenden zich met beleefd verzoek tot U, of zij den grond grootvolgens bijgaand kadastrale kaartje, gelegen aan den Nieuwen Rijn bij de Kaarsenmakerstraat, in gebruik door den heer Van der Wiel, Steenhouwer, (maar die thans de stad gaat ver laten), tegen een jaarlijksche recognitie, of tegen een behoorlijke koopsom kunnen bekomen. Redenen tot dit verzoek zijn, om van dien grond een tuin te maken, ten behoeve van de gebrekkigen en ouden van dagen, waaraan groote behoefte bestaat, daar zij verhinderd zijn, nimmer te kunnen uitgaan. Bestuurders zijn bereid, aan de bepalingen door U te maken, omtrent schoeiing en wat verder door U verlangd moge worden, zich te onderwerpen. Met achting verblijve bestuurders voornoemd, P. Fontein Jr., President. P. Planjer, Secretaris. Leiden, 14 April 1885. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van Bestuur ders van het Gereformeerd Minnehuis te berichten, dat daarbij gevraagd wordt het gebruik of de eigendom van een gedeelte gemeentegrond aan den hoek van den Nieuwen Rijn en de Binnenvestgracht ten einde te worden ingericht tot tuin voor de oude en gebrekkige verpleegden van het gesticht, dat het gevraagde gedeelte behoort tot den grond, bij raadsbe sluit van den 30sten Mei 1874 aan J. Van der Wiel toegestaan, bij het kadaster bekend onder sectie C. n°. 1465 en 1467 ter grootte van 628 centiaren, dat de bedoelde grond niet meer wordt gebruikt voor steen houwerij, waarvoor het gebruik gevraagd en bestemd was, gelijk eerst dezer dagen gebleken is, bij het lang verwacht verzoek om in de berg plaats een stoomhoutzagerij op te richten waardoor de in gebruik gege ven grond, voor een groot gedeelte tot andere einden beschikbaar is ge worden, zoodat er geen bezwaar bestaat, om daarvan een gedeelte even wijdig loopende langs de Binnenvestgracht tot den Nieuwen Rijn, ter grootte van 300 centiaren of zooveel meer of minder als bij nadere op meting mocht blijken aan het Gereformeerd Minnehuis af te staan, nadat het gebruik daarvan aan J. Van der Wiel is opgezegd en zulks tegen be taling eener recognitie van cent per centiare 'sjaars en onder ver plichting van het behoorlijk scheiden van het aangrenzend erf, het beschoeien van den grond, ter voorkoming van uitkalving, alles op hunne kosten te stellen en te onderhouden. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. In de raadszitting van 15 Januari jl. werd besloten van de gelden die over het dienstjaar 1884 voor kapitaalbelegging of aflossing van schuld moesten worden aangewend ten bedrage van 32436.50, een som van ongeveer f 6000 te bestemmen tot inschrijving op een der Grootboeken der Nationale Werkelijke Schuld. Ten einde aan deze beslissing uitvoering kunne worden gegeven, wordt hierbij een concept-raadsbesluit ter vaststelling aangeboden strekkende tot aankoop van Inschrijving op een der Grootboeken tot een reëel bedrag van f 6000, hetwelk aan de. goedkeuring van de Ged. Skaten behoort te worden onderworpen. In het besluit is niet vermeld op welk der Grootboeken de aankoop zal plaats hebben, ten einde aan ons College vrijheid worde gelaten in de keuze van het Grootboek, in verband met de beurswaarde op den dag waarop de inschrijving zal worden aangekocht. Blijkens onze voordracht van 9 Januari jl. (Ing. Stukken n°. 1) zoude voor aankoop van inschrijving moeten worden bestemd 5936.50, aan gezien van het voor belegging aangewezen bedrag van 32436.50 eene som van ƒ26500 werd bestemd voor aflossing van schuld. Inmiddels is op Volgn. 173 der begrooting voor 1884, aankoop van inschrijving slechts beschikbaar een bedrag van 5660, terwijl op den post van onvoorziene uitgaven van den dienst 1883 is overgebracht een bedrag van 277 bestemd voor belegging van gelden ontvangen van de Kweekschool voor Zeevaart voor aflossing van de door de gemeente ver strekte gelden voor de aanplemping van een gedeelte der Singelgracht, welke som van 277 reeds in aanmerking is genomen bij de berekening van de te kapitaliseeren gelden van den dienst 1884. Wij stellen uit dien hoofde voor den post Aankoop van Inschrijving tot op een bedrag van 6000 te verhoogen door vermindering van onvoor ziene uitgaven met 340. Tevens geven wij in overweging uit de omschrijving van het artikel weg te laten de woorden 2% percent, en het artikel alzoo te doen luiden: Aankoop van inschrijving op het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld, welke omschrijving ook bij de vast stelling der begrooting voor 1885 is aangenomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. De Raad der gemeente Leiden. Gezien de artt. 137 en 194 litt. C der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n°. 85), heeft besloten: Tot den aankoop van inschrijving op een der Grootboeken der Nationale Werkelijke Schuld ten name van de gemeente Leiden en zulks tot een reëel bedrag van hoogstens zes duizend gulden (6000). Gedaan te Leiden ter openbare Raadsvergadering van N°. 46. Leiden, 16 April 1885. Onder overlegging van de stukken der sollicitanten naar de betrekking van Waagmeester hebben wij de eer U mede te deelen dat Gerardus Van Rijk, agent van Politie lste klasse, naar onze meening voor eene benoe ming in de eerste plaats in aanmerking komt. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot eene benoeming met ingang van 1 Mei 1835 over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 2