GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 19 INGEKOMEN STUKKEN. ijma* ttflftuifct.itaragiMJoevj) i; jn| ftiomfr N°. 36 en 37. ;r .y. De ondergeteekenden, benoemd tot leden van de Commissie van Finan ciën hebben in afwachting van de aanvulling en de constitueering van deze Commissie, naar aanleiding van een verzoek hun vanwege Burg. en Weth. medegedeeld, zich bezig gehouden met het onderzoek van de stukken, voorkomende onder de nommers 11, 13, 14 en 15 van de agenda Uwer. Vergadering van 9 April a. s. Zij kunnen zich met de voorstellen bij die verschillende nommers gedaan, wel vereenigen en geven U alzoo in overweging die door Uwe goedkeuring te bekrachtigen. Leiden, 7 April 1885. <yögnmi ii J. T. Bcys.,^ n» Aan den Gemeenteraad. Le Poole. N°. 36. Leiden, 8 April 1885. Ter vervulling van de vacature, in onze Commissie ontstaan, tengevolge van het nemen van ontslag door den heer H. C. Juta, hebben wij de eer Uwe Vergadering de navolgende aanbeveling van twee personen aan te bieden 1°. Mr. J. S. D. Van Doorn, Advokaat en Prokureur, oud lid onzer Commissie. 2°. Jhr. C. C. Van der Wijck, gepensionneerd Kap. Luit. t/Z. De Plaatselijke Schoolcommissie, Aan dén Gemeenteraad. M J. De Goeje, Voorzitter, vari Leiden. J. A. Van Hamel, Secretaris. N°. 39. Leiden, 2 April 1885. Blijkens missive van de Gedeputeerde Staten dezer provincie van den 2/10 Maart 1885 B. n°. 437 (3do afd. G. S. n°. 9) heeft de Minister de rijksvergoeding voor de kosten van het lager onderwijs waarop deze gemeente over 1883 aanspraak heeft, bepaald op f 55614,75|. Aangezien bij wijze van voorschot, volgens het 2de lid van art. 45 der wet van 17 Augustus 1878 (Stbl. n°. 127), van het Rijk te dier zake is ontvangen een bedrag van 58225.87 bedraagt het te veel genotene f 2611.11*. Krachtens de wet van 11 Juli 1884 (Stbl. n°. 123) moet het te veel uitgekeerde in de schatkist worden teruggebracht. Naar aanleiding daarvan stellen wij Uwe Vergadering voor, om de te veel genoten vergoeding ad f 2611.11^ aan het Rijk terug te betalen en die som te voldoen rechtstreeks uit den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting voor dit jaar, waartoe een staat, model A., hierbij ter vaststelling wordt aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. lO. Leiden, 2 April 1885. Naar aanleiding van het door J. D. F. J. Werner binnen veertien dagen na de dagteekening der kennisgeving dd. 14 Maart jl., dat de kiezerslijsten zijn aangeplakt en ter secretarie ter inzage nedergelegd ingediend bezwaar schrift, hebben wij de eer U mede te deelen dat reclamant, blijkens de door hem overgelegde aanslagbiljetten, is aangeslagen voor de Grondbe lasting gemeente Leiden, in hoofdsom en rijksopcenten voor f 34.31 en voor het patentrecht voor f 10.24; dat reclamant is geboren te Leiden den 16den November 1852 en ver der voldoet aan de vereischten om geplaatst te worden op de lijst van kiezers voor leden van den Gemeenteraad. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging overeenkomstig art. 14 der Kieswet te besluiten dat reclamant, Johan Diederik Frederik Jacobus Werner alsnog geplaatst zal worden op de lijst van kiezers voor leden van den Gemeenteraad alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. WelEdel Achtbare Heeren! De ondergeteekende J. D. F. J. Werner, van beroep Stukadoor, wonende Haarlemmerstraat n°. 190, geeft met verschuldigden eerbied te kennen; dat hij niet voorkomt als stemgerechtigde op de lijst, daar hij volgens zijn inziens alle rechten daarop heeft. In afwachting dat hun Edel Achtbare, dit abuis voor eerst voorkomende verkiezing zullen herstellen, verbjjjf ik hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar, Leiden, 28 Maart 1885. J. D. F. J. Werner. N°. 41. Leiden, 16 April 1885. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Vergade ring in overweging om L. Sillevis vergunning te verleenen de brug in den Lagen Rijndijk te vernieuwen onder de door de Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende L. Sillevis, fabrikant te Leiderdorp, geeft met ver schuldigde gevoelens te kennen; dat het in het belang zijner zaak wenschelijk is de brug in den Lagen Rijndijk bij zijne fabriek, die zeer bouwvallig is, te vernieuwen en daar voor in de plaats te stellen eene draaibrug ter lengte van 14 meters, waartoe het gemeentebestuur alhier de noodige toestemming heeft; dat het daartoe noodzakelijk is een gedeelte van den weg te vergraven, waardoor Uwe gemeente zal ontlast en ontslagen worden van de verplichting om dit te onderhouden dat echter bij het weggraven een boom in hoogst ongunstige omstgn-;. digheden zal komen staan en het daarom in het belang (Ier veiligheid wen schelijk zou zijn dien boom te vellen; dat hij daarom beleefdelijk verzoekt dien boom te doen verwijderen .p.f: hem toestemming te geven een en ander voor eigen rekening uit te voeren^..,. 't Welk doende, enz. Leiderdorp, 11 April 1885. L. Sillevis,- oh 1 éiajiUn Oi't-1 itu«isLfeA M-o.ï 0601 q-r< tifso^wsjbiinisi» .l-:.w..i al Leiden, 14 April 1885. .fnratsh: De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van L. Sillevis te berichten dat bij haar geen bezwaar bestaat tegèn het verleenen der'' 1 vereischte vergunning, om tot verwijdering der doorvaart van' den Oudeh Rijn, naar de haven van zijn stoomolieslagerij aan den Lagen Rijndijk, Onder de gemeente Leiderdorp, een gedeelte van den Rijndijk bij het ver- grooten der brug van 2.75 tot 6 meters doorvaart te vergraven onder goedkeuring van het gemeentebestuur van Leiderdorp en van het Hoog-' 1 heemraadschap van Rijnland wat het vergrooten der brug betreft, hét onderhoud en de bediening in het belang der passage voor rij- en voer tuigen en voetgangers, alsmede het rooien van een boom, in het af-te graven gedeelte staande, alles onder toezicht van den Gemeente-architect. Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage. 4 der gemeente Leiden. N». 42. ijw.' MW -I «bV I if* -sab 1 jiv.gjtn Leiden, 16 April 1885. tsi( Onder verwijzing naar nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering in overweging: - .iï; «ex 1°. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd een gedeelte gemeentegrond der Haarlemmerstraat over de Vrouwenstëeg ter groote van 2.25 centiaren; 2°. bedoelden grond in eigendom af te staan aan P. Van Roon ten einde te verheelen aan perceel sectie H. n°. 192 tegen betaling van eenen koop prijs van f 12.50 of 5 per centiare en de kosten van overdracht. Aan den- Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burg, en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende, P. Van 1 Roon, winkelier, Haarlemmerstraat n°. 223; /«wïr dat hij het pand aan de Haarlemmerstraat n°. 66 zal doen verbouwen en daaraan wenscht te verheelen, het stukje gemeentegrond, vroeger door een stadspomp ingenomen, thans door een muurtje afgescheiden en beien-a dende aan perceel n°. 66, waarvan de grootte 2,25 meters bedraagt; dat hij daarom Uw College beleefd verzoekt hem bedoeld stukje grond (een en ander door bijgaande schétsteekening aangeduid) in eigendom te willen afstaan op voorwaarden door Uw College vast te stellen en hem tevens te vergunnen voor het verbouwde perceel een stoep te mogen leggen. Leiden, 11 April 1885. 't Welk doende, P. Van Roon. Leiden, 14 April 1885. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van P. Van Roon te berichten, dat het stukje gemeentegrond, dat de requestrant in eigendom verlangt, onbebouwd is geworden door het wegbreken van dé stadspomp, die op de .Haarlemmerstraat over de Vröuwehsteeg nevens requestrant's perceel n°. 66 onbruikbaar was géworden, zoodat daardoor een driehoékige opening is ontstaan, die tot bergplaats van vuilnis strekken kan, waarom er geen bezwaar bestaat, dat gedeelte gemeentegrond aan den openbaren dienst te onttrekken en ter grootte van 2,25 centiaren in eigendom af te staan, om aan het perceel sectie H. n°. 192 te wórden" verheeld, met inachtneming der bestaande rooiing, tégen betaling van d|én! gewonen koopprijs van vijf gulden per céntiareri, benevens de kostén van' overdracht. t■- tri lisiwasM ïi-vq. ja jaboos (ns-fciow Aan Heeren Burg. en Weth, De Commissie van Fabricage..,, der gemeente Leiden, 1 is ;>•-< s-r* Hoont g;n>)/rt N°. 43. Leiden, 16 April 1885. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel dat de plaatsing van paaltjes langs de daarbij genoemde vaarten overeenkomstig hejt ver zoek van den Burgemeester van Leiderdorp wenschelijk is, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven de daardoor vereischte machtiging fje verleenen. Zoo noodig zal alsdan later een voorstel tot verhooging van den betrekkelijken post der begrooting worden ingediend. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiderdorp, 21 Maart 1885. Sinds eenigen tijd zijn langs den Rijn van wege de provincie paaltjes gesteld op een afstand van 100 meters. Hierdoor is de contróle en hand having der verordening op de stoomvaart in de boezemwateren van Zuid- Holland medegedeeld bij Prov. Blad n°. 67 van 1883 gemakkelijk uitvoer baar. Wegens overtreding dier verordening is in deze maand reeds tegen de gezagvoerders van 13 verschillende stoombooten proces-verbaal opgemaakt. Aangezien eene handhaving van bovengenoemde verordening mij in het belang der oeverwerken en scheepvaart hoogst wenschelijk voorkomt, heb ik den veldwachter opgedragen voortdurend op de nakoming dier veror dening toe te zien. Om dit toezicht te vergemakkelijken zou het hoogst wenschelijk zijn, dat ook langs de Zijl en de Haarlemmertrekvaart der gelijke afstandpalen werden gesteld en aangezien Uwe gemeente met het onderhoud dier oeverwerken is belast, neem ik de vrijheid UEd. beleefde lijk in overweging te geven, daartoe te willen overgaan. De Burgemeester van Leiderdorp, G. Van Geer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 1