GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 81 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 196. Leiden, 15 December 1884. Evenzeer als vroeger herhaaldelijk bij onderwerpen van meer belang rijken aard is geschied, hebben wij ook ten aanzien van het thans aan hangig verzoek tot verlaging van den gasprijs de Commissie van Financiën uitgenoodigd deze aangelegenheid in eene gecombineerde vergadering tot een punt van bespreking te maken en die Commissie heeft met de meeste bereidwilligheid aan deze uitnoodiging gevolg gegeven. Bij die bespreking bleek al spoedig dat er, na rijpe en ernstige over weging van dit onderwerp, zoowel bij de leden der Commissie als van ons College volkomen overeenstemming aanwezig was. Allen toch waren van oordeel dat de voorgestelde verlaging van den gasprijs ongetwijfeld geacht moest worden in het welbegrepen belang te wezen van onze gemeente. De gronden daarvoor in het rapport van Commissarissen der Gasfabriek als de zienswijze der minderheid aangevoerd kwamen, zoowel ons College als de Commissie van Financiën, in alle opzichten atdoende voor, terwijl de bewering van de meerderheid van Commissarissen dat eene reductie van den gasprijs van 8 op 6 cents te gewaagd zou wezen, in geenen deele werd beaamd. Op den voorgrond stellen wij onze vaste overtuiging van de wensche- lijkheid dat het gebruik van gas zoo algemeen mogelijk zij en dit doel kan niet anders worden bereikt dan door den prijs zoo laag te stellen als de omstandigheden veroorloven. Op dit oogenblik is, zooals uit de stukken blijkt, dat gebruik, al moge het ook sedert 1869 met ruim 161 °/o zÜn toegenomen, nog steeds be trekkelijk gering in verhouding tot andere gemeenten, en alzoo voor aan merkelijke uitbreiding vatbaar. Wat de verlichting betreft blijft steeds de in verhouding tot het gas lage prijs van den petroleum een overwegende grond om het gebruik van gas bij den tegenwoordigen prijs zooveel mogelijk te beperken. Terwijl toch in de meeste winkels de verlichting geschiedt door middel van gas, zoo blijven vele winkeliers zich van petroleum bedienen voor het huiselijk gebruik, ook zelfs niettegenstaande het niet voor hun bedrijf bestemde gedeelte der woning van gasleiding is voorzien, en zulks alleen op grond van het daaraan verbonden finantieel voordeel. Bij een belangrijke verlaging als thans wordt voorgesteld, bedragende een vierde van den prijs, is met groote waarschijnlijkheid aan te nemen, dat deze petroleumverlichting in beduidende mate door gasverlichting zal worden vervangen. Verder is bij de minder gegoede klassen het gasverbruik nog uitzonde ring en zal ook in deze bij prijsverlaging een meerder gebruik daarvan mogen worden te gemoet gezien. Het hier volgend overzicht van het aantal aangeslagenen in de ver schillende klassen der plaatselijke directe belasting met vermelding of zij al of niet gasverbruikers zijn, toont zulks ten duidelijkste aan. Aangeslagen zijn op het kohier van voormelde belasting, dienst 1884: Gasverbruikers. in de ^ste klasse 31 71 77 2de 77 32 71 77 3de 77 66 ii 77 4de 7? 70 ii 77 5de 77 95 n 71 6de 77 102 >7 71 7 de 71 144 n 11 8ste 17 145 ij 11 9de 17 110 11 11 10de 77 97 77 11 Hde 71 100 77 11 12de 71 104 77 11 13de 7? 73 11 77 14de >7 73 11 7? 15de 17 77 77 11 16de >7 30 71 77 17de 17 34 77 77 18de 17 18 77 77 19de 11 18 71 11 20ste 77 6 71 77 21ste 77 21 11 11 22ste 11 9 11 77 23ste 71 4 71 71 24ste 11 7 77 7? 25ste 17 2 11 77 26ste 11 10 7? 11 27 ste 77 1 7? 77 28ste 7? 2 77 77 29ste 77 1 77 7? 30ste 77 0 77 /I 31ste 7? 0 77 77 32ste 11 1 Totaal 1483 Niet-gasverbruikers. 400— 450) 1008 450— 500) 633 500— 600) 558 600— 700) 409 700— 850) 314 850— 1000) 257 1000— 1250) 266 1250— 1500) 194 1500— 1750) 83 1750— 2000) 98 2000— 2500) 77 2500— 3000) 54 3000— 3500) 34 3500— 4000) 29 4000— 5000) 28 5000— 6000) 20 6000— 7000) 15 7000— 8000) 3 8000— 9000) 1 9000—10000) 7 10000—12000) 4 12000—14000) 4 14000—16000) 1 16000—18000) 0 18000—20000) 1 20000—25000) 2 25000—30000) 0 30000—35000) 0 35000—40000) 4 40000—45000) 0 45000—50000) 0 50000—60000) 0 4104 Belangrijke vermeerdering van debiet is alzoo ontegenzeggelijk bij prijs verlaging te wachten, hetgeen trouwens is af te leiden uit hetgeen de ondervinding na vorige dusdanige besluiten, zooals uit het rapport van Commissarissen blijkt, heeft aangetoond. Hierbij valt nog op te merken dat in de daarbij vermelde opgave de percentsgewijze verbooging steeds is berekend in vergelijking met het verbruik in het daaraan voorafgaande jaar en dat met het oog op de gewone jaarlijksche vermeerdering van verbruik de percentsgewijze verhooging aanzienlijk hooger zoude moeten worden opgegeven, wanneer daarbij vroegere jaren tot maatstaf waren genomen. In de tweede plaats is het gebruik van gas voor andere doeleinden dan verlichting nog bij uitstek gering. Bij den tegenwoordigen prijs is dan ook het gebruik van gas voor verwarming, spijsbereiding en het verkrij gen van beweegkracht te kostbaar en eenigermate als luxe aan te merken. Niettegenstaande het groote gemak en de overige belangrijke voordeelen welke het gebruik van gas vooral voor deze doeleinden oplevert, zijn en blijven de aanzienlijke daaraan verbonden kosten voor de groote meer derheid der ingezetenen een onoverkomelijke hinderpaal. Wat vooral dit punt betreft zoude prijsverlaging inderdaad een weldaad wezen, te meer nu in den laatsten tijd op het gebied van fabricage van gaskachels, gasovens en gaskrachtwerktuigen zulk een belangrijke vooruit gang valt waar te nemen. Ook de zoogenaamde kleine nijverheid zal bij verlaging van den gasprijs in vele opzichten worden gebaat, zeer zeker tot bevordering van den bloei en de welvaart der gemeente. In de derde plaats is de prijsverlaging aan te bevelen met het oog op et gasverbruik in de fabrieken. Bij de tegenwoordige scherpe concurrentie in alle takken der industrie is het van uitnemend belang dat de produc tiekosten tot het hoog noodige worden beperkt, zal de arbeid met voordeel kunnen worden voortgezet en van die productiekosten is de gasprijs geen onbelangrijke factor. Bovendien verlieze men niet uit het oog dat er kans bestaat dat het electrisch licht binnen korter of langer tijd als een ge vaarlijk mededinger van het gas zal optreden en dat, wanneer de prijs van het laatste belangrijk wordt verlaagd, het tijdstip waarop de fabrie kanten er toe zullen overgaan in de behoefte hunner nijverheid door mid del van electrisch licht te voorzien, aanmerkelijk zal worden verschoven. Nemen wij dit een en ander in overweging dan zal ongetwijfeld de voorgestelde prijsverlaging strekken tot vermeerdering van de helvaart der gemeente, terwijl met het oog op de belangrijke uitbreiding van het debiet, die daarvan het gevolg moet wezen, de winsten der Gasfabriek naar alle waarschijnlijkheid binnen betrekkelijk korten tijd wederom fcet cijfer in de laatste jaren behaald zullen bereiken. Dezelfde verwachtingen zijn dan ook vroeger bij elke prijsverlaging ge uit en steeds met den meest gewenschten uitslag bekroond, en er bestaat alleszins aanleiding om te onderstellen dat zulks ook thans in niet min dere mate het geval zal wezen. Immers uit de boven medegedeelde gegevens blijkt dat het gasverbruik nog steeds voor eene belangrijke uitbreiding vatbaar is en dat het uitzet tingsvermogen van het debiet nog op verre na zijn grens niet heeft bereikt. De vraag of de finantieele toestand der gemeente de prijsverlaging toe laat of met andere woorden de belastingdruk dientengevolge niet te zwaar zoude worden, meenen wij onbeschroomd in ontkennenden zin te kunnen beantwoorden. Volgens de door Commissarissen der Gasfabriek gemaakte berekening, zal de winst dier fabriek, wanneer de verlaging met 1 Januari 1885 mocht worden ingevoerd, kunnen geraamd worden op f 57000, dat is f 19000 minder dan thans op de begrooting voor 1885 is uitgetrokken en zoude alzoo de plaatselijke directe belasting, thans geraamd op 117500, tot op f 136500 moeten worden verhoogd. Dit cijfer is vooreerst nog f 2500 lager dan in 1883 aan plaatselijke directe belasting is geheven, maar zal bovendien nog met ruim f 5000 kunnen worden verminderd, wanneer ons hierna volgend voorstel om de prijsverlaging eerst te doen ingaan met 1 April a. s. mocht worden aangenomen. De winst over 1885 kan dan geraamd worden op f 62000 en de plaatselijke directe belasting zal dan tot f 131500 moeten worden ver hoogd. Hierbij gevoegd de 5 voor kwade posten, zal alzoo bij een belastbaar inkomen van f 5.600.000, het te heffen percent bedragen 2.46, terwijl bij handhaving van den bestaanden gasprijs het te heffen percent over 1885 bedraagt 2.21, alzoo slechts »/4 percent meer; en slechts 6/,00 percent meer dan voor 1884 wordt geheven, bedragende het te heffen percent voor dit jaar 2.40. Tevens verlieze men niet uit het oog dat de opbrengst in den regel de raming overtreft en dat, ook bij een niet al te optimistische opvatting, de winsten al spoedig zullen stijgen ten gevolge van het vermeerderd debiet. Eindelijk zal de prijsverlaging ten gevolge hebben dat een aanzienlijk deel der belastingschuldigen financieel wordt gebaat wegens de mindere uitgaven waarmede zij ter zake van gasverbruik zullen worden belast. Door Commissarissen wordt verder, in geval tot de voorgestelde prijs verlaging wordt overgegaan, in overweging gegeven, de kortingen op te heffen of althans ze, desnoods, te beperken tot eene korting van 5 voor een gasverbruik van minstens f 1000. Met eene geheele opheffing van de kortingen kunnen wij ons in allen deele vereenigen. Bij eene zoo belangrijke prijsverlaging ten bedrage van 25 als waarvan thans sprake is, bestaat er, onzes inziens, geen aanleiding voor het verleenen van reductie, aangezien de groote gasverbruikers door de prijsverlaging reeds voldoende worden gebaat en bij handhaving der be staande kortingen in sommige gevallen het verschuldigde ter zake van gasverbruik den kostenden prijs niet verre zoude overschrijden. "Wat aangaat den tijd waarop de prijsverlaging zal ingaan, komt het ons voor dat het niet noodig is dat zulks reeds met 1 Januari 1885 geschiede, terwijl het over het algemeen wenschelijk schijnt dat zoodanig besluit is vastgesteld eenigen tijd vóór het in werking treedt. Twee tijdstippen zijn daarvoor bij ons ter sprake gebracht als 1 April en 1 Juli a.s. De eerste termijn komt ons het meest verkieslijk voor, omdat het voorjaar, de schoonmaaktijd, bij uitstek geschikt moet worden geacht voor het doen aanleggen van de noodige gasleidingen in verband met de te verwachten uitbreiding van gasverbruik voor spijsbereiding als anderszins. Zooals overigens uit het bovenstaande blijkt deelen wij niet de vrees van enkelen dat wellicht spoedig eene belangrijke prijsvermindering van de steenkolen is te wachten. Mocht intusschen dat geval zich onverhoopt voordoen, dan zouden wij voorzeker niet aarzelen tot Uwe Vergadering te komen met een voorstel tot evenredige verhooging van den gasprijs, en zoodanig besluit zoude ongetwijfeld geheel in overeenstemming wezen met de beginselen, die in deze gemeente steeds tot richtsnoer hebben gestrekt bij het beheer der Stedelijke Gasfabriek als industrieele onder- neming in het algemeen belang der gemeente. Eene eventueele prijsverhooging der steenkolen zoude trouwens nimmer plotseling van invloed kunnen zijn op de flnantiëele resultaten der onder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1884 | | pagina 1