GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
41
INGEKOMEN STUKKEN.
N#. 93. Leiden, 12 Juni 1884.
Onder overlegging van nevengaande stukken hebben wij de eer U mede
te deelen dat er bij ons geen bedenking is tegen de inwilliging van het
door H. J. Oonk gedaan verzoek, om eervol ontslag uit zijne betrekking
van tweeden onderwijzer aan de school n°. 1 van de 4de klasse en geven
Uwe Vergadering derhalve in overweging hem dat ontslag te verleenen
ingevolge zijn verzoek tegen 20 Juli a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 Juni 1884.
Aan den Weled. Achtb. Raad der gemeente Leiden.
Weled. Achtb. Heeren!
Ondergeteekende geeft bij dezen, met verschuldigden eerbied, aan UEd.
Achtb. te kennen, dat hij door den Raad der gemeente Winterswijk be
noemd is tot hoofd eener Openb. Lag. School en diensvolgens wenscht,
tegen 20 Juli e. k., eervol ontslagen te worden uit zijne tegenwoordige
betrekking van 2d9n onderwijzer aan de Openb. Lag. School n°. 1 der
4d« klasse alhier.
Met gevoelens van ware hoogachting,
van UEd. Achtbaren
de dienstwillige dienaar,
H. J. Oonk.
Leiden, 9 Juni 1884.
Ten aanzien van het verzoek om eervol ontslag, ingediend door den
heer H. J. Oonk, 2d9 onderwijzer aan de Openb. School der 4d9 klasse
n°. 1, heb ik de eer U te berichten dat ik tegen de inwilliging geen be
zwaar heb.
Het zij mij vergund aan dit bericht een woord toe te voegen tot waar
deering van de goede diensten, door den heer H. J. Oonk gedurende een
tijdsbestek van zeven jaar aan het onderwijs in bovengenoemde school bewezen.
Het hoofd der Openb. School
Aan den heer Burgemeester 4d® klasse n#. 1,
der gemeente Leiden. H. G. Van der Heijde.
N#. 93. Leiden, 12 Juni 1884.
Onder overlegging van nevensgaand adres van het bestuur der afdeeling
Leiden en Omstreken der Maatschappij tot bevordering van Geneeskunst,
hebben wij de eer U mede te deelen dat mede van den Inspecteur voor
het Geneeskundig Staatstoezicht een schrijven is ingekomen, waarbij ge
wezen wordt op de wenschelijkheid van de oprichting van eene voortdu
rende gelegenheid alhier voor animale vaccinatie, welk schrijven door ons
in handen is gesteld van het College van Stads Genees- en Heelkundigen.
Inmiddels zijn wij met adressanten overtuigd dat het noodig is dat zoo
spoedig mogelijk dezelfde maatregelen worden genomen als ten vorigen
jare in afwachting van de later ten aanzien van de definitieve oprichting
van een Pare Vaccinogène te nemen beslissing.
In 1883 is ter zake uitgegeven voor levering van kalveren ƒ580, voor
de inrichting der lokalen 67.97, van stallen 114.635 en aanschaffing
van tafels 9, te samen 771.60s. Yerder is door de H. H. doctoren
met het vaccineeren belast uitgegeven 284.63 en ontvangen voor de
vaccinatiën 245, een te kort opleverende van 39.63, zoodat de geheele
uitgaaf heeft bedragen 811.236.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging ons evenals het vorig jaar
voor dit doel een crediet van 1000 te verleenen, zullende te zijner tijd
een voorstel tot verhooging van het betrekkelijk artikel der begrooting
worden ingediend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 9 Juni 1884.
Edel Achtbare Heeren!
Ondergeteekenden, leden van het bestuur van de afdeeling Leiden en
Omstreken der Maatschappij tot bevordering van Geneeskunst, geven aan
UEd. Achtbare Heeren met verschuldigden eerbied te kennen
dat in hunne Vergadering, den 7do» Juni 11. gehouden, besloten werd
zich tot den Leidschen Gemeenteraad te wenden met het verzoek om,
evenals in het vorige jaar, eene som op de begrooting uit te trekken voor
het oprichten van een Pare Vaccinogène;
dat tot het oprichten hiervan des te meer bij U wordt aangedrongen,
omdat de pokken in den laatsten tijd meer in deze stad beginnen te heerschen
dat de afdeeling U verder in overweging geeft om dezelfde heeren, die
zich in het vorige jaar met het vaccineeren hebben bezig gehouden, wederom
hiermede te belasten.
't Welk doende, enz.
Dr. H. Boursse Wils, President.
C. Winkler Prins, Secretaris.
Leiden, 14 Juni 1884.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen nevensgaand
voorstel om, evenals het vorig jaar, een crediet te verleenen van ƒ1000
voor animale vaccinatie.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N°. 94. Leiden, 16 Juni 1884.
Ingevolge art. 2 van de verordening houdende reglement voor de Bank
van Leening (Gem. blad n°. 9 van 1874) wordt hiernevens aangeboden
eene in alphabetische orde gestelde voordracht voor de benoeming van
eenen Commissaris voor genoemde instelling, ter vervulling van de vacature
wegens de periodieke aftreding van Mr. J. T. Buijs, op 1 Juli a. s., als:
Mr. J. T. Buijs,
Mr. H. Van der Hoeven, en
Mr. S. Le Poole.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 93. Leiden, 13 Juni 1884.
Onlangs zijn in auctie aangekocht ten dienste van het gemeente-archief
enkele manuscripten en voor het stedelijk museum eenige prenten en
andere voorwerpen, zijnde het voornemen tot dien aankoop aan Uwe Ver
gadering medegedeeld. Blijkens daarvan ingekomen rekeningen bedragen
de kosten met inbegrip der opgelden te zamen 295.19.
Aangezien deze uitgaven niet uit de gelden der betrekkelijke posten van
de begrooting kunnen bestreden worden, geven wij Uwe Vergadering in
overweging daarin te voorzien door afschrijving van den post onvoorziene
uitgaven op Hoofdst. I volg. 80 abonnement op het Staatsblad, Provin
ciaalblad en dagbladen ad 148 en van gelijk bedrag op Hoofdst. I volgn.
84 onderhoud en aankoop van voorwerpen van waarde of belangrijk voor
de oudheidkunde en de geschiedenis der kunst, te welken einde wij hierbij
ter vaststelling overleggen een staat van af- en overschrijving.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Leiden, 14 Juni 1884.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de vaststel
ling van nevensgaanden staat van af- en overschrijving op de begrooting.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 96. Leiden, 16 Juni 1884.
Overeenkomstig de bestaande bepalingen geven wij naar aanleiding van
nevensgaand verzoek van F. C. C. Bloem, Uwe Vergadering in overweging
aan adressant restitutie te verleenen van schoolgeld, betaald voor twee
kinderen, leerlingen der Meisjesschool 1"»« klasse en een kind, leerling der
Jongensschool 1ste klasse, over de maanden April en Mei, tot een bedrag
van 22.50, wegens vestiging in de gemeente met 1 Juni jl.
Het over het volle 2de kwartaal 1884 betaalde bedraagt 33.75.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Ferdinand Cornelis Constant
Bloem, Majoor bij het 4d« Regiment Infanterie, alhier:
dat hij zich met 1 Juni jl. van Doesburg metterwoon in deze gemeente
heeft gevestigd;
dat drie zijner kinderen sedert dien tijd als leerlingen tot de Jongens-
en Meisjesschool l9t9 klasse zijn toegelaten
dat door hem het verschuldigde schoolgeld, voor het bezoeken dier
scholen, over het 2d« kwartaal ten volle is voldaan;
dat hij nochtans meent, op grond van art. 2 der verordening van den
1 lden November 1880 (Gemeenteblad n®. 9 van 1882), aanspraak te kun
nen maken op gedeeltelijke teruggave of kwijtschelding van het betaalde
schoolgeld.
Redenen waarom hij tot Uwe Vergadering het eerbiedig verzoek richt,
hem wel teruggave te willen doen verleenen van hetgeen door hem even
tueel over het loopende kwartaal te veel werd betaald.
Leiden, 12 Juni 1884.
't Welk doende enz.,
F. C. C. Bloem.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.