8 land buiten de voormalige Marepoort onder Leiderdorp, aan hen in hunne kwaliteit als eigenaren der droogramen en opstallen in genoemd Raam- land, wederom voor den tijd van 5 jaren ingaande 1 Januari 1884 in gebruik te geven met het recht van opstal voor de som van ƒ432'sj aars en onder de bestaande voorwaarden dat door de firma Jan Zuurdeeg en Zoon op den 26 October 1883 in eene missive gericht aan Burgemeester en Wethouders, benoemd bij raads besluit als beheerende de Goederen der voormalige Gast- en Leprooshui zen, waaronder het genoemde Raamland ressorteert, is gevraagd het Raam land buiten de voormalige Marepoort wederom voor 5 jaren te mogen ge bruiken met het recht van opstal, en den prijs daarvoor te bepalen naar evenredigheid der actueele grootte en waarde van het land, er tevens op wijzende dat een der belanghebbenden lid van den gemeenteraad zijnde, dit land aan hen niet mocht verhuurd, doch alleen het recht van opstal daarover kon gegeven worden, en daardoor die lasten welke anders voor rekening der verhuurders kwamen nu door adressanten moeten worden gedragen; dat derhalve boven de thans door Burgemeester en Wethouders voor gestelde som van ƒ432 ook nog de som van f 38.221A moet worden be rekend, als aan Grondlasten 21.37, aan Polderlasten ƒ12.5372 en aan Rijnlands bundergeld 4.32 en alzoo voor een stuk land groot 2 hectaren 16 aren eene jaarlijksche pacht van ƒ470.2272 °f 217.70 per hectare moet worden betaald. De ondergeteekenden gaan uit van de veronderstelling dat het meer genoemde Raamland van tamelijk goed gehalte is, en daardoor eene waarde heeft van 3000 per hectare en bijgevolg het geheele Raamland eene waarde van ƒ6480. Wanneer nu eene, bij de tegenwoordige rentekoers, hooge rente van 5% wordt betaald, dan zoude zulks slechts de som van ƒ324 bedragen terwijl over de jaren 1882 en 1883 voor dezelfde uitgestrektheid door hen eene pachtsom van 344 is betaald. Het is hun onbekend op welken grond eene hoogere pachtsom thans wordt voorgesteld. Bij de tegenwoordige gedrukte waarde van landerijen is deze verhooging allerminst te verklaren; dat zij derhalve aan Uwe Vergadering verzoeken om aan hen het Raam land onder Leiderdorp wederom voor den tijd van 5 jaren ingaande 1 Januari 1884, te willen in gebruik geven met het recht van opstal tegen den laatst betaalden pachtsom van 344 en onder de bestaande voor waarden, voor zooverre die voorwaarden nog op het veranderde Raam land kunnen worden toegepast. 't Welk doende, Sloor de firma Jac. Scheltema Jansz. J. Scheltema. C. Wassenaar. Voor de firma H. J. Van Wensen. H. P. J. Van Wensen. firma H. J. Van Wensen. Voor de firma Jan Zuurdeeg Zoon. W. C. Zuurdeeg en J. B. Zuurdeeg. Leiden, 2 Februari 1884. N». 22. Leiden, 7 Februari 1884. Onder overlegging van nevensgaand adres van den heer J. A. Longepee, houdende verzoek om in zijne betrekking van Stads-heelkundige te worden gecontinueerd, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij ons tegen de inwilliging van het verzoek geene bedenking bestaat, zoo dat wij U in overweging geven gunstig op het verzoek te beschikken en den adressant wederom voor drie jaren in de genoemde betrekking te bestendigen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad te Leiden. Geeft met den verschuldigden eerbied te kennen, Jean Adrien Longepee, Stads-heelkundige, dat de tijd zijner benoeming als zoodanig, verstreken is, weshalve hij beleefd verzoekt, wederom in die betrekking bestendigd te worden. Leiden, 5 Februari 1884. 't Welk doende. J. A. Longepee. fjo 23. Leiden, 7 Februari 1884. Ter vervulling eener vacature aan de Meisjesschool der 2as klasse heb ben wij de eer U hierbij aan te bieden eene voordracht, opgemaakt in overleg met den heer Arrondissements-Schoolopziener na ingewonnen advies van het hoofd der betrokken school, ter benoeming van eene derde onder wijzeres, op eene jaarwedde van ƒ550, vermeerderd met ƒ100 voor het geven van onderwijs in de fransche taal en ƒ50 voor de akte voor het teekenen, als: 1». Mejuffrouw Catharina Jeannette Looman, onderwijzeres te Middelburg. 2°. Mejuffrouw Johanna Christina Corporaal, onderwijzeres te Krommenie. De voordracht kan slechts uit twee personen bestaan op grond dat van de 4 sollicitanten naar deze betrekking er twee hare sollicitatiën' terugge trokken hebben wegens eene benoeming elders: met de plaatsing van die personen op de voordracht heeft zich de Schoolopziener om de bovenver melde reden dan ook vereenigd. Onder mededeeling dat de betrekkelijke adviezen en stukken in de Lees kamer ter inzage van de leden zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid U te verzoeken tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. jjo. 24. Leiden, 7 Februari 1884. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Verga dering in overweging vergunning te verleenen aan W. J. Zwetsloot en J. P. De Koning om waterloozingen te leggen naar het Haarlemmertrek- pad en naar den Nieuwen Rijn, aan A. D. Den Older om een pijp te leggen door het Delftsche trekpad en aan A. J. Beek om een brug te leggen over de sloot langs den Maresingel en zulks onder de door de Com missie van Fabricage voorgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan II. H. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. De ondergeteekende Wilhelminus Johannes Zwetsloot, bouwman, wonende aan de Haarlemmertrekvaart nabij de Warmonderbrug, onder de gemeente Leiderdorp, eene uitloozing willende leggen van af zijn woning naar de Trekvaart tot afvoer van overtollig hemelwater, verzoekt dat met den meest verschuldigden eerbied. Leiderdorp, 29 Januari 1884. 't Welk doende, enz. W. J. Zwetsloot. Leiden, 5 Februari 1884. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van W. J. Zwetsloot te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen der gevraagde vergunning, om een waterloozing te leggen door het Haarlemmertrekpad naar de vaart voor zijne woning onder de gemeente Leiderdorp, tot afvoer van overtollig hemelwater, mits zulks geschiedt door duikerpotten, na verkregen goedkeuring van het Hoogheemraadschap van Rijnland, zonder hinder voor de passage, onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling der kosten van het herstraten en van het recht van één gulden vijftig cents 's jaars ten behoeve dezer gemeente. Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Leiden, 29 Januari 1884. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geeft met den meesten eerbied te kennen J. P. De Koning, met verzoek in den walmuur aan den Nieuwen Rijn eene ijzeren afvoerpijp groot 3 c. M. te mogen leggen tot afvoer van Duinwater, ten behoeve van perceel n°. 20 aan den Nieuwen Rijn, daarop van UEdelachtbaren een gunstige beschikking te gemoet ziende. 't Welk doende. UEdelachtbare Dienaar, J. P. De Koning. Leiden, 5 Februari 1884. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J. P. De Koning te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen der gevraagde vergunning tot het leggen van een waterloozing of afvoerpijp van zijn huis aan den Nieuwen Rijn wijk 7 n°. 27 (straatn. 20) naar den Nieuwen Rijn, mits onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van de rechten, bepaald bij art. 3 n°. 11 van het Tarief, vastgesteld den 5 Maart 1857. Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. 5 Januari 1884. Den WelEdelen Achtb. Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Wordt door den ondergeteekende beleefdelijk verzocht om vergunning tot het leggen van een ijzeren pijp door de Haagsche trekvaart tot verkrij ging van zuiver water. Met de meeste hoogachting teeken ik mij, Uw Dw. Dienaar, A. D. Den Older. Leiden, 5 Februari 1884. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van A. D. Den Older te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen der gevraagde vergunning, om een pijp te leggen door het Haag sche en Delftsche trekpad tot het verkrijgen van zuiver water voor zijne woning, gelegen onder de gemeente Zoeterwoude, bekend onder wijk F. n°. 156, mits zulks geschiedt na verkregen goedkeuring van het Hoog heemraadschap van Rijnland, zonder hinder van de passage, onder toe zicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van een recht van eene gulden vijftig cents 's jaars, ten behoeve dezer gemeente. Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Anthonius Johannes Beek, wonende alhier aan de Houtmarkt; dat hij een brug wenschte te doen leggen over de Singelsloot voor zijn pas gebouwd woonhuis; dat dit huis is gelegen aan den Maresingel onder de gemeente Leider dorp geteekend Z n°. 55 nabij de voormalige Heerepoort. Reden waarom hij zich beleefd tot Uwe Vergadering wendt hem dit wel te willen toestaan. Leiden, 21 Januari 1884. UEdelAchtb. Dw. Dienaar, A. J. Beek. Leiden, 5 Februari 1884. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van A. J. Beek, te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verlee nen der gevraagde vergunning, reeds verkregen door het Hoogheemraad schap van Rijnland, om een brug te leggen over de sloot langs den Mare singel, tot toegang voor zijn woning, gelegen onder de gemeente Leider dorp, geteekend Z n°. 551, mits niet lager dan 23 centimeter boven AP, de doorvaarthoogte gelijk zij aan die der naastbijliggende bruggen, alsmede onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van een recht van één gulden 's jaars, ten behoeve dezer gemeente. Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 2&. Leiden, 7 Februari 1884. Ten aanzien van het verzoek van Gebroeders Van Hoeken, tot het doen wegnemen van een boom aan de Oude Heerengracht geven wij Uwe Vergadering in overweging afwijzend daarop te beschikken op de gronden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1884 | | pagina 5