114
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Johan Adam Frank, koffie
huishouder alhier, dat met ultimo Februari 1884 de huurtijd van den
kelder onder de woning van den Concierge van het Raadhuis zal komen
te vervallen;
dat hij gaarne dien kelder in huur wenscht te houden en Uwe Ver
gadering daarom beleefd verzoekt die verhuring te continueeren voor den
tijd van vijf achtereenvolgende jaren, aanvangende 1 Maart 1884 en
mitsdien zullende eindigen ultimo Februari 1889, onder de door Uwe
Vergadering te bepalen voorwaarden.
't Welk doende,
Leiden, 29 November 1883. J. A. Frank.
Leiden, 4 December 1883.
De Commissie van Fabricage heeft geen bezwaar tegen de inwilliging
van het door J. A. Frank gedaan verzoek, om den kelder onder het Raad
huis, weder voor den tijd van vijf jaren te huren, ingaande den eersten
Maart aanstaande, voor de som van vijftig gulden 'sjaars, onder dezelfde
voorwaarden, als bij het loopend huurcontract is bepaald.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der Gemeente Leiden.
N°. 239. Leiden, 6 December 1883.
Onder verwijzing naar nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage
geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressanten te kennen te
geven dat er bezwaar bestaat op het besluit van 25 October ten aanzien
van eene verlaging van de brug over het Levendaal aan de Kraaierstraat
terug te komen, maar dat hun in overweging wordt gegeven hun ver
zoek bij de behandeling van de begrooting voor 1885 te hei halen.
Het adres is opgenomen in het Zittingfverslag van 22 November jl.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 4 December 1883.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het adres van eigenaars
en huurders van huizen aan het Plantsoen, daartoe strekkende dat de
Gemeenteraad terugkome van het besluit om de brug over het Leven
daal aan de Kraaierstraat niet te verlagen, te belichten, dat de be
doelde verlaging door de Commissie is voorgesteld en door het Col
lege van Dagelijksch Bestuur dientengevolge op de plaatselijke begroe
ting voor 1884 is gebracht, maar in de Raadsvergadering van den 25
October 11. met 13 tegen 11 stemmen is verworpen, dat zij het niet raad
zaam acht, zoo spoedig op dit Raadsbesluit terug te komen, maar aan de
adressanten in bedenking zou willen geven om haar verzoek te herhalen
bij de behandeling der plaatselijke begrooting voor 1885.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der gemeente Leiden.
N°. 240. Leiden, 6 December 1883.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van W. F. Klusman, hebben
wij de eer U mede te deelen dat door adressant voor het onderwijs zijner
kinderen aan de gemeente is verschuldigd over het laatste kwartaal 1883, voor
eene leerling der Meisjesschool lsta klasse ƒ15, voor een leerling der Jon
gensschool 2ae klasse, hoogste afdeeling 4.50, voor twee idem laagste af-
deeling 6 en voor één leerling der school 2a® klasse voor Jongens en
Meisjes 3, te zamen 28.50 en dat, vermits adressant zich in den loop
der maand November in deze gemeente heeft gevestigd, hem ontheffing
kan worden verleend van het verschuldigde over de maand October tot een
bedrag van 9.50.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging om daartoe te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edelachtbaren Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Willem Fredrik Klusman,
O. I. Ambtenaar met verlof woonachtig te Leiden
dat adressant zijne zeven kinderen sedert 23 November jl. naar de
Meisjesschool lste klasse, Jongensschool 2ae klasse en de Bewaarschool
van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen gezonden heeft;
dat hij op grond van het vergevorderde kwartaal beleefd de vrijheid
neemt Uw Edelachtbaren te verzoeken, de verschuldigde schoolgelden over
het laatste kwartaal 1883 wel te willen doen verminderen met het halve
bedrag.
Leiden, 1 December 1883. 'tWelk doende,
Klusman.
N°. 241. Leiden, 6 December 1883.
Tengevolge van bekomen stormschade aan het leiendak en twee schoor-
steenen van het Raadhuis alsmede aan daken van eenige openbare lagere
schoolgebouwen, wordt door de Commissie van Fabricage bericht dat tot
herstelling dier schade gevorderd wordt voor het Raadhuis eene som van
235 en voor de schoolgebouwen 250.
Vermits deze uitgaven niet uit de betrekkelijke posten der begroo
ting kunnen worden bestreden, stellen wij Uwe vergadering voor de
begrooting voor het loopende jaar met die sommen te verhoogen en bie
den U hierbij ter vaststelling aan een staat tot verhooging van de volgn.
75. Kosten van onderhoud enz. van het Raadhuis met 235 en 133.
Kosten van instandhouding van schoollokalen en onderwijzerswoningen
met f 175, door afschrijving van den post voor onvoorziene uitgaven en
een suppletoiren staat strekkende tot verhooging der begrooting in ont
vangst volgn. 41 vergoeding van het Rijk in de kosten van het lager on
derwijs met 75, zijnde 30°/0 der voor de schoolgebouwen te doene uit
gaven, en in uitgaaf volgn. 133 met 75.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N#. 242. Leiden, 5 December 1883.
Ter vervulling van de vacatures, welke op 31 Dec. a. s. in onze com
missie ontstaan, door de periodieke aftreding van de heeren
Mr. J. S. D. Van Doorn; (I).
Dr. C. J. Van Ketwich; (II).
H. C Juta; (III),
en door het genomen ontslag van den heer:
Dr. P. Romeijn; (IV).
hebben wij de eer, ingevolge het voorschrift van art. 2 der PI. Verorde
ning van 14 October 1880 (G. B. n°. 8), de volgende aanbevelingen van
twee personen aan uwe vergadering te doen toekomen
1°. Mr. J. S. D. Van Doorn;
2°. Jhr. O. C. Van der Wijck.
1°. Dr. C. J. Van Ketwich;
2° Mr. N. K. F. Land.
1°. H. C. Juta;
2° Dr. E. F. Van Dissel.
1°. Dr. A. W. Kroon Jr.;
2°. Dr. A. E. J. Holwerda.
De Plaatselijke Schoolcommissie,
D. Bierlns de Haan, Voorzitter.
J. S. D. Van Doorn, Secretaris.
I.
11.
III.
IV.
Aan den Gemeenteraad
van Leiden.
N°. 243. Leiden, 10 December 1883.
Onder overlegging van nevensgaande aanbeveling van de Commissie der
Bewaarscholen voor de benoeming van een lid dier Commissie, geven wij
Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 6 December 1883.
Ter voldoening aan het voorschrift, vervat in art. 15 onzer Instructie,
hebben wij de eer aan te bevelen de heeren
II. J. Bool
en H C. Hartevelt
ter vervanging van het aftredend lid, den heer P. J. De Fremery, die
tot ons zeer groot leedwezen verzocht heeft niet weder in aanmerking
te komen.
De Commissie der Bewaarscholen
D. Bierens de Haan, Voorzitter
J. A. Van Dijk, Secretaris.
Aan heeren Burg. en Weth.
der gemeente Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.