77
t
beter, als die f 15000 inderdaad rentegevend worden gemaakt, dat de
raming der ontvangsten dientengevolge wordt overtroffen.
De heer Damstê. Ik heb het ook zoo begrepenhet is altijd eenigszins
moeielijk, staande de vergadering, posten te veranderen.
Wanneer deze f 15000 behoorlijk in ontvangst en in uitgaaf op de
begrooting gebracht worden, is dit voldoende; de interest komt dan van
zelf terecht.
De heer Cock. Ik zou toch gaarne nog even op de zaak terugkomen
en eenige inlichtingen willen vragen. Zooeven is bij een post van uitgave
tot aankoop van inschrijvingen bijgetrokken de f 15000 van de Bank
van Leening, en die post is met dat bedrag verhoogd, zoodat voor goed
is besloten, dat die f 15000 zullen worden besteed tot aankoop van
inschrijving op het grootboek. Wanneer dit het geval is, zal het natuur
lijke gevolg daarvan zijn, dat die som van f 15000 rente zal opbrengen,
tenzij men aannam, dat de Staat der Nederlanden failliet ging, iets dat
gelukkig vooreerst geheel ondenkbaar is.
De zaak is mij niet recht duidelijk. Ik meende toch zeker te weten,
dat volgn. 173 vermeerderd is met f 15000. Dit nummer luidt aldus:
„Aankoop van inschrijvingen op het grootboek der Nat. Werk. Schuld
2| pCt."
De Voorzitter. Daartegen bestaat geen overwegend bezwaar. We
kunnen het kapitaal ergens in ontvangst en in uitgaaf brengen, maar
het is, zooals ik betoogde, toch zeer goed mogelijk dat er later eene andere
bestemming aan gegeven wordt. Wanneer b. v. besloten wordt de som
voor eenig bouwwerk te gebruiken, heeft men renten in ontvangst ge
bracht, welke men later niet ontvangt
De heer Cock. Maar, M. de V., wij kunnen toch moeilijk nog in dezelfde
vergadering terugkomen op een reeds genomen besluit. Dat gaat niet aan
het is eens besloten en daar valt nu niet op terug te komen.
De Voorzitter. Er is nog niets anders gebeurd, dan dat de post ver
hoogd is; de werkelijke aankoop heeft nog niet plaats gehad.
De heer Cock. Ik weet zeer goed, M, de V., dat op de begrooting
alleen sommen beschikbaar gesteld worden, maar dat verhindert niet,
dat zij de bestemming, die hun gegeven werd, blijven behouden.
De Voorzitter. Er is nog geen voorstel daaromtrent gedaan. Op het
oogenblik dat wij de begrooting zouden gaan behandelen kregen wij be
richt dat de Bank van Leening haar kapitaal met f 15000 wenscht te
verminderen. Wij meenden dat wij voor het oogenblik niets anders te
doen hadden dan die som ergens in ontvangst en in uitgaaf te boeken
en dat daarmede voor het oogenblik de quaestie dan was afgeloopen.
Later kunnen wij beslissen wat wij er mede zullen doen.
De heer Cock. Toen bij de behandeling van volgn. 173 dat volgnum
mer met de bedoelde f 15000 werd verhoogd de zaak begint mij nu
weer duidelijk voor den geest te komen en niemand daarover het
woord verlangde, heb ik mij wel gewacht daarover discussie uit te lokken.
Ik was daarmede zeer tevreden en blij, dat dat geld weder rentegevend
zou worden besteed.
De heer De Fremery. Ik wensch den heer Cock niet in de meening te
laten dat er dadelijk aankoop van inschrijving op het grootboek zal plaats
hebben is aflossing van schuld meer in het belang der gemeente, dan
zal dit even als vorige jaren aan den Raad worden voorgesteldintusschen
zal voor renten van dit af te lossen kapitaal op volgn. 27 een nader
vast te stellen bedrag moeten worden uitgetrokken.
De heer Cock. Ik bedank den heer Wethouder beleefd voor zijne mede-
deelingen, maar het komt mij haast al te beleefd voor, den Raad later
nog eens over de bestemming van dat geld te willen raadplegen, nu hij
eenmaal besloten heeft het op het grootboek te plaatsen. Ik stel dus voor
als rente f 600 in ontvangst te brengen en daarmede dit volgnummer
te verhoogen.
De Voorzitter. Wanneer wij die rente ad f 600 op de ontvangsten
brengen en wij ontvangen die door de eene of andere omstandigheid niet,
dan zijn de ontvangsten natuurlijk te hoog geraamd.
De heer Damsté. Zou het niet raadzaam zijn den post op f 500 te
begrooten, 4 °/0 is toch wel wat te hoog genomen.
De heer Cock. Dat blijft mij hetzelfde; het is mij alleen om het principe
te doen. Ik stel dus gaarne f 500 voor in plaats van f 600, zooals ik
eerst wilde.
In stemming gebracht wordt het voorstel van den heer Cock aangeno
men met 19 tegen 5 stemmen, die van de heeren: Hartevelt, Van der
Zweep, Bool, De Fremery en den Voorzitter.
De Voorzitter. Volgn. 27 wordt dus nu verhoogd met f500.
De heer De Goeje. Alvorens dit artikel wordt afgehamerd, wenschte
ik nog even te zeggen, M. de V. dat ik met genoegen heb gezien dat
Burg. en Weth. zich bereid verklaren, een voorstel in te dienen om de
renten voor de Kweekschool voor Zeevaart te verminderen.
Volgn. 28 en 29 goedgekeurd.
Volgn. 30.
De heer Bredius. Ik heb, M. de V., tegen den post van ontvangst als
winst der Gasfabriek meermalen mijne bezwaren ingebracht. Ik ben nog
niet tot andere overtuiging gekomen dan deze: dat de gemeente niet be
hoort te zijn fabrikant; dat ik de als winst voorgedragen som niet
als winst kan beschouwen en dat, al beschouwde ik die als winst,
ik het toch onverantwoordelijk acht om die in ontvangst te brengen tot
steun voor de kosten van niet gevorderde en niet noodzakelijke inrichtin
gen en uitbreidingen, aangezien die te zeer op losse schroeven staat. Want
vroeger of later komt de tijd, dat het gas zal hebben uitgediend.
Ik stel dus voor dat die post van ontvangst als winst van de Gasfa
briek zal worden geschrapt van de begrooting.
De Voorzitter. Door den heer Bredius wordt voorgesteld dezen post
van de begrooting te schrappen. Wordt dit voorstel ondersteund?
Het amendement van den heer Bredius wordt niet voldoende onder
steund en maakt dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
Artt. 31 en 32 worden goedgekeurd.
Hoofdstuk III wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgn. 3341 worden goedgekeurd.
Volgn. 42. Vergoeding van het Rijk, overeenkomstig art. 45 der wet
van 17 Augustus 1878 (St.bl. n°. 127) van dertig ten honderd der bij
art. 44 dier wet bedoelde kosten van het Lager Onderwijs.
De Voorzitter. Deze post moet worden verminderd met f 618 in
verband met de vaststelling van de rekening over 1882 en het te veel
genotene over 1880.
Volgn. 4346 worden goedgekeurd.
Volgn. 47. Bijdrage van het Rijk in de kosten van het Hooger On
derwijs (Gymnasium).
De Voorzitter. Dit nummer moet worden verminderd met f 932,
als gevolg van de vermeerdering der schoolgelden.
Volgn. 47 en 48 worden goedgekeurd.
Hoofdstuk IV wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgn. 49 wordt goedgekeurd.
Volgn. 50. Geldleening.
De Voorzitter. Dit nummer wordt vermeerderd met f 4500 met het
oog op de werken aan de Langebrug.
Volgn. 51. Aflossing van hypotheken en obligatiën.
De Voorzitter. Dit nummer wordt vermeerderd met f 16.200 en
met f 15.000, het eerste van de Gasfabriek, het tweede van de Bank
van Leening, en daarentegen verminderd met 810, omdat zooveel minder
wegens aflossing van de Gasfabriek is te ontvangen.
Volgn. 5153 worden goedgekeurd.
Art. 54. Renten wegens op prolongatie uitgegeven gelden.
De Voorzitter. Dit nummer wordt vermeerderd met f 900.
Volgn. 5456 worden goedgekeurd.
Hoofdstuk V wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De vergadering wordt voor eenigen tijd geschorst, ten einde de sluit
posten van inkomst en uitgaaf te berekenen.
De vergadering wordt hervat.
De Voorzitter. Mijne HeerenHet resultaat van onze becijferingen
is geweest dat er een batig saldo bestaat van 12,781, en nu stellen
wij voor volgn. 6 te verminderen met f 12,500, zoodat het cijfer der
plaatselijke directe belasting dan wordt f 123,000, en den post voor
onvoorziene uitgaven te vermeerderen met f 281 en dus te brengen op
f 6334. De begrooting sluit dan in ontvangst en in uitgaaf met 809,504.
Volgn. 6. Plaatselijke directe belasting.
Wordt, op verlangen van den heer Verster, in stemming gebracht,
aangenomen met 23 stemmen tegen één, die van den heer Verster.
Volgn. 179. (Onvoorziene Uitgaven) wordt aangenomen.
De begrooting, in ontvangst, ad f 809,504, wordt aangenomen met
23 stemmen tegen één, die van den heer Verster.
De begrooting in uitgaaf, tot hetzelfde bedrag, wordt aangenomen met
algemeene stemmen.
De geheele begrooting wordt hierop in stemming gebracht en met 23
stemmen tegen 1 vastgesteld.
Tegen stemde de heer Verster.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.