GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
77
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 150. Leiden, 18 Augustus 1883.
De Comm. van Fin. heeft de in hare handen gestelde verantwoording
van Burg. en Weth. van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente, over
den dienst 1882 en de daarbij overgelegde rekening van den Gemeente-
Ontvanger onderzocht.
Aangezien dat onderzoek tot geene bedenkingen heeft geleid, stelt de
Commissie Uwe Vergadering voor, de ingediende rekening voorloopig vast
te stellen bij het besluit, waarvan het ontwerp is gevoegd bij het voor
stel van Burg. en Weth. van den 31 Juli 1883, terwijl zij U in over
weging geeft de daarbij overgelegde suppletoire begrooting en den staat
(model amede vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 151. Leiden, 23 Augustus 1883.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen de adressen
van A. Goudswaard en W. W. Schipper, houdende verzoek om eervol ont
slag uit hunne betrekkingen van 2da onderwijzer aan de Openbare school
der 3a® klasse n°. 2.
Evenmin als bij het hoofd der school, wiens adviezen mede worden over
gelegd, bestaan bij ons bedenkingen tegen de inwilliging dier verzoeken,
zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven aan beiden een eervol
ontslag uit hunne betrekkingen te verleenen tegen 1 October a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 21 Augustus 1883.
Ter voldoening aan Uw apostille van gisteren, n°. 2182 heb ik de eer
U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van
het verzoek van den heer A. Goudswaard om eervol ontslag als onder
wijzer 2a® klasse aan mijn school tegen 1 October e. k.
Aan den heer Burgemeester Het Hoofd der Openbare school
van Leiden. der 3a® klasse n°. 2.
N. Brouwer.
Leiden, 20 Augustus 1883.
Edel Achtbare Heeren
De ondergeteekende neemt de vrijheid eervol ontslag aan te vragen als
onderwijzer in Uwe gemeente, aangezien hij benoemd is tot Hoofd eener
school te Reeuwijk. Aangenaam zou het hem zijn, indien hem dit verleend
werd tegen 1 October.
Met de meeste hoogachting,
Edel Achtb. Heeren 1
Aan den Gemeenteraad UEd. Dw. Dienaar,
te Leiden. A. Goudswaard.
Leiden, 22 Augustus 1883.
Ter voldoening aan Uw apostille van heden, n°. 2196, heb ik de eer
U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van
het verzoek van den heer W. W. Schipper, om eervol ontslag uit zijn be
trekking van onderwijzer 2ae klasse aan mijn school tegen 1 October e. k.
Aan den heer Burgemeester Het Hoofd der Openbare school
van Leiden. der 3a® klasse n°. 2.
N. Brouwer.
Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
De ondergeteekende W. W. Schipper neemt, wegens zijn benoeming als
leeraar aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool te Winschoten,
de vrijheid, U beleefdelijk tegen 1 October a. s. eervol ontslag te verzoe
ken uit zijn betrekking als 2a® onderwijzer.
Leiden, 21 Augustus 1883. W. W. Schipper.
N°. 153. Leiden, 22 Augustus 1883.
Ter vervulling eener vacature aan de Openbare school der 3de klasse
n°. 3, hebben wij de eer U hierbij aan te bieden eene voordracht, opge
maakt in overleg met den heer Arrondissements-Schoolopziener, na inge
wonnen bericht van het Hoofd der school, dat ter inzage in de Leeskamer
is nedergelegd, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de gemelde
school, op eene jaarwedde van f 550, als:
1°. Johannes Cornells Adrianus Binnendijk, onderwijzer te Katwijk
aan Zee.
2°. Marinus Gerardus Van Ewijk, tijdelijk 3a® onderwijzer aan de school
der 3d® klasse n°. 3, en
3°. Antonie Vroom, tijdelijk onderwijzer aan de school der 3a® klasse n°. 1.
Wij nemen de vrijheid Uwe Vergadering te verzoeken alsnu tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 153. Leiden, 24 Augustus 1883.
De Comm. van Fin. geene bedenkingen hebbende op de in hare han
den ten fine van onderzoek gestelde rekening van inkomsten en uitgaven
van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, over het jaar 1882, heeft
de eer Uwe Vergadering in overweging te geven die goed te keurenin
ontvangst ad 62301.465, in uitgaaf ad f 59488.04®, zoodat het dienst
jaar oplevert een batig saldo van 2813,42, hetwelk in de eerstvolgende
rekening zal moeten worden verantwoord.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 151. Leiden, 24 Augustus 1883.
De Comm. van Fin. heeft de rekening en verantwoording van het R.-K.
Wees- en Oudeliedenhnis alhier over 1882 onderzocht en daarop geene
bemerkingen hebbende, geeft zij Uwe Vergadering in overweging die reke
ning goed te keuren, de ontvangsten ter somma van 17858.69®, de uit
gaven ter somma van 17853.03®, sluitende alzoo met een batig saldo
van 5.66, onder gehoudenheid van heeren Regenten om van dat batig
saldo in hunne eerstvolgende rekening verantwoording te doen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 15 5. Leiden, 24 Augustus 1883.
Het onderzoek van de rekening en verantwoording van het R.-K. Arm
bestuur over 1882 heeft bij de Comm. van Fin. tot geene bedenkingen
geleid, weshalve zij de eer heeft Uwe Vergadering in overweging te geven
die rekening goed te keuren, de ontvangsten ter somma van 7173.15®
en de uitgaven ter somma van 7161.01®, zoodat een batig saldo wordt
verkregen van 12.14, hetwelk in de eerstvolgende rekening zal moeten
worden verantwoord.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 15G. Leiden, 24 Augustus 1883.
De Comm. van Fin. de rekening van inkomsten en uitgaven van het
Nederl. Israëlietisch Armbestuur alhier over het jaar 1882 onderzocht
hebbende, heeft daarop geene bedenkingen.
Zij heeft mitsdien de eer U voor te stellen die goed te keuren, in ont
vangst ad 1446.45®, in uitgaaf ad 977.97 en alzoo met een batig saldo
sluitende van 468.48®, waarvan in de eerstvolgende rekening verant
woording zal worden gedaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 15?. Leiden, 24 Augustus 1883.
Het onderzoek der rekening over 1882, van het College van Vrouwen-
kraammoeders, heeft bij onze Commissie tot geene bedenkingen geleid,
weshalve wij Uwe Vergadering in overweging geven die rekening goed te
keuren: het bedrag der ontvangsten op 2917.76 en dat der uitgaven
op 2138.88®, zoodat het dienstjaar 1882 oplevert een batig slot van
778.87®, onder bepaling dat in de eerstvolgende rekening verantwoor
ding van dit saldo zal behooren te worden gedaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 158. Leiden, 24 Augustus 1883.
Onder overlegging van bijgaande stukken, hebben wij de eer U mede
te deelen dat ook bij ons geene bedenking is tegen de inwilliging van het
verzoek van Mejuffrouw G. W. C. Vermandei, om eervol ontslag uit hare
betrekking van 3ae onderwijzeres aan de Meisjesschool der 2de klasse,
waarom wij U dan ook in overweging geven haar dat ontslag te ver
leenen met ingang van 1 October a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 24 Augustus 1883.
Aan Heeren Burgemeester en Wetnouders.
In antwoord op Uwe apostilie van 22 dezer, heb ik de eer U te mel
den, dat er geen bezwaar bestaat om aan Mej. Vermandei het gevraagde
ontslag eervol te verleenen tegen 1 October, a.s.
Het Hoofd der Openbare Meisjes
school 2a® klasse.
S. Winkler.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
De ondergeteekende, 3de onderwijzeres aan de Openbare Meisjesschool
2de klasse te Leiden, heeft de eer, wegens hare benoeming tot Hoofd der
Openbare Meisjesschool te Deutichera, ontslag te vragen uit hare tegen
woordige betrekking tegen 1 October a. s.
Utrecht, 20 Augustus 1883. G. W. C. Vermandel.
N°. 159. Leiden, 28 Augustus 1883.
Na kennis genomen te hebben van de voordrachten van Burg. en Weth.
tot afstand van gemeentegrond aan den Zijlsingel aan C. Blansjaar en tot
het verleenen van een crediet van f 600 voor de inrichting van locali-
teit in het Invaliedenhuis voor de bewaring van de oude rechterlijke archie
ven, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat daartegen
bij onze Commissie geene bedenkingen bestaan, zoodat wij U in overwe
ging geven om dienovereenkomstig te besluiten.
Wat den afstand van grond aan Blansjaar betreft, komt ons de voorge
stelde koopsom van 2 per centiare voor grond aan den Zijlsingel vol
doende voor, terwijl wat aangaat de inrichting van localiteit in het Inva
liedenhuis, wij van oordeel zijn dat de voorgestelde uitgave alleszins is
gerechtvaardigd, nu reeds door Uwe Vergadering is besloten de oude
rechterlijke archieven van het Rijk in bewaring over te nemen en boven
dien, zooals uit de stukken blijkt, door de overbrenging van de thans reeds
op het Raadhuis aanwezige rechterlijke archieven, het archieflokaal belang
rijk zal worden ontlast.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 160. Leiden, 30 Augustus 1883.
Onder verwijzing naar nevensgaand rapport der Comm. van Fabr.,
geven wij Uwe Vergadering in overweging aan W. B. A. Van Harteveld
vergunning te verleenen tot het leggen van een duiker onder de voorge
stelde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.