97 dat er geen bezwaar bestaat, om wanneer voldoende zekerheid bestaat, dat de overige erfgenamen, daarmede genoegen nemen, de huurovereen komst over te schrijven op naam van den requestrant mits tegen het stellen van een of meer borgen en op zijn kosten. De Commissie meent daartoe gunstig te kunnen adviseeren. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, enz. der gemeente Leiden. N#. 325. Leiden, 27 November 1882. Bij de aanvrage van het Bestuur der Vereeniging tot oprichting van een Practische Ambachtsschool ter bekoming van een subsidie uit de gemeentekas, werd aan Uwe Vergadering overgelegd een exemplaar der voorloopig vastgestelde Statuten, waarbij in art. 9 o. m. is bepaald dat het Bestuur der Vereeniging is opgedragen aan 9 leden, waarvan één lid uit den Gemeenteraad van Leiden en dat de benoeming van het Bestuur geschiedt door den Gemeenteraad uit eene voordracht van twee leden voor elke vacature opgemaakt in de algemeene vergadering. In de missive van het Bestuur d.d. 19 October j.l. (Ing. Stukken N°. 204) strekkende tot nadere toelichting van de aanvrage om subsidie, werd op bedoelde bepaling der statuten de aandacht gevestigd en ver zocht daaraan Uwe goedkeuriug te verleenen. In de raadszitting van 26 October j.l., werd tot de toekenning van het gevraagd subsidie besloten, doch geene beslissing genomen aangaande de al of niet goedkeuring van de onderwerpelijke bepaling der Statuten, terwijl bij het heden ingekomen adres thans het verzoek om goedkeuring van de bepaling der Statuten, dat de benoeming van het Bestuur ge schiedt door den Gemeenteraad wordt herhaald en tevens eene voordracht voor de benoeming van 9 leden aangeboden. Naar het ons voorkomt kan zonder bezwaar aan het verzoek worden voldaan en geven wij mitsdien Uwe Vergadering in overweging de be paling van art. 9, alinea 9 der Statuten goed te keuren en tot de be noeming van negen leden van het Bestuur uit de ingediende voordracht over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Baad der gemeente Leiden. Onder overlegging der statuten der Vereeniging de Practische Ambachts school te Leiden heeft het voorloopig Bestuur dezer Vereeniging de eer U.E.A. te verzoeken, 1°. uwe goedkeuring te verleenen aan art. 9, 9® lid der genoemde statuten luidende: „De benoeming geschiedt door den Gemeenteraad uit een voordracht van twee leden voor elke vacature opgemaakt door de algemeene vergadering" en 2°. de leden van het definitief bestuur te willen benoemen uit de vol gende tweetallen welke op de algemeene vergadering van 15 November 11. daartoe gekozen zijn. Dr. M. J. De Goeje en Dr. E. F. Van Dissel, (leden van den Gemeenteraad). Dr. J. M. Van Bemmelen en Dr. D. Bierens de Haan, (leden van M. S. Genitrix). A. L. De Sturler en C. J. Leembruggen, (leden van de N. M. ter B. van Nijverheid) Dep'. Leiden. II. W. F. Bakker en P. Van der Velden Erdbrink, (leden van de M. van 't Nut) Dep'. Leiden. P. Marks en P. J. Groen, (leden van de M. van Bouwkunst), afdeeling Leiden. L. Maas en R. De Wilde, j ^|ejen van Bouwkunst en Vriendschap). W. A. Van Lith en A. Verhoog, v r/ J. Filippo Hz. en W. C. Mulder, 1 (leden van de Vereeniging de Prac- J. Brevée en G. Brummelkamp tische Ambachtsschool. Het voorloopig Bestnur, J. M. Van Bemmelen, Voorzitter. A. L. De Sturler, Secretaris. N°. 226. Leiden, 30 November 1882. Ten aanzien van het verzoek van den heer Pické tot overbrugging van de Haarlemmertrekvaart in verband met een aan te leggen stoomtram weg tusschen Piet-Gijzenbrug en Noordwijk aan Zee, geven wij Uwe Vergadering in overweging overeenkomstig de conclusie van het rapport der Commissie van Fabricage gunstig op het verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen C. L. C. W. Pické, wonende te Noordwijk; dat hij vergunning verzoekt tot het overbruggen van de Haarlemmer trekvaart op een punt, liggende ongeveer tegenover de laan van Oud- Leeuwenhorst, en in eene richting makende met de as van genoemde vaart een hoek van ongeveer 65°, en zulks ten behoeve van een stoom tramweg, loopende van Piet-Gijzenbrug naar Noordwijk aan Zee; dat hij van UEd.Achtbare opgaaf tegemoet ziet van de voorwaarden, waaronder genoemde overbrugging zal kunnen geschieden, en van de afmetingen van doorvaart, hoogte en wijdte, aan de brug te geven, ter wijl hij zich voorstelt, in verband daarmede later de definitieve plannen voor den bouw aan Uwe goedkeuring te onderwerpen. 't Welk doende enz., Noordwijk, 8 November 1882. C. L. C. W. Pické, Leiden, 21 November 1882. De Comm. van Fabr. heeft de eer op het request van C. L. C. W. Pické te Noordwijk te berichten dat bij haar geen hezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning om tot den aanleg van een Stoom tramweg van Noordwijk langs den grintweg door Oud-Leeuwenhorst over de Haarlemmertrekvaart en weg langs den berm van den Hollandschen IJzeren Spoorweg, tot het Station aan Piet-Gijzenbrug in te nemen een gedeelte van den berm, den weg en het jaagpad en te leggen een brug over de Haarlemmertrekvaart voor het hek van Oud-Leeuwenhorst, mits onder de volgende voorwaarden, als: 1°. dat het gedeelte van den berm, den weg en het jaagpad wordt op gehoogd tot niet meer dan twee meters en aan weerszijden met eene helling van 40 op 1 2°. dat de doorvaarthoogte niet minder bedraagt dan 1.60 meter boven A.P. en de doorvaartwijdte niet minder dan 5.10 meter op het nauwste punt haaks gemeten 3°. dat alvorens dit werk aan te vangen, behoorlijke teekeningen ter goedkeuring worden overgelegd en het werk uitgevoerd onder toe zicht van den Gemeente-Architect; 4°. dat voor den overtocht van den weg en de vaart aan de eigenaars, zijnde de gemeenten Leiden en Haarlem, wordt betaald een recht van drie gulden 's jaars en voor het gebruik van den berm aan de gemeente Leiden een recht, berekend tegen anderhalve cent voor elke centiare 's jaars 5°. dat de vergunning wordt verleend, na verkregen goedkeuring van het gemeentebestuur van Haarlem en van het Hoogheemraadschap van Rijnland; 6#. dat de tramweg voltooid en in gebruik gesteld zij, binnen twee jaren na de dagteekening der verleende vergunning; 7°. dat de werken in vorigen staat moeten worden hersteld, binnen zes maanden, nadat het gebruik van den tramweg zal zijn gestaakt, bij gebreke waarvan de brug met vleugels en oprillen vrij ter beschik king komt van het gemeentebestuur van Leiden. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, enz. der Gemeente Leiden. N°. 227. Leiden, 30 November 1882. Onder overlegging van het verzoek van Mej. W. M. Pluygers om ont slag als Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis en van het advies van het Bestuur, geven wij Uwe Vergadering in overweging het gevraagd ontslag eervol te verleenen onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door adressante in deze betrekking aan de gemeente bewezen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 27 November 1882. Ik heb de eer U mijn ontslag te vragen als Regentesse van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis alhier. Aan den Gemeenteraad. Wjlhelmina M, Pluygers. Leiden, 27 November 1882. In antwoord op UEd. missive in dd. 26 November 1.1. naar aanleiding van 't adres van Mejuffr. Wilhelmina M. Pluygers, houdende verzoek om ontslag als Regentes van: het II. Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier, hebben wij de eer U te berichten, dat genoemde Regentes sedert een tiental jaren deze betrekking met den meesten ijver heeft waargeno men, zoodat we haar om redenen van gezondheid onzen kring met leed wezen zien verlaten en U adviseeren, aan haar verzoek op de meest eervolle wijze te willen voldoen. Namens het Bestuur van het H. Geest of Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden. Aan Burg. en Weth. C. J. van Ketwich, van Leiden. Secretaris. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 3