73 Zitting van Donderdag 28 September 1882, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Voordracht tot naamsverandering van de Kattenpoort. (176) 2°. Idem betrekkelijk de regeling der bijdrage voor de verpleging van zieke armen in het Ziekenhuis. (178) 3°. Verzoek van F. G. Zirkzee, om eene stoep te leggen. (179) 4°. Idem als voren van S. J. Fontein. (180) 5®. Idem als voren van F. D. T. Rietbergen. (180) 6°. Voordracht tot wijziging van de verordeningen betrekkelijk de Gas fabriek. (181) 7°. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van begrooting, dienst 1882. (182) 8°. Vaststelling van het eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1882. 9°. Verzoek van Mr. H. Hemmingson, tot het plaatsen van een voeting aan den Hoogen Rijndijk enz. (183) 10®. Voordracht betrekkelijk de winterdienstregeling van den paardentram, lijn HavenStation. (135) 11°. Rekening van het H. G. of Arme Wees-en Kinderhuis over 1881. (177) Tegenwoordig 19 leden, als: de heeren Knappert, Zaalberg, Du Rieu, Verster, Quant, Bool, Driessen, Van Wensen, De Fremery, Bredius, Juta, Wilhelmy Damsté, Zaaijer, Van Dissel, Dercksen, De Goeje, Buys, Cock en De Laat de Kanter. De heer Land heeft kennis gegeven verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Dinsdag 5 September jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van de Ged. Staten, van 5/6 Sept. jl., B. n°. 2486 (3® afd.), G. S. n°. 63, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 8/29 Aug. jl. tot het aangaan eener geldleening van f 500.000. 2°. Dispositie als voren, van 5/9 Sept. jl., ten geleide van het goedge keurd raadsbesluit van 29 Aug. tot verkoop van gronden aan de Haar- lemmertrekvaart aan T. Van Leeuwen en de wed. Van Moorsel. 3°. Idem als voren, van 12/18 Sept., G. S. n°. 55, tot afstand van gron den langs de Haarlemmertrekvaart aan Baron Van Pallandt, Ciggaar en Huyg en tot het in gebruik geven van grond aan den Vestwal aan de wed. P. Van Rhijn geb. Schippers. 4°. Dispositie als voren, van 12/18 Sept jl., G. S. n°. 56/1 en 56/2, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 29 Aug. jl. tot ver hooging der gemeentebegrooting dienst 1882 in ontvangst en in uitgaaf met f 191.30 en tot het doen van af- en overschrijving op die begrooting van van een bedrag van f 539.70. 5°. Dispositie als voren, van 19/23 Sept. jl., G. S. n®. 46/3, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 29 Aug. jl. tot verhooging van de begrooting dienst 1882 in ontvangst en in uitgaaf met f 21011.21 '/2 en tot voldoening van dat bedrag uit den post voor onvoorziene uitgaven. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. 6®. Missive van den heer Mr. P. C. Librecht Lezwijn, waarbij hij ontslag neemt als wethouder der gemeente. Deze missive luidt als volgt: Leiden, 27 September 1882. Gezondheidsredenen hebben mij doen besluiten, als wethouder mijn ont slag te nemen. U hiervan kennis gevende, betuig ik den Raad mijnen dank voor het vertrouwen gedurende tien jaren mij geschonken. Aan den Gemeenteraad. P. C. Librecht Lezwijn. De Voorzitter. Mijne Heeren! Met groot leedwezen is door Burg. en Weth. het besluit van den heer Lezwijn vernomen. Zijn gezondheidstoe stand liet reeds in de laatste jaren te wenschen over, en dit was dan ook de reden dat hij zich ook vroeger, voor langeren of korteren tijd uit de gemeente heeft moeten verwijderen. Eerst dit jaar hebben wij op aandrang van den heer Lezwijn voorgesteld een tijdelijken plaatsvervanger voor hem te benoemen. Ik heb dit een en ander in herinnering gebracht om wel te doen uitkomen, hoezeer wij er prijs op stelden den heer Lezwijn als lid van het Dagel. Bestuur te behouden, en dat wij gaarne zijne werkzaam heden hebben waargenomen in de hoop dat zijne gezondheid hem zoude veroorloven, die zelf weder op zich te nemen. Eerst nu hebben wij ge meend ons niet langer te mogen verzetten tegen zijn verlangen om het ontslag als wethouder in te dienen en ik twijfel niet of de Raad zal zeker, met ons de goede diensten door hem in die tien jaren aan de gemeente bewezen op hoogen prijs stellende, even als wij met leedwezen zijn besluit en de redenen welke hem tot dit besluit gebracht hebben, hebben vernomen. Bij het voorstel om deze missive voor kennisgeving aan te nemen, voeg ik dan ook nog dit dat de Raad den heer Lezwijn zijn dank betuigt voor de vele en goede diensten aan de gemeente in zijne betrekking als wet houder bewezen. 'Toejuichingen 7°. Dat de heer Cock de benoeming tot Voorzitter der Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen en tot lid der Commissie voor de Straf verordeningen, en de heer De Clercq die tot lid der Commissie van Finan ciën hebben aangenomen. Wordt aangenomen voor kennisgeving. Zittinqvebslaq 1882. De Voorzitter legt over: 1°. Verzoek van Commissarissen van den Schouwburg, tot verkrijging van het jaarlijksch subsidie ad f 1500 voor 1883. Wordt besloten dit te behandelen hij dé begrooting. 2®. Afschrift der rekening, over het speelseizoen 1881/2, van de Schouw burg-Commissie. Wordt in de Leeskamer voor de leden ter inzage nedergelegd. 3®. Verzoeken van B. Japikse en W. Sodenkamp, om afschrijving van plaats, directe belasting dienst 1882. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Comm. van Fin. 4°. Reclame in zake de plaats, belasting, van de wed. Hagemans. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. Aan de orde is: I. Voordracht tot naamsverandering van de Kattenpoort. (Zie Ing. St. n°. 176). De heer Dercksen. M. d. V.Wanneer ik ditmaal het woord neem om mijne stem te motiveeren ten aanzien der voorgestelde naamsverandering, dan is dit alleen, omdat ik meen, dat wij door in deze toe te geven iets zouden doen, waarover wij later spijt zouden gevoelen. Niet dat ik den naam Kattenpoort zoo bijzonder belangrijk vind, maar toch kan het zijn eigenaardige bezwaren hebben om namen, die jaren lang aan een gedeelte der gemeente zijn toegekend, te wijzigen, wanneer daarvoor, althans zooals mijns inziens hier het geval is, geen voldoende motieven bestaan. Want wie de Jonge Pieter naar wien men de poort wil betitelen is, en in hoever hij zich op een of andere wijze verdienstelijk gemaakt heeft, weet ik niet, evenmin als ik begrijp wat men tegen den naam „Katten poort" kan hebben. Mocht adressants bezwaar gericht zijn tegen de om standigheid dat de poort den naam van viervoetige dieren draagt, dan kunnen wij dit misschien verhelpen door hem te wijzen op het mogelijk historische karakter der benaming: (men denke aan Katwijk, Kattenburg enz.) en te herinneren aan het feit dat de Katten, die vroeger een deel dezer landen bewoonden geene viervoetige, maar volgens Plato tweebeenige, rechtopgaande vederboze zoogdieren waren. Ik voor mij kan dus niet inzien waarom die poort herdoopt zou moeten wordenwanneer wij een maal daartoe overgaan moeten wij eerst weten waarom wij het doen. Maar, zal men zeggen, is dat nu zulk een belangrijke zaak, de naams verandering van een poort in de Clarensteeg? Neen, op zichzelf, zeker niet, maar waar zou het heen moeten indien een zelfde methode werd toegepast ook op andere gedeelten van de stad en dus het feit dat één eigenaar verscheidene perceelen in dezelfde straat bezat, voldoende zou zijn om ons ter wille van dien eigenaar tot naamsverandering te nopen. Ik her haal nogmaalsdat is ongeraden. Mocht evenwel de Raad op dit verzoek zijn fiat uitspreken, dan zal ik de eerste zijn om mij daarover te troos ten, maar ik wil niet medegewerkt hebben, althans niet zonder te protesteeren tegen gevolgen in de toekomst tot een naamsverandering, die door geen enkelen bekenden dienst aan stad of staat gewettigd wordt Ik zal dus tegen het voorstel stemmen. De Voorzitter. Op hetgeen door den heer Dercksen is aangevoerd, wensch ik alleen te zeggen, dat ik zijne bezwaren niet deel. Het is hier geheel een quaestie van subjectieve meening; bovendien acht ik de zaak niet belangrijk genoeg om daarover breedvoerige discussiën te openen. Alleen deze opmerking naar aanleiding van de bezwarende gevolgen, waartoe, volgens den heer Dercksen, de aanneming van het voorstel aanleiding zou kunnen geven. Wanneer die werkelijk mochten blijken, dan is de Raad vol komen bevoegd den naam van Jonge-Pieterspoort weer te veranderen in dien van Kattenpoort. De heer Dercksen. De zaak is ik heb dit reeds gezegd niet belangrijk genoeg om er langer over te sprekenik meende evenwel bij deze gelegenheid mijne meening omtrent naamsverandering in het algemeen te moeten te kennen geven. Het voorstel, in stemming gebracht, wordt verworpen met 11 tegen 8 stemmen. Tegen stemden de heeren Wilhelmy Damsté, Van Dissel, Dercksen, De Goeje, Buys, Cock, Knappert, Zaalberg, Du Rieu, Verster en Driessen. II. Voordracht betrekkelijk de regeling der bijdrage voor de verpleging van zieke armen in het Ziekenhuis.. (Zie Ing. St. n°. 178). Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. III. Verzoek van F. G. Zirkzee, om een stoep te leggen. (Zie Ing. St. n°. 179). Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. IV. Verzoek als voren van S. J. Fontein. (Zie Ing. St. n®. 180). Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. V. Idem als voren van F. D. T. Rietbergen. (Zie Ing. St. n®. 180). Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. VI. Voordracht tot wijziging van de verordeningen betrekkelijk de Gasfabriek. (Zie Ing. St. n®. 181). De heer Buys. M. d. V.! Ik heb volstrekt geen bezwaar tegen het eerste voorstel, maar op het tweede, wijziging van art. 21, moet ik voor enkele oogenblikken de aandacht vestigen. Bij dat artikel wordt namelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 1