84 N°. 183. Leiden, den 22 September 1882. Wij hebben de eer Uwe vergadering mede te deelen, dat er bij ons college geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van de verzoeken van Mr. H. Hemmingson, nader omschreven in het hierbij overgelegd rapport van de Comm. van Fabr.wij geven U derhalve in overweging tot het verleenen der gevraagde vergunningen te besluiten onder de in het ge noemd rapport voorgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. De ondergeteekende Wilhelmus Adrianus Van Rijn, mr. timmerman, wonende Hoogen Rijndijk, gemeente Zoeterwoude, als gemachtigde van den WEd. Heer Mr. H. Hemmingson, burgemeester van Zoeterwoude, geeft met gepasten eerbied te kennen, dat hij requestrant zich tot Uwe vergadering wendt, met het beleefde verzoek de vereischte toestemming te mogen ont vangen tot de uitvoering van 1®. Het plaatsen van eene gemetselde voeting voor een ijzer hek, langs den Hoogen Rijndijk voor het in aanbouw zijnde huis voor ZEdl., volgens een door UEdl. Achtb. aan te geven rooiing of 2.50 M. uit de voeten der bestaande ijpen- en lindeboomen. 2°. Het opgaven en weder aanvullen van het voetpad van de remise van de Tram, tot aan het in aanbouw zijnde huis, tot den aanleg van eene waterleiding voor eigen rekening. 3°. Het doorgraven van den grasberm tusschen twee boomen tot toegang naar den straatweg van af het voetpad. 40, Het doorgraven en weder aanvullen van het Utrechtsche Jaagpad tot daarstelling van een riool of duiker voor den afvoer van het overtollige regenwater naar den Rijn. Gelijk verzoekschrift is ook verzonden aan heeren Dijkgraaf en Hoog heemraden van Rijnland; de ondergeteekende vertrouwt alzoo met een gunstig antwoord vereerd te mogen worden. Retwelk doende enz. Zoeterwoude, 21 Augustus 1882. W. A. Van Rijn. Leiden, 20 September 1882. De Comm. van Fabr. heeft de eer op het request van Mr. H. Hem mingson té berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen der gevraagde vergunningen; mits onder de gewone voorwaarden en op aanwijzing van den Gemeente-Architect, als; 1°. tot het leggen van een gemetselde voeting en het plaatsen van een ijzeren hek voor zijri nieuwgebouwd huis aan den Hoogen Rijndijk onder dé gemeente Zoeterwoude, in de richting van de gedefnpte sloot, ter lengte van twintig meters, zoodat het voetpad tusschen de boomenrij en het hek een breedte van 2.50 meter behoudt; 2°. tot het doorgraven of vlak leggen van den grasberm tusschen de boomeh, ter breedte van ongeveer drie meters tot verbinding van het voetpad met 'dén straatweg; 3'. tot het graven van een sleuf in het voetpad ter lengte van 120 meters, voor het leggen van een duinwaterpijp, sluitende aan de bestaande buis voor de remise van het Traragebouw, mits zoo dicht moge lijk langs den slootberm die pijp te leggen en de sleuf weder be hoorlijk te vullen, tot behoud der vastheid van het voetpad; 4°. tot het leggen van een duiker door het Utrechtsche Jaagpad tot af voer van water, tot wederopzeggens toe, na verkregen vérgunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland, het gebrüik van het Jaag pad onverstoord en de oeverkanten in stand gehouden blijven, als mede tegen betaling eener jaarlijksche recognitie van 150 ten kantore van den Gemeente-Ontvanger ten behoeve der eigenaars van het Utrechtsche Jaagpad. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage. .1 t J der gemeente Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHÜFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 2