20 N°. 42. Leiden, 9 Maart 1882. Naar aanleiding van eene klacht van den ondernemer van den stoom- bootdienst tusschen Leiden en Noordwijk over ondiepten in de Haarlem mertrekvaart is door de Commissie van Fabricage ter zake een onderzoek ingesteld en een rapport uitgebracht, waaruit blijkt dat het wenschelijk is eene uitdieping te doen plaats hebben van ongeveer 500 kubieke me ters, waarvan de kosten worden geraamd op circa 600. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Verga dering in overweging ons college te machtigen om bedoeld werk te doen uitvoeren, zullende alsdan later, zoo noodig, een staat van af- en over schrijving worden aangeboden tot verhooging van volgn. 170 der begroo ting voor dit jaar, Kosten van gemeenschappelijke zaken, uit welken post de kosten voor de Haarlemmertrekvaart worden voldaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Noordwijk, 9 Februari 1882. Edel Achtbare Heer! Naar aanleiding van de welwillende ontvangst die ik Dinsdagmorgen bij U heb genoten, ben ik zoo vrij U hierbij het een en ander mede te deelen over den toestand van de Haarlemsche trekvaart, tusschen de brug aan den Noordwijkerhoek en Leidenik doe zulks in het belang van de vrij drukke scheepvaart op dat vaarwater in het algemeen en in het be lang der twee bootjes, die voor mijne rekening tusschen Leiden en Noord wijk varen, in het bijzonder. Genoemd vaarwater dan bevat verscheidene ondiepten, die voor de scheepvaart hoogst belemmerend zijn en om nu van eene uitdieping der ge- heele vaart niet te spreken, dat zeker een radikaal geneesmiddel zou wezen, zou eene wegruiming der ondiepten reeds eene groote verbetering in den onhoudbaren toestand aanbrengen. Ik zal dus zoo vrij zijn de plaatsen dier ondiepten hier te laten volgen. Van de hoekbrug af gerekend heeft men de eerste bij Voorhout, voornamelijk tusschen de brug tot voorbij de losplaats de tweede even voorbij de molen Zelden van Pas, de derde van af het begin der losplaats tot aan de Postbrug, de vierde eenige meters (misschien 40 a 50) aan deze zijde van de Kwaakbrug. Eindelijk ligt er nog aan het tolhek eene ketting in de vaart om den afsluitboom met den wal te verbinden, waaraan door den lagen water stand op 6 Februari 11. het roer van een mijner booten is blijven haken en daardoor afgebroken, hetgeen de boot in eene vrij kostbare reparatie heeft doen vervallen en mij bovendien door de storing in den dienst een belangrijk verlies berokkend. Gaarne zou ik dus zien dat in die kettinginrichting verandering werd gebracht of dat door eene plaatselijke uitdieping aldaar het gevaar worde weggenomen. Ik meen met te meer aandrang om eenige verbetering in genoemd vaar water te mogen vragen, omdat door mij jaarlijks circa f 200 tol wordt betaald, waar tegenover voor mij geen ander voordeel kan bestaan dan een bruikbaar vaarwater. Schoon de tweehonderd jaar waarvoor het oorspronkelijk recht van tol heffing op de vaart tusschen Leiden en Haarlem verleend is, lang zijn verstreken, wil ik U hierbij de verzekering geven, dat het thans niet in mijne bedoeling ligt om eene poging te doen om mij aan het betalen dier tol te onttrekken, maar zou het mij daarentegen zeer aangenaam zijn, van de eigenaren van genoemd vaarwater zooveel medewerking te ont vangen, dat het varen zonder voortdurende belangrijke slijtage en zonder het aanleiding geven tot ongelukken mij ten minste mogelijk worde gemaakt. U ten slotte beleefdelijk verzoekende uwen veel vermogenden invloed in deze, zoowel in het belang der scheepvaart in het algemeen als in het mijne in het bijzonder, te willen aanwenden, heb ik de eer met de meeste hoogachting te verblijven U Edel-Achtb. Dw. Dienaar, P. E. A. Kleinpenning. Leiden, 8 Maart 1882. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het adres van P. E. A. Kleinpenning te berichten, dat van wege de schipperij zelden klachten zijn voorgekomen over ondiepten in de Haarlemmertrekvaart, maar sedert de Noordwijksche Stoombootdienst in werking is gekomen, door het af slaan der oeverkanten, ondiepten zijn ontstaan, veroorzaakt door de nood zakelijke aanvulling met puin, waartoe in het voorgaande jaar ruim 300 kubieke meters zijn gebruikt, die over den bodem der vaart zijn verspreid, zoodat de ondiepten hoofdzakelijk door den Stoombootdienst zijn ontstaan. Bij het Haarlemmertrekpad, zoowel als bij het Utrechtsche- en bij den Zijldijk, brengt derhalve de Stoombootdienst eene gestadige en niet onbe langrijke schade aan de oevers, die bijna onafgebroken toezicht, arbeid en materialen vereischen. Volgens een gedane opneming bestaan van de Kwaakbrug tot de Voor- houterbrug in de Haarlemmertrekvaart onderscheidene ondiepten, die te zamen ongeveer 500 kubieke meters uitdieping vereischen, waarmede een buitengewone uitgaaf van f 600 gepaard gaat, wanneer gebruik kan ge maakt worden van de baggermachine die het Hoogheemraadschap van Rijnland daarvoor beschikbaar zou willen stellen en eerst aan het einde dezer maand verkregen kan worden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft 'met verschuldigden eerbied te kennen, Frans Gillis Zirkzee van beroep timmerman, wonende aan de Haarlemmerstraat n°. 23 te Leiden. Dat hij door aankoop eigenaar is geworden van het huis staande en gelegen aan den Apothekersdijk n°. 18 op den hoek van de Kennewegsteeg. Dat hij van meening is genoemd huis te verbouwen, de benedenverdieping tot timmermanswerkplaats en de bovenverdieping tot woning in te richten. Dat hij dientengevolge beleefd verzoekt om de bovenverdieping over genoemde Kennewegsteeg te mogen bouwen, volgens nevensgaand plan. U Edel Achtb. Dw. Dienaar, Leiden, 2 Maart 1882. F. G. Zirkzee. Leiden, 8 Maart 1881. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van F. G. Zirkzee te berichten dat hij daarbij vergunning vraagt, om bij de ver bouwing van zijn huis op den Apothekersdijk, wijk 6 n°. 26a (straatn. 18) de Kennewegsteeg te mogen overbouwen tot vergrooting van de boven verdieping. Bij Raadsbesluit van 11 Maart 1880 is aan J. W. Van Ilar- tevelt een gelijke vergunning verleend aan de zijde der Haarlemmerstraat, maar deze was ook eigenaar van het perceel aan de andere zijde van de Kennewegsteeg. Aangezien die steeg een breedte heeft van 1.2u meter en de verbou wing tot verfraaiing zal strekken, is er geen bezwaar tot het verleenen der vergunning over eene lengte van acht meters, mits de eigenaar van het huis wijk 6 n°. 28 (straatn. 19) toestaat, dat de aansluiting geschiedt, zonder dat door een scheidsmuur de steeg wordt vernauwd, en voorts onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van het recht, bepaald bij art. 3 n°. 37 van het tarief, vastgesteld den 5a™ Maart 1857. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 44. Leiden, 10 Maart 1882. Ter vervulling der vacature aan de school der 3de klasse n°. 1, ontstaan door de bevordering van den heer C. L. Van den Berge tot eersten on derwijzer aan die school, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij aan te bieden eene voordracht, opgemaakt in overleg met den heer Arrond.- Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, dat ter inzage van de leden in de Leeskamer is nedergelegd, ter benoeming van een tweeden onderwijzer op eene jaarwedde van f 700, als 1°. Hendrik Abraham Korenhof, thans 3d® onderwijzer aan de openbare school der 3de klasse n°. 1, 2°. Karei Christiaan Van Waalwijk, en 3°. Willem Hendrik Hasselbach; de beide laatsten werkzaam aan open bare lagere scholen in deze gemeente, en op de voordracht geplaatst om te voldoen aan al. 6 van art. 28 der wet van 17 Aug. 1878 (Staatsbl. n°. 127). Wij nemen de vrijheid Uwe Vergadering te verzoeken alsnu tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan Heeren Burg. en Weth. der gemeente Leiden. N°. 43. De Commissie van Fabricage. Leiden, 9 Maart 1882. Door F. G. Zirkzee is vergunnning verzocht een gedeelte der Kenne wegsteeg aan de zijde van den Apothekersdijk te overbouwen, tegen de inwilliging waarvan noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons college bezwaar bestaat. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de gevraagde ver gunning onder de voorgestelde voorwaarden te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 13 Maart 1882. Onder overlegging van bijgaande stukken hebben wij de eer Uwe Ver gadering mede te deelen dat bij ons geen bedenking is tegen de inwilli ging van de verzoeken van M. A. J. Geluk, om ontslag uit zijne betrek king van 3den onderwijzer aan de Jongensschool der l3ts klasse en van Chr. Van der Spek, uit die van 3d"1 onderwijzer aan- de school n°. 1 van de 3de klasse; wij geven U derhalve in overweging dat ontslag eervol te verleenen, dat van Geluk met ingang van 1 April en dat van Van der Spek op 1 Mei a. s. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Edel Achtbaren Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende M. A. J. Geluk, onderwijzer aan de lste openbare school voor jongens (Hoofd der school de heer G. Japikse), dat zijn gezondheidstoestand het hem voors hands onmogelijk maakt zijn betrekking naar eisch te vervullen, waarom hij, in verband met zijn plan om zich in de toekomst geheel aan studie te wijden, wenscht zijn tegenwoordige betrekking te verlaten; dat de ondergeteekende daarom de vrijheid neemt Uwe Vergadering eerbiedig te verzoeken hem tegen primo April e. k. eervol ontslag uit bovengenoemde betrekking te willen verleenen. 't Welk doende, enz. Leiden, 10 Maart 1882. M. A. J. Geluk. Leiden, 13 Maart 1882. Ik heb de eer U te berichten, dat ik geen bezwaar heb tegen het ver leenen van een eervol ontslag tegen 1 April, aan den onderwijzer M. A.J. Geluk, die tot mijn leedwezen wegens redenen van gezondheid zijne be trekking vaarwel moet zeggen. G. Japikse, Aan H.H. Burg. en Weth. Hoofd der Jongensschool 1® kl. dezer Gemeente. Leiden, 8 Maart 1882. WelEd. Achtb. Heeren! De ondergeteekende, onderwijzer 3d® klasse aan de openb. lagere school der 3de klasse n°. 1 binnen UEd. gemeente, neemt de vrijheid UEd. be leefd te verzoeken, hem uit die betrekking te ontslaan, daar hij bij de jongste loting voor de nationale militie, dienstplichtig geworden is. Tevens geeft hij UEd. met verschuldigden eerbied in overweging, het ontslag te doen ingaan met den len Mei a. s. Hoogachtend noemt hij zich, WelEd. Achtb. Heeren, Uw Dienstv. Dienaar, Chr. Van der Spek. Aan den WelEd. Achtb. Raad der gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 2