123 een voorstel om het land als weiland te verpachten met de verplichting het in behoorlijken staat te doen brengen, aan welk plan voorzeker be zwaarlijk zoude kunnen worden gevolg gegeven, wanneer op een gedeelte van het land een schietbaan werd opgericht. Vervolgens valt het in het oog dat bij eventueele uitbreiding van de grenzen der gemeente, tot verkrijging waarvan andermaal de noodige plannen worden ontworpen, het Raamland, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de gemeente en wel van dat gedeelte, alwaar in den laat- sten tijd tal van huizen zijn verrezen, in het vervolg bij uitnemendheid geschikt kan worden om als bouwterrein te worden gebezigd voor de oprichting, hetzij van particuliere woningen, hetzij van gebouwen bestemd voor gemeentelijke of andere doeleinden. Eindelijk valt op te merken dat de behoefte aan eene schietbaan in de onmiddellijke nabijheid der gemeente voor een belangrijk deel is ver vallen, nu in de laatste jaren de communicatie met Katwijk, alwaar in het duin eene uitmuntende gelegenheid bestaat voor schietoefeningen, zoo belangrijk is verbeterd, tengevolge waarvan grootendeels is tegemoet gekomen aan het ongerief dat het gemis van een Leidsche schietbaan oplevert. Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergadering in over weging aan adressante te kennen te geven dat er bezwaar bestaat den gevraagden grond voor de oprichting van een schietbaan aan haar in erfpacht af te staan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Jacob Casper Timmermans, President en Jacobus Everhardus Vlaanderen, Secretaris, namens het en handelende voor het bestuur der Leidsche Scherpschutters-Vereeniging. Dat zij wenschen een schietbaan op te richten, ten einde te voorzien in de lang gevoelde groote behoefte die in onze gemeente bestaat, voor weerbaarheid, schutterij, en leger. Dat zij wenschen een baan aan te leggen, geheel gevaar vrij, in navol ging van die der gemeente Antwerpen. Dat tot nu toe alle vereenigingen alhier genoopt worden, de schiet banen in Katwijk's duinen te gebruiken voor hare oefeningen. Dat daardoor lijden niet alleen de belangen van vereenigingen die zich ten doel stellen 's lands verdediging te bevorderen, maar hoofdzakelijk die van ons vaderland zeiven. Dat het Raamland, ingeschreven bij het Kadaster onder de vereenig- de Gast- en Leprooshuizen alhier, gelegen in de gemeente Zoeterwoude, buiten de voormalige Hoogewoerdspoort haar het geschiktst voorkomt, als zijnde geheel buiten het bebouwde gedeelte om Leiden, en ver genoeg ver wijderd van de spoorweglijn LeidenWoerden, dan dat daarvoor bezwaar zou kunnen ontstaan. Reden waarom zij U. Edel. Achtbaren beleefd verzoeken, haar te wil len afstaan dat gedeelte van voornoemd Raamland, zooals dat op bijgaande kadastrale kaart door een blauwe lijn is aangegeven, ter grootte van plus minus 1 liektare 50 aren later door deskundigen op te meten, voor den tijd van 99 jaren, op zoodanige voorwaarden als het den Achtbaren Raad zal goed vinden. Dat zij vertrouwen, dat de Raad der gemeente het billijke en hoofdzake lijk nuttige van haar verzoek inziende, daarop gunstig zal willen beschikken. Hetwelk doende, Edel Achtbaren. Uw Dw. Dienaar, J. C. Timmermans, "Voorzitter. Leiden, 25 November 1881. J. E. Vlaanderen, Secretaris. Leiden, 28 November 1881. Edel Achtbare Heeren! Vernomen hebbende dat door de Leidsche Scherpschutters-Vereeniging bij uw college stappen zijn gedaan tot verkrijging van het verlof om een schietinrichting nabij deze gemeente op te richten, heeft het bestuur van de Leidsche Studenten-Vereeniging tot vrijwillige oefening in den wapen handel Pro Patria de vrijheid genomen zich met de meeste bescheiden heid zich tot U Edel Achtbare Heeren te wenden, ter aanbeveling van deze zaak. Helaas in den laatsten tijd is ook dat bestuur tot de treurige noodza kelijkheid gebracht de woorden te moeten naspreken, die de Leidsche Scherpschutters-Vereeniging in haar verslag aan den Gemeenteraad van Leiden plaatste; ook Pro Patria gaat met rassche schreden den tijd tege moet dat het na lang kwijnen, na langen strijd tegen den dood, geheel van levenskracht beroofd, ten onder gaat. Talrijk en aanhoudend zijn de opofferingen en moeiten geweest die het bestuur zich heeft getroost; velen zullen de pogingen zijn die dat bestuur nog zal aanwenden om dat uiterste tegen te gaan, maar bij den thans bestaanden toestand, bij de al te grooten afstand van de oefenplaats, zal het zich reeds spoedig overwonnen zien en den strijd voor het behoud harer vereeniging moeten opgeven. Aan U Edel Achtbare Heeren wordt thans de gelegenheid aangeboden om het bestuur in dien strijd te schragen en te helpen, om onze ver eeniging, met wier doel gij zeker instemt, van den gewissen ondergang te behoeden. Staat het verzoek toe, U door onze zustervereeniging gedaan, en door Uw goedkeurend votum zullen ook over „Pro Patria" nieuw licht en nieuw leven |zich uitstorten, zal ook die vereeniging zich kunnen verheffen uit den staat van achteruitgang waarin zij nu verkeert, zal zij haar naam kunnen handhaven, dien zij nu op het punt staat van te verliezen. 't Welk doende enz. Namens het bestuur voornoemd. Aan den Gemeenteraad van Leiden. M. Van Reenen, ht. abactis. N*. 262. Leiden, 3 December 1881. Onder overlegging van eene aanbeveling van de Commissie der Bewaar scholen voor de benoeming van een lid ter aanvulling van de vacature, die met uit. December a. s. zal ontstaan ten gevolge van de periodieke aftreding van den heer dr. D. Bierens de Haan, stellen wij Uwe Verga dering voor tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 December 1881. Ter vervulling der vacature, die met uit. December e. k. ontstaan zal door de periodieke aftreding van den heer dr. D. Bierens de Haan hebben wij de eer, voldoende aan het voorschrift van art. 15 onzer instructie, U aan te bevelen de heeren: Dr. D. Bierens de Haan,aftredend lid en Dr. P. Romeyn. De Commissie der Bewaarscholen te Leiden. De Fremery, Voorzitter. Aan Heeren Burg. en Weths. J. A. Van Dijk, Secretaris, der Gemeente Leiden. N°. 263. Leiden, 3 December 1881. De Comm. vaa Fin. heeft geene bedenkingen tegen de voordrachten van Burg. en Weth. tot verhooging van de begrooting dienst 1881, met 2000, in verband met de terugkeering van den grond tusschen de Kai- serstraat en den Vliet aan de gemeente, tot wijziging van de verordening op de invordering der plaatselijke directe belasting, tot wijziging van de begrooting voor 1882 en tot beschikbaarstelling van f 1300 op de be grooting dienst 1881, voor het brengen van verbeteringen in eenige lokalen der Hoogere Burgerschool. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 3