74
om daaruit de meerdere kosten te kunnen bestrijden. Bovendien moet uit
het betrekkelijk artikel nog worden voldaan de toelage ad 650 aan den
heer J. C. Drabbe verschuldigd voor de levering van primo Maart 1880
tot ultimo Februari 1881, benevens de toelage berekend over de maand
Maart 1881, aangezien de heer Sijthoff den lsten Appil 1881 met deleve
ring een aanvang heeft genomen, terwijl tot zoolang de heer Drabbe met
het drukken van het verslag is blijven voortgaan.
Het verschuldigde wegens' grondbelasting en dat voor dijk- en polder-
lasten zal voor dit jaar iets meer bedragen dan het afgeloopen jaar,
tengevolge van de in 1880 tusschen de gemeente Haarlem en deze ge
meente plaats gehad hebbende scheiding van de gemeenschappelijke eigen
dommen, erven en gronden, die langs de trekvaart en het trekpad tusschen
beide gemeenten zijn gelegen, waardoor de lasten dier eigendommen,
vroeger in uitgaaf gebracht in de rekening der Haarlemsche trekvaart,
thans, voor zooverre die door deze gemeente moeten worden betaald, uit
de betrekkelijke posten der begrooting moeten gevonden worden, op grond
waarvan eene verhooging op volgn. 101 van 100 en volgn. 102 van
70 wordt voorgesteld, Bovendien zij nog opgemerkt dat op de begroo
ting van het vorige jaar voor dijk en polderlasten een bedrag van ƒ150
is toegestaan, terwijl op die van dit dienstjaar daarvoor slechts een cijfer
van 100 is gebracht.
Het tekort op het artikel kosten van het huis van bewaring en on
derhoud van politiegevangenen is ontstaan door eene te lage raming van
de sommen welke uit dit artikel moeten worden voldaan. Zoo bedraagt
het aandeel dat deze gemeente moet bijdragen in de kosten van onderhoud
van het huis van bewaring voor dit jaar 293,84 en is daarvoor op de
begrooting uitgetrokken 260. De kosten voor de verpleging van politie-
gevangen bedragen over het 1® halfjaar reeds 152,50, terwijl voor het
geheele jaar slechts een bedrag ad 100 is geraamd, zoodat ook met
het oog op de nog te doene uitgaven over het 2® halfjaar wordt voor
gesteld dit artikel met 200 te verhoogen.
De voor onderstand, vervoer en verpleegkosten uitgetrokken som van
800 waarvan 100 moet worden uitgekeerd aan het Heilige Geest
Weeshuis voor de verpleging van M. J. Seym, behoorende tot de Hersteld
Luth. gemeente, blijkt niet voldoende te zijn om daaruit de kosten van
verpleging bij particulieren van het steeds klimmende aantal verlaten
kinderen te kunnen bestrijden. Ook het getal doortrekkende personen voor
wie nachtverblijf en reiskosten uit dezen post worden betaald, is dit jaar
vermeerderd. Op dit oogenblik worden 13 verlaten kinderen en 4 gebrek
kige personen, wier opname door de hoofden der gestichten van welda
digheid niet kan geschieden, verpleegd.
De uitgaven te dier zake in het vorig jaar gedaan bedragen 1000,
zoodat thans eene verhooging met 200 in overweging wordt gegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz
N#. 156. Leiden, 16 Augustus 1881.
Naar aanleiding van nevensgaand adres van de Commissie voor volks
bijeenkomsten, houdende verzoek om eene tegemoetkoming in de kosten
wegens het houden van eene tentoonstelling van bloemen en planten door
den werkman gekweekt, in de Gehoorzaal, nemen wij de vrijheid Uwe Ver
gadering in overweging te geven, ten behoeve van die tentoonstelling even
als in vorige jaren een subsidie uit de gemeentekas toe te kennen tot
een bedrag gelijkstaande met de door de Commissie te betalen lokaal
huur enz.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
Geeft te kennen de Commissie voor Volksbijeenkomsten van het De
partement Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
dat zij het voornemen heeft den 26sten, 27sten, 28sten, 298ten en
30sten Augustus dezes jaars in de Stadszaal eene tentoonstelling te hou
den van bloemen en planten door den werkman gekweekt,
dat zij Uwe vergadering met den meesten eerbied verzoekt, evenals bij
vorige tentoonstellingen, uit de gemeentekas een subsidie te mogen er
langen, gelijkstaande met de door de Commissie te betalen vergoeding
voor lokaalhuur enz.
De Commissie voornoemd,
N. Brouwer, Voorzitter.
N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris.
Leiden, 12 Augustus 1881.
N®. 1S!T. Leiden, 15 Augustus 1881.
Krachtens de bestaande regeling der jaarwedden van de ambtenaren
ter Secretarie, nader omschreven in de Memorie van Toelichting der be
grooting. is aan twee betrekkingen eene jaarwedde va i 900 verbonden.
In verband met het overlijden van den heer J. Dobbe en de vervulling
van de daardoor ontstane vacature is het wenschelijk, ten einde aan
enkele reeds gedurende eenigen tijd in functie geweest zijnde ambtenaren
eenige verhooging van jaarwedde te kunnen toekennen, de aan beide
bovengenoemde betrekkingen verbonden jaarwedden vaststellen op 1000
en f 800, waardoor geene verandering wordt gebracht in het totaal be
drag der jaarwedden. Wij stellen Uwe vergadering daarom voor dien
overeenkomstig te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 158. Leiden, 18 Augustus 1881.
Wij nemen de vrijheid machtiging aan Uwe vergadering te verzoeken
tot het sluiten van een contract met heeren Curatoren van de Rijks-Uni
versiteit te Leiden, handelende krachtens machtiging van den Minister
van Binnenlandsche Zaken van 15 Juni 1881 n°. 2118 afd. Os. nopens
het in bruikleen afstaan aan de Universiteits-Bibliotheek van de couranten
en boekwerken, welke de gemeente-instelling tot opleiding van O.-I. amb
tenaren van het Departement van Koloniën ontvangt, met uitzondering
van die welke voor het onderwijs benoodigd zijn.
De artt. dier overeenkomst luiden als volgt:
1°. Burg. en Weth. verklaren in bruikleen aan de Universiteits-Bibliotheek
af te staan de couranten en boekwerken, welke de gemeentelijke in
stelling voor opleiding van O.-I. ambtenaren van het Departement van
Koloniën ontvangt, met uitzondering van die, welke voor het onder
wijs aan die instelling benoodigd zijn.
2°. Deze overeenkomst kan ten allen tijde wederzijds schriftelijk worden
opgezegd.
Zij werkt echter nog zes maanden na de opzegging.
3°. De boeken worden van wege de Curatoren der gemeente-instelling
gestempeld en aan de Universiteits-Bibliotheek gezonden op een be
paalden tijd in het jaar, te regelen tusschen Burgemeester en Wet
houders en den Bibliothecaris der Universiteits-bibliotheek. Elke be
zending wordt opgeteekend in een journaal waarvan de administratie
der Bibliotheek een afschrift houdt. In beide exemplaren wordt de
ontvangst van elke bezending gewaarmerkt door den Bibliothecaris.
4°. Voor het bewaren, onderhouden en binden der ontvangen boeken en
vervolgwerken zorgt de administratie der Bibliotheek.
5°. Voor de in bruikleen gegeven boeken en voor de lokalen waarin zij
geborgen zijn, gelden dezelfde bepalingen, welke op de eigene boeken
en lokalen der Biblotheek worden toegepast.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.