70 N°. 140. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geven eerbiedig te kennende ondergeteekenden, allen leden van de Ne- derlandsche Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde; dat zij zich eerbiedig wenden tot Uwen Raad, met verzoek hun te ver- leenen eene concessie tot het beplanten van de geheele Ruïne dezer ge meente dat zij omtrent den te stellen termijn van begin van uitvoering geen juiste aanwijzing kunnen geven, doch zulks hoogstens binnen een jaar na de verkregen concessie kan worden gesteld, en de voltooiing alsdan binnen enkele maanden kan verwacht worden; dat zij alle kosten van ontwerp en exploitatie, in geval van concessie, voor hunne rekening nemen dat van wege de gemeente alleen de kosten van eene eenvoudige om heining zullen moeten worden uitgegeven, waarvan de uitvoering waar schijnlijk het goedkoopst door concessionarissen, evenals van alle andere werken van uitvoering, onder toezicht van den Gemeente-Architect, kan geschieden dat zij overtuigd zijn dat de uitvoering van hun plan, op de voor de gemeente minst kostbare wijze, zal voorzien in den lang te vergeefs door een zeer groot deel der ingezetenen gekoesterden wensch tot herschep ping van eene ruïne in een lusthof van de gemeente Leiden dat zij des verlangd bereid zijn hunne plannen aan Burgemeester en "Wethouders of aan de Commissie van Fabricage mede te deelen, doch het voor alsnog niet raadzaam achten zulks in dit verzoekschrift bloot te leggen. Redenen waarom zij zich tot Uwen Raad wenden, in de verwachting dat hierop spoedig eene gunstige beschikking zal volgen. Mr. H. L. A. Obreen. W. F. R. Suringar. Schüdel. "Witte. J. Mater. Leiden, Juli 1881. 'tWelk doende, enz., A. C. Kriest. A. L. De Sturler. Dr. Boursse Wils. F. A. Jentink. J. Van Lelyveld. N°. 141. Blijkens bericht Leiden, 28 Juli 1881. van het hoofd der Meisjesschool 2de klasse, bedraagt het aantal leerlingen dat met het begin van den nieuwen cursus van de Tusschenschool naar de Meisjesschool moet worden overgeplaatst, onge veer 57, waarbij nog gevoegd moeten worden de bij het hoofd der school ingeschreven leerlingen en enkele die in de klasse moeten blijven, zoodat het geheele aantal leerlingen voor de laagste klasse 75 bedraagt. Daar voor dit getal in één lokaal niet genoeg plaats is, zou de ruimte zoodanig verdeeld moeten worden, dat drie klassen in één lokaal samen zijn, waar van een ongeveer 24 leerlingen telt. Het ligt in den aard der zaak dat dit voor het onderwijs hoogst schadelijk zoude wezen. Gedurende de mondelinge lessen zal dit samenzijn natuurlijk het meest hinderen, maar ook het verwisselen van werkzaamheden in de talrijkste klasse zal tel kens stoornis veroorzaken in de beide andere. Op dien grond heeft Mej. Winkler voorgesteld de tweede kleedkamer voor schoollokaal in te richten en de kapstokken in den gang te doen plaatsen. In het hierbij gevoegd rapport der Comm. van Fabr. wordt bericht dat voor de noodige veranderingen, alsmede voor de aanschaffing van eenige tafels en banken, een som van 430 wordt gevorderd, die uit de begrooting niet kan worden bestreden. Wij stellen Uwe Vergadering daarom voor de begrooting voor dit jaar met die som te verhoogen, te welken einde ter vaststelling hierbij wordt aangeboden een staat van afschrijving tot verhooging van Volgn. 129, Kosten van het stichten van schoollokalen met ƒ430 door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven met een bedrag van 301 en een suppletoire staat van begrooting, strekkende tot verhooging van Volgn. 41 met 129, zijnde 30 °/0 der uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 27 Juli 1881. De Comm. van Fabr. heeft de eer op de missive van het hoofd der Meisjesschool 2e kl., mej. S. Winkler, te berichten, dat de gelegenheid bestaat tot het bergen van kleederen in den gang naast het vertrek, dat daarvoor thans dient in de Gemeenteschool op de Brêestraat, dat door het vervangen der beide hooggeplaatste lichtkozijnen, uitkomende in den daarbij gelegen tuin door grootere, beter licht kan worden verschaft en dat de gele genheid tot verwarming kan worden verbeterd door het plaatsen van een ijzeren pijp in het plafond, met eene ommanteling op den zolder, opgaande tot buiten het dak, waardoor tevens een ventilator wordt verkregen. De kosten van een en ander benevens van drie tafels en banken elk voor acht leerlingen, worden geraamd op 430, waarmede de op de be grooting toegestane som moet worden verhoogd. Het vervangen van eenige banken van ouden vorm, door andere van een beter systeem, ten getale van negen stellen, elk voor tien leerlingen, zal op de begrooting van 1882 worden gebracht, omdat daarvoor een som van ƒ550 moet worden uitgetrokken. Aan Heeren Burg. en Weths. De Commissie van Fabricage, der Gemeente Leiden. N°. 142. Leiden, 28 Juli 1881. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken, geven wij Uwe Ver gadering in overweging aan P. H. Voorhoeve vergunning te verleenen om onder de voorgestelde voorwaarden eene uitloozing te maken door de straat van de Hoogewoerd naar het riool in de St. Jorissteeg. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Geeft hoogachtend te kennen de ondergeteekende Paulus Hermanus Voorhoeve; dat hij, ten behoeve van het in aanbouw zijnde huis, n°. 20, a/d Hoogewoerd alhier, UEAb. beleefdelijk vergunning verzoekt een riool te mogen leggen door gemeentegrond, aansluitende met het bestaande riool in de Watersteeg; dat hij zich voorneemt bedoeld riool te doen leveren en leggen van Engelsche Terra-Cotta buizen, wijd 0.30 M. binnenwerksche middellijn, verklarende hij met deze, de kosten die van gemeentewege daarop komen, te zullen voldoen. 't Welk doende, enz., P. H. Voorhoeve. Leiden, 27 Juli 1881. De Comm. van Fabr. heeft de eer op het request van P. H. Voorhoeve te berichten, dat de plaatselijke gesteldheid van zijn nieuw te bouwen huis op de Hoogewoerd, Wijk 3, n°. 415 (straatn. 18), niet toelaat om het daarin te maken privaat in verbinding te stellen met de riolen der belendende perceelen en er derhalve behoefte bestaat aan eene uitloozing in een der stadsriolen, waartoe dat in de St. Jorissteeg de voorkeur ver dient, boven het riool in de Watersteeg, omdat voor het laatste een hoek van de Hoogewoerd naar de Watersteeg wordt vereischt, die voor ver stopping meer aanleiding geeft. De Commissie heeft dus geen bezwaar voor te stellen om aan den requestrant te vergunnen eene uitloozing te maken door de straat van de Hoogewoerd naar het riool in de St. Jorissteeg, mits onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling der kosten van het op breken en herstellen der straat, overeenkomstig art. 3, n°. 15 en 16, van het tarief vastgesteld den 5den Maart 1857. Aan Heeren Burg. en Weths. De Commissie van Fabricage, der Gemeente Leiden. N°. 143. Leiden, 28 Juli 1881. Door de Comm. van Fabr. wordt bij haar nevensgaand rapport voor gesteld om tot de aanschaffing van een 80-tal kachels over te gaan, be- noodigd voor verschillende scholen en voor vertrekken van het Raadhuis en alzoo de levering van kachels in huur te doen ophouden. Het komt ons voor dat door zoodanigen maatregel jaarlijks eene niet onaanzienlijke som zal worden bespaard, daar, zooals uit het rapport blijkt, eene belangrijke uitgave voor huur en herstelling jaarlijks wordt vereischt, terwijl bij aanschaffing van nieuwe kachels in eigendom de ver meerdering der kosten van onderhoud niet meer zal bedragen dan ƒ300 a f 400 per jaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons College te machtigen om tot de openbare aanbesteding van de levering van de be- noodigde kachels in eigendom over te gaan, waarvoor eene uitgave van 2750 geraamd wordt, zullende dan later de vereischte voorstellen tot verhooging der begrooting worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 27 Juli 1881. De termijn van aanneming der levering in huur van kachels met de daarbij behoorende stookgereedschappen met den lsten Juli dezes jaars verstreken zijnde, is er bezwaar om tot een nieuwe aanbesteding over te gaan, nu gebleken is, welk een belangrijke som daarvoor betaald wordt, omdat de kosten van herstelling der verhuurde kachels, de aannemings som verhoogen, bedragende over het laatste jaar van 80 kachels, voor huur en kosten van herstelling, te zamen ongeveer 900. De Comm. van Fabr. acht het mogelijk op die som een groot deel te bezuinigen, wanneer voor de verschillende schoollokalen en vertrekken op het Raadhuis, zooveel mogelijk calorifères worden aangeschaft, waar grootte geregeld wordt naar den inhoud der lokalen. Reeds bezit de Gemeente in eigendom 77 kachels, waarvan het onderhoud onder eigen beheer door den onlangs aangestelden smid geschiedt en de Commissie stelt derhalve voor bij openbare aanbesteding aan te schaffen 80 kachels, met de daarbij behoorende stookgereedschappen, waarvoor een uitgaaf van ƒ2750 wordt geraamd, maar dan ook op de begrooting zullen vervallen de jaarlijksche kosten voor de kacbels, van huur en herstelling. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der Gemeente Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 4