47 ■vies alleen voor de leden zou worden uitgebracht. Dat neemt intusschen niets weg van de bevoegdheid van den Raad, om, indien hij meent dat Burg. en Weth. verkeerd hebben gedaan met dit te publiceeren, Burg. en Wetli. daarover te interpelleeren en desnoods te recht te wijzen. Er bestaat echter een zeer groot verschil tusschen een geval als dat van den heer Sicherer, die ambtenaar is en zijn ontslag aanbiedt, en van wien daarenboven niets dan goeds wordt vermeld, en eene voordracht van personen die benoemd moeten worden. liet kan zijn dat Burg. en Weth. meenen bijzonderheden ter kennis te moeten brengen van de leden van den Raad, welker publiciteit in geen enkel opzicht nuttig of noodig is. In zoodanig geval dienen Burg. en Weth. hunne adviezen in te dienen met eene groote mate van reserve, ter wijl het aan den Raad blijft overgelaten te beslissen of die reserve terecht is in acht genomen. Men kan zeer licht te veel zeggen wat men later liever verzwegen zou hebben. Het omgekeerde is het geval niet, althans hoogst zelden. Als men meent dat te weinig is medegedeeld, dan kan die fout spoedig genoeg hersteld worden door een besluit van den Raad om de geheimhouding op te heffen en meer te publiceeren. De heer Le Poole. Ik prijs de kieschheid om niet alles te laten druk ken ten opzichte van te benoemen personen, maar het feit dat een rap port -niet gedrukt is sluit openbare bespreking in sommige gevallen niet uit. In het tegenovergesteld geval zou, waar het een ontslag van iemand betreft, alleen in eene openbare vergadering gesproken mogen worden, wanneer de rapporten van Commissie van Toezicht en Inspecteur zijn gedrukt. De heer Van Iterson, verlof verkregen hebbende om voor de derde maal het woord te voeren, ?egt Er is door den heer Van der Lith een nieuw argument aangevoerd in het be lang van eene candidaat voor eene der te doene benoemingen. Dat argument komt niet voor in het rapport der Commissie. Het heeft mijne aandacht getrokken dat het daarin niet voorkwam, want het lag voor de hand. Thans wordt het eerst geproduceerd, wellicht om nog invloed uit te oefenen in het belang der daad die de Commissie voorstaat. Het feit dat dit argument niet voorkomt in de stukken heeft mij tot nadenken ge bracht en ik ben daarbij tot de overtuiging gekomen dat het geen argu ment is. Als iemand wordt gerecommandeerd voor de betrekking van Directrice, ligt daaraan niet implicite opgesloten dat die aanbe- volene als docente in een bepaald vak de uitnemendste is boven allen. Bovendien de andere dame die als leerares wordt voorgedragen, heeft niet gesolliciteerd naar de betrekking van Directrice. Wie weet hoe het oordeel van den Inspecteur over de nu door hem aanbevolene zou zijn geweest, als zij dat wel had gedaan! De heer Van der Lith, verlof verkregen hebbende om voor de derde maal het woord te voeren, zegt: Het zij mij vergund op te merken aan den heer Van Iterson dat hij eenigszins in dwaling verkeert als hij meent dat ik het woord voer ten behoeve van een bepaald persoon. Ik heb de eerste de beste op de voordracht van de Commissie uitgekozen om te doen zien dat de Commissie niet zoo lichtvaardig heeft geadviseerd als de heer Van Iterson het deed voorkomen, maar werkelijk argumenten heeft aangevoerd voor hare keuze. Dit is de eenige reden dat ik om trent de door den heer Van Iterson bedoelde candidaten in eenige détails ben getreden. Met alle genoegen verklaar ik mij echter bereid in eene besloten zitting datzelfde te doen omtrent alle candidaten. Maar ik moet weigeren, tenzij besloten worde alles in openbare vergade ring te behandelen, omtrent bepaalde personen het debat in 't open baar, met wien ook, voort te zetten. De discussiën worden gesloten. Thans wordt overgegaan tot I. Benoeming van het onderwijzend personeel aan de Hoogere Burger school voor Meisjes. (Zie Ing. St. n°. 49). De heeren Librecht Lezwijn, Wilhelmy Damsté en Donner worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureel uit te maken.. De Voorzitter. In de eerste plaats is thans aan de orde de benoe ming van een leerares in de Engelsche taal- en letterkunde. De heer Van Heukelom. Gaan wij nu over tot stemming voor eene leerares in de Engelsche taal of over die in de Nederl. taal, die het eerst in de voordracht wordt genoemd. De Voorzitter. De stemming heeft het eerst plaats voor eene leerares in 't Engelsch. Ik heb de volgorde genomen zooals ze voorkomt in de missive, welke in de leeskamer is neergelegd voor de leden en die niet gedrukt is. De heer Van Heukelom. Dank u, mijnheer de Voorzitter, voor de inlichting. a. Engelsche taal- en letterkunde: Wordt benoemd Mej. P. J. Van Eelde te Leiden, met algemeene (19) stemmen. b. Fransche taal- en letterkunde: Wordt benoemd Mej. S. F. Spengler te Leiden, met algemeene (19) stemmen. c. Nederlandsche taal- en letterkunde: Wordt benoemd mej. A. M. J. Cambier te Arnhem, met 16 stem men, zijnde 3 stemmen uitgebracht op Mej. H. E. Kruseman te Dordrecht. d. Geschiedenis en Aardrijkskunde: Wordt benoemd Mej. A. M. Kapteyn te Middelburg met 13 stemmen, zijnde uitgebracht 6 stemmen op Mej. J. E. J. Telen Speelman te Utrecht. e. Wis-, natuur- en scheikunde: Wordt benoemd tot leeraar, de heer E. A. O. Was te Leiden, met 12 stemmen, zijnde uitgebracht op den heer P. J. Dekkers 6 stem men en 1 op Mej. H. M. Schaepman. f. Plant- en dierkunde Wordt benoemd Mej. H. M. Schaepman, te Leiden met algemeene (19) stemmen. g. Handwerken: Wordt benoemd Mej. S. Menkhorst te Leiden, met 17 stemmen, zijnde 2 stemmen uitgebracht op Mej. E. Van Lottem. h. Gronden van de Nederlandsche Staatsinstellingen en de eerste be ginselen der Staathuishoudkunde Wordt benoemd tot leeraar Dr. G. Pekelharing, te Leiden, met alge meene (17) stemmen, zijnde 2 stembriefjes in blanco gelaten. i. Boekhouden Wordt benoemd Mej. F. A. C. Versigny te 's-Gravenhage, met alge meene (18) stemmen, zijnde 1 briefje blanco ingeleverd. Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, wat het onderwijs in de Gymnastiek betreft, Burg. en Weth. te machtigen daarin tijdelijk te voorzien. De heer Van der Lith verlaat wegens ambtsbezigheden de vergadering. II. Verzoek van Jhr. W. I. C. Rammelman Elsevier, om continuatie als Archivaris der gemeente. (Zie Ing. St. n°. 50). Wordt met algemeene (18) stemmen voor den tijd van twee jaren in deze betrekking gecontinueerd. III. Benoeming van een Commissaris-Voorzitter der Leidsche Duin water- Maatschappij (Zie Ing. St. n°. 54). Wordt benoemd de heer L. M. De Laat De Kanter, aftredend Commis saris-Voorzitter, met algemeene (16) stemmen, zijnde 2 briefjes in blanco uitgebracht. De Voorzitter. Ik dank de heeren voor het in mij gestelde vertrou wen en neem de betrekking opnieuw zeer gaarne aan. IV. Verzoek van P. Van Beek, om eene loozing te maken. (Zie Ing. St. n°. 47). Zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen. V. Voorstel tot continuatie van de huur van het perceel in de Smidssteeg (Zie Ing. St. n°. 48). Met algemeene stemmen aangenomen. VI. Verzoek van Dr. C. A. X. G. F. Sicherer, om ontslag als leeraar aan de Hoogere Burgerschool. (Zie Ing. St. n°. 53). De heer Van Heukelom. Zonder mij eenige aanmerking te willen veroorloven op de voordracht van Burg. en Weth. zou ik toch aan den Raad willen voorstellen om bij het verleenen van ontslag aan den heer Sicherer een woord van waardeering uit te spreken wegens den grooten ijver en langdurige zorg, door een niet gewoon man gewijd aan het on derwijs aan onze inrichtingen, en daarvoor te gebruiken de termen door de Commissie van Toezicht aangegeven namelijk: „op de meest eervolle wijze en onder dankbetuiging voor de langdurige en gewichtige diensten." De heer Le Poole, Met dit voorstel van den heer Van Heukelom kan ik mij zeer vereenigen, te eer omdat ik, naar ik meen, de eenige in den Raad ben die op het Gymnasium van den heer Sicherer nog onderwijs heb ontvangen in de Duitsche taal, en dus die dankbetuiging niet gaarne vergeten zou zien. De heer Verster. Ik wenschte wel dat het voorstel van den Inspec teur in overweging werd genomen, om namelijk aan den heer Sicherer zijn volle pensioen na 35-jarigen volbrachten dienst te verzekeren. Im mers wanneer aan den heer Sicherer met 1 September e. k. eervol ont slag wordt verleend dan heeft hij zijn diensttijd nog niet volbracht, daar deze eerst op 6 October is geëindigd. De Inspecteur stelt daarom voor den heer Sicherer van 1°. September e. k. tot 6 Oct. daaraanvolgende verlof te verleenen, waardoor dan toch met 1°. September zijn opvolger zal kunnen in functie treden. De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor het ontslag te verleenen met ingang van 6 October. De heer Verster. Kan de benoeming van zijn opvolger dan toch niet 1 September geschieden? De Voorzitter. Ons voorstel strekt om den nieuwbenoemden leeraar met 1 September in functie te doen treden en den heer Sicherer gedu rende ongeveer vijf weken verlof te geven. Dat was onze bedoeling; daarvoor hadden we de machtiging van den Raad noodig en zoHden we die ook afzonderlijk hebben gevraagd daar er dan gedurende dat tijds verloop twee traktementen zullen moeten worden uitbetaald. De heer Verster. Dat is juist waartoe mijn voorstel strekte. De Voorzitter. Burg. en Weth. nemen zeer gaarne over het voor stel van den heer Van Heukelom, en stellen voor overeenkomstig de aldus gewijzigde voordracht bij acclamatie te besluiten. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 3