5 Kitting Tan Donderdag 3 Maart 1881 geopend 's namiddags te 2 uren. Voorzitter: de beer Burgemeester L. M. De Laat de Kanter. Ie behandelen onderwerpen 1*. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de school der derde klasse n°. 2. (28) 2". Voorstel tot benoeming van eene Commissie in zake de assurantie der gemeente-eigendommen. (24) 3°. Idem betrekkelijk de overdracht van de concessie in zake de paarden spoorwegen in deze gemeente. ^19 en 29 van 1881 en 69, 76, 86 en 93 van 1880) 4*. Idem tot afstand van een gedeelte der Binnenveslgracht aan Directeuren der Leidsche Sajelfabriek. (22) b'. Stalen van af- en overschrijving op de begrooting voor 1880 (25) 6°. Verzoek van M. Daemen, om naar buiten openslaande deuren te maken. (27) 7°. Voorstel tot wijziging van de verordening betrekkelijk de helling van schoolgeld voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (31) 8° Verzoek van L. Den Houter Wz. betrekkelijk de heffing van haven- en doorvaartgelden. (10 en 26) Tegenwoordig 21 leden, nl. de heeren Scheltema, Donner, Zaalberg, De Goeje, Driessen, De Fremery, Hartevelt, Librecbt Lezwijn, Goudsmit, Bredius, Wilbelmy Damsté, Van der Zweep, Van der Lith, Dercksen Le Poole, Du Rieu, Juta, Cock, De Clercq, Verster en De Laat de Kanter. De aanteekeningen van bet verhandelde in de zitting van 17 Februari 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: dat Mej. Engelmann heeft bericht dat zij de betrekking van directrice aan de hoogere burgerschool voor meisjes aanvaardt; dat Prof. Zaayer de betrekking van lid der Commissie van Toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs aanvaardt. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van J. A. Longepee, om benoemd te worden tot geneeskun dige belast met het onderzoek der openbare vrouwen. Dit zal ter inzage van de leden in de leeskamer worden nedergelegd. 2°. Adres van het Bestuur der afd. Leiden van de Holl. Maatschappij van Landbouw, betredende de Böterwaag. Dit adres is van den volgenden inhoud: 'Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met de meeste hoogachting te kennenbet Bestuur van de Afdee- ling Leiden en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van (Landbouw, dat hetvoldoende aan den door de vergadering barer leden uitgesproken wenscb, zich wendt tot Uwe Vergadering met het eerbiedig verzoek om ten gerieve van den in deze gemeente gevestigden boterhandel het daarvoor aan gewezen lokaal, zijnde de Stads-waag, meer overeenkomstig de eischen van het artikel te doen inrichten. Er bestaat behoefte aan licht, lucht en reinheid, aan tafels of banken waarop de vaatjes boter kunnen worden geplaatstaan verwijderingdes Zaterdags, van de varkens en ander vee, zoowel uit de Waag als uit de onmiddellijke nabijheid daarvan, aan toezicht op de orde, aan contr6le op het stellen van de marktprijzen en op scheiding van de markt der natuur lijke van de zoogenaamde kunstboter. Groote geldelijke uitgaven zijn aan doze gewenschte verbeteringen niet verbonden waarom adressant durft vertrouwen dat het Uwen Raad zal mogen goeddunken Burgemeester en Wethouders uit te noodigen de bezwaren der belanghebbende koopers en verkoopers te doen onderzoeken en aan Uwen Raad zoodanige voorstellen te doen als kunnen strekken om aan de boter markt hier ter stede zijn van ouds gunstige bekendheid te blijven verzekeren. 't Welk doende, Het Béstuur der Afdeeling Leiden en Omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, Leiden25 Februari 1881. S. De Ceebcq Wz. Voorzitter. A. C. Smit, Secretaris." Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te stellen in han den van Burg. en Weth.' 3°. Verslag van het College van Professor en Curatoren van het Semi narium der Remonstranten. 4°. Idem van Commissarissen der bank van leening. 6°. Idem van de Commissie van Toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs. Deze stukken zullen in het gemeenteverslag worden opgenomen. 6°. Rekening van de bank van leening over 1880. 7°. Idem van de stedelijke gasfabriek over 1880, waarvan het saldo is f 68715.66J-. Overeenkomstig de voordracht worden deze gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 8°. Rapport van Commissarissen der gasfabriek over de lichtsterkte van het gas in Februari. Dit rapport zal worden gedrukt. 9°. Adres van H. A. De Ruyter, ter bekoming van grond in erfpacht. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 10°. Adres van M. J. Vreeburg, houdende bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek der Leidsche sajetfabriek tot aanplemping van een gedeelte der Binnenvestgracht. ZrrnnovBBs ulo 1881. Dit adres luidt als volgt: »Aan WelEdel-Achtbare Heeren Burgemeester, Wethouders en Leden van den Gemeenteraad alhier, Geeft de ondergeteekende M. J. Vreeburg, handelende namens de firma L. A. J. P. Vreeburg, houtkoopers alhier, met verschuldigden eerbied te kennen dat hij gelezen heeft in het Leidsch Dagblad van heden, Stadsbe- ricbten, dat UEd. in Uwe Vergadering van 3 dezer zal behandelen: Voor stel tot afstand van een gedeelte der Binnenvestgracht aan heeren direc teuren der Leidsche sajetfabriek. Dat wijl de tijd voor die vergadering zoo kort is tot een degelijk onder zoek en het doel van die heeren zeker is het in quaestie zijnde gedeelte te mogen dempen, meent ondergeteekende UEd.-Achtbaren met bescheiden heid op dezelfde bezwaren van gepasseerd jaar te moeten wijzen wat zich zeiven aangaat, en vermeent toch dat het hem niet euvel geduid worden zal UEd.-Achtb. te herinneren dat verschillende andere zaken in hunne uitoefening ten zeerste worden belemmerdweshalve verzoekt hij beleefd in deze zaak geene verandering te brengen en het verzoek van heeren Directeuren der Leidsche sajetfabriek van de hand te wijzen. 't Welk doende Leiden, 1 Maart 1881. UEd. Dv. Dienaar, M. J. Vbeebübg." Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te behandelen bij punt IV der aan de orde gestelde onderwerpen. De Voorzitter deelt nog mede dat van de tijdelijke geldleening, over 1880 aangegaan, het nog resteerend bedrag van f 20000 thans is afgelost. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is: I. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de sohool der derde klasse n°. 2. (Zie Ing. St. no. 28.) De heeren De GoejeHartevelt en Dercksen worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te willen maken. Wordt benoemd Mej. G. J. Van der Weyde, met 17 stemmen, zijnde3 blanco-briefjes ingeleverd. II. Voorstel tot benoeming van eene Commissie in zake de assurantie der gemeente-eigendommen. (Zie log. St. no. 24.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voobzitter. In de volgende vergadering zullen Burg. en Weth. voorstellen de leden dezer commissie te benoemen. III. Voorstel betrekkelijk de overdracht van de concesssie in zake de paardenspoorwegen in deze gemeente. (Zie lng. St. nos. 19 en 29 van 1881 en 69, 76, 86 en 93 van 1880.) De beer De Goeje. In het stuk van Burg. en Weth. lees ik in de laatste lange alinea: 'waarvan de coupons haar op de vervaldagen zullen worden uitgereikt" enz. Ik geloof dat het niet duidelijk is waarop dat woordje 'haar" slaat, daar in het voorafgaande over den nieuwen conces sionaris gesproken wordt. Waarschijnlijk is deze wel bedoeld, maar het is wenschelijk dat hieromtrent geen twijfel bestaan kan. De Voobzitteb. Ik geloof dat de onjuistheid meer gelegen is in 'den concessionaris" dan in het voornaamwoord 'haar". Onder het woord 'haar" moet natuurlijk de nieuwe concessionaris, dat is de Tramways-Trust-Com- pany, verstaan worden. De heer De Goeje. Ik dank u voor de gegeven inliohting; ik wenschte slechts die explicatie te vernemen. In stemming gebracht, wordt het voorstel aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Tegen stemdende heeren CockScheltema en Donner. De heer Verster komt ter vergadering. IV. Voorstel tot afstand van een gedeelte der Binnenvestgraoht aan Directeuren der Leidsche sajetfabriek. (Zie Ing. St. no. 22.) Wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. V. Staten van af- en overschrijving op de begrooting voor 1880. (Zie Ing. St. n°. 26.) Worden met algemeene stemmen goedgekeurd. VI. Verzoek van M. Daemenom naar buiten openslaande deuren te maken. (Zie Ing. St. n°. 2.) De Voobzitteb. Ten aanzien van dit verzoek is eene kleine redactie wijziging noodig in het voorstel van Burg. en Weth. Er staat'mits de deuren wanneer zij openstaan worden vastgezet". Daarbij dient gevoegd te worden'tegen den muur" worden vastgezet. Dit strekt alleen ter ver duidelijking. Het verzoek wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming inge willigd. VII. Voorstel tot wijziging van de verordening betrekkelijk de heffing van schoolgeld voor de hoogere burgerschool voor meisjes. (Zie Ing. St. no. 31.) Wordt met algemeene stemmen aangenomen. Vin. Verzoek van L. Den Houter Wz.betrekkelijk de heffing van haven- en doorvaartgelden. (Zie Ing. St. nos. 10 en 26.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 1