9 N°. 14. Leiden, 27 Januari 1881. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Commissie van Toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs, geven wij Uwe Ver gadering in overweging tot de benoeming van een zesde lid der Commissie over te gaan, terwijl wij de vrijheid^ nemen te dien einde de volgende aanbeveling aan te bieden, als: 1°. Dr. T. Zaaijer, 2°. Dr. E. A. Van der Burg. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 Januari 1881. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs te Leiden, heeft de eer u mede te deelen dat zij het zeer ge- wenscht zouden vinden wanneer het aantal leden harer Commissie weder tot zes werd gebracht, zoodat zij u in overweging geeft bij den Ge meenteraad eene voordracht voor de benoeming van een zesde lid in te dienen. Eindelijk neemt zij de vrijheid uwe aandacht daarvoor te vestigen op Dr. T. Zaaijer, hoogleeraar aan de rijks-universiteit alhier. De Commissie voornoemd, 11. Kern, voorzitter. N. L. J. Van Buttincha Wichers, secretaris. N®. 15. Leiden, 3 Februari 1881. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen het rapport der Commissie van Fabricage op het verzoek van Gebroeders Van Wijk C#., om den opstal op het Raamland onder de gemeente Zoeterwoude te mogen wegbreken en van de huur van het raamland te worden ontheven. Onder verwijzing naar bedoeld rapport geven wij U in overweging vergunning te verleenen voor het wegbreken van de opstallen, doch afwijzend te beschikken op hel verzoek om van de verdere huur te worden ontheven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 19 Januari 1881. Geven met den meesten eerbied te kennen de ondergeteekenden Gebroeders Van Wijk en Compagnie fabrikanten alhier; dat zij bij Raadsbesluit van 24 April 1879, voor den tijd van vijf jaren, huurders zijn geworden van het Raamland buiten de voormalige Hoogewoerdspoortwelke huur werd gerekend te zijn ingegaan met Kerstmis van het jaar 1878; dat zij sedert door omstandigheden die destijds niet waren te voorzien de aankoop van een perceel naast hunne fabriek Hoogewoerd-Levendaal in de gelegenheid kwamen binnenshuis zulke inrichtingen te doen daar- stellenwaardoor het drogen en ramen hunner wollen dekens in het Raamland niet verder vereischt werd; dat daardoor het doel waartoe zij het Raamland gehuurd hebben geheel vervallen is en zij mitsdien den Gemeenteraad eerbiediglijk verzoeken: hun de vrijheid te willen verleenen den opstal in bedoeld Raatnland te mogen wegbreken, en hen van de verdere huur van het Raamland te willen ontheffen. 't Welk doende enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Gebr. Van Wijk C°. Leiden, 2 Februari 1881. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request der firma Gebroeders Van Wijk <fc C°. te berichten, dat aan haar bij Raadsbesluit van 24 April 1879 is verhuurd het Raamland aan den Hoogen Rijndijk onder Zoeterwoude, voor den tijd van vijfjaren, eindigende Kerstmis 1883, dat er geen bezwaar bestaat om aan haar te vergunnen het afbreken en opruimen van de aldaar aanwezige opstallen, droogramen en huisjesmits de grond alzoo in behoorlijken toestand wordt hersteld dat er evenwel geen aannemelijke reden beslaatom haar te ontheffen van de huur van den nog overgebleven termijn, omdat zij de bevoegd heid heeft, het grasgewas ten haren voordeele te verpachten. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 16. Leiden, 1 Februari 1881. Commissarissen van de stedelijke gasfabriek hebben de eer U hierbij over te leggen het bij hen ingekomen rapport van den deskundige, belast met de controle der lichtsterkte en het chemisch onderzoek van het lichtgas in de gasfabriek vervaardigd, waar te nemen in een lokaal op 1100 meters afstand van de fabriek gelegen. De Fremery. J. I. Van Wensen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. C. Van der Zweep. Leiden, 1 Februari 1881. Ik heb de eer U te berichten, dat ik, gedurende de maand Januari 11., voor het lichtvermogen van het gas der stedelijke gasfabriek alhier gevonden heb: Gemiddelde waarde16,41 kaarsen. Grootste 17,64 Kleinste 15,65 De éénheid is het lichtdat men verkrijgt van eene spermacelikaars die 120 Eng. grein per uur verbrandt en waarvan er 6 in één Engelsch pond gaan. De gebezigde brander is de Sugg's London Argand Burner n*. 1met 24 openingen en waarbij 5 Eng. kubieke voeten (141 kubieke d. m.) gas per uur verbrand worden. Hel gas bevatte geene merkbare hoeveelheden zwavelwaterstof. Het bedrag van de zwavel in de overige zwavelverbindingen is altijd gebleven beneden het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum van 25 grein in de 100 kubieke Eng. voeten. Ik heb gevonden 14,77 grein, dus minder dan gedurende de vorige maand. Hel ammoniagehalte is gedurende de maand Januari wederom belangrijk gedaald. Het gemiddelde bedrag is geweest 4,17 grein in de 100 kubieke Eng. voeten. Ik heb tot hiertoe 2,5 grein opgegeven als het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum aan ammonia. Deze opgave was door mij ontleend aan de Journal of Gas Lighting (1877) deel 27 bl. 91 maar dit maximum schijnt later gebracht te zijn op 4 grein. De aan leiding lot die verhooging is mij onbekend. Zij kan niet gelegen zjjn in de moeilijkheid voor de gasfabrikanlen om beneden de 2,5 grein te blijven. Immers gedurende de week, eindigende met den 15 December 1880, is bij voorbeeld aan geen der stations voor het onderzoek van het gas te Londen meer dan 0,6 grein gevonden. Wat hiervan zijn moge, spoedig hoop ik U omtrent dit punt nadere inlichtingen te kunnen geven. P. L. Rijke. Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te Leiden. N°. IS. Leiden, 3 Februari 1881. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de stukken van de sollicitanten naar de betrekking van directrice aan de eerlang op te richten hoogere burgerschool voor meisjes, alsmede de door ons ingewonnen adviezen van den Inspecteur van hel middelbaar onderwijs en van de Plaatselijke Commissie van Toezicht. Na overweging van de uitgebrachte adviezen en na ingesteld onderzoek komt hel ons voor dat in de eerste plaats in aanmerking behooren te komen Mej. M. Engelmannonderwijzeres in de Hoogduitsche taal aan de middelbare school te Amsterdam, en Mej. Joh. De Lange, leeraresinde Fransche taal aan de school voor middelbaar onderwijs te Leeuwarden, zoodat de aanbevelingslijst van benoembaren, bedoeld bij art. 7 der ver ordening van 11 November 1880 (Gemeenteblad n®. 2 van 1881), door ons als volgt is vastgesteld 1°. Mej. M. Engelmann en 2°. Mej. Joh. De Lange. Wij geven in overweging alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 18. Leiden, 4 Februari 1881. Onder overlegging van de ingewonnen adviezen van de drie groote Armbesturen, op de verzoeken van de heeren Dr. Jb. Baert en J. A. Lon gepee om continuatie in de betrekkingen respectievelijk van stads-genees- kundige en stads-heelkundige, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat ook bij ons tegen die verzoeken geene bedenking is. Wij geven U derhalve in overweging genoemde heeren wederom voor den tijd van drie jaren in hunne betrekking te bestendigen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan de Edel-Achtbare Heeren Burgemeester, Wethouders en Raden der stad Leiden. Geeft met verschuldigde eer te kennen Jacob BaertMedicinae Doctor, bij besluit van den Gemeenteraad van Februari 1828 aangesteld als stads Medicinae Doctor voor den lijd van drie jarenzoo wendt hij zich tot den Gemeenteraad met verzoek om in zijne betrekking als stads Medicinae Doctor te mogen werkzaam blijven. 't Welk doende, Leiden, 21 Januari 1881. UEd. Dw. Dienaar, Jb. Baert, Medicinae Doctor. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met den verschuldigden eerbied te kennen, Jean Adrien Lon gepee, stedelijk heelkundige, dat de tijd zijner benoeming als zoodanig verstreken is, weshalve hij beleefd verzoekt wederom in die betrekking gecontinueerd te worden. 't Welk doende, Leiden, 21 Januari 1881. J. A. Longepee. Leiden, 3 Februari 1881. Voldoende aan UEd.-Achtb. uitnoodiging van 21 en 22 Jan. 11., nos. 70 en 75, om te dienen van raad en bericht omtrent het verzoekschrift van den heer Jb. Baert om continuatie in zijne betrekking als stads-geriees- kundige, en dat van den heer J. A. Longepee om continuatie in zijne betrekking als stads-heelkundige, hebben Diakenen der Ned, Herv. Gem. alhier de eer UEd.-Achtb. te berichten: Dat bij genoemd college geen bezwaar bestaat gunstig te adviseeren omtrent de verzoekschriften van beide adressanten. Diakenen voornoemd Aan HH. Burg. en Weth. der A. Werner, Voorz. gemeente Leiden. T. J. v. 't Hooft Secr. ING. STEKKEN 1881.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 1