HANDELINGEN VAN 111 GÏIMNTERAAD VAN UHDII
INGEKOMEN STUKKEN,
ter inzage van de leden nedcrgelegd.
N°. 1. Leiden, 20 December 1879.
Bij de Commissie van Financiën bestaat geen bezwaar om den
kelder onder de woning van den stadhuisbewaarder wederom voor den
tijd van één jaar te verhuren aan J. A. Frank onder de bestaande
voorwaarden, zoodat zij Uwe Vergadering in overweging geeft daartoe
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 2. Leiden, 29 December 1879.
Tengevolge van de ongesteldheid van den heer J. J. De Vink, leeraar
in het leekenenis het noodig dat in dat onderwijs aan de hoogere
burgerschool tijdelijk wordt voorzien, waarvoor eene uitgave van ƒ75 per
maand zal worden vereischtberekend naar eene bezoldiging van 100
'sjaars per uur, terwijl hel aantal lesuren 9 per week bedraagt.
Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor aan ons college de voor
een en ander vereischte machtiging te verleenen, terwijl wij u tevens
in overweging geven aan den concierge J. Noest, door wien in het on
derwijs gedurende 2 maanden is voorzien, eene gratificatie van 25 toe
te kennen. De betrekkelijke missives van de Commissie van Toezicht en
van den inspecteur van het middelbaar onderwijs zijn in de leeskamer
ter inzage van de leden nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 3. Leiden, 29 December 1879.
Door de Gedeputeerde Staten is ons bij missive van 22/27 Decem
ber jl. medegedeeld dat de inschrijving der huwelijks-aangiften niet be
hoort lot de verrichtingen van den ambtenaar van den Burgerlijken
Stand, waarvoor krachlens art. 1 der Wet van 23 April 1879(Stbl. n°. 72)
heffing van gelden is toegelaten en dat naar het oordeel van den Minister
van Binnenlandsche de Raad niet bevoegd is ter zake dier aangifte een
recht te heffenzoodat wordt verzocht eene wijziging van het raadsbe
sluit van 27 November jl. lot heffing van leges bij den Raad te bevor
deren. Ten einde aan het bezwaar van den Minister tegemoet te komen
stellen wij Uwe Vergadering voor uit het raadsbesluit voormeld hel lsle
punt te doen vervallen, luidende: 1° voor de huwelijksaangifte in een
ander lokaal op het Raadhuis dan het daartoe bestemde bureau een
gulden vijftig cents.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 4. v Leiden, 29 December 1879.
In de raadszitting van 27 November jl. werd lot ambtenaar belast
met het toezicht op de honden ter richtige invordering van de honden
belasting benoemd de inspecteur van politie M. J. Kleyn. Inmiddels is
met de uitoefening van de aan die betrekking verbonden werkzaamhe
den bedoelde ambtenaar door ons reeds lijdelijk belast op 6 Novem
ber jl.en het komt ons billijk voor, dat hem de op de begrooting
uilgetrokken jaarwedde over den lijd gedurende welken de betrekking
vóór zijne benoeming door hem is waargenomen, worde uitbetaald.
Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor ons de vereischte machti
ging daarvoor te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 5. Leiden, 31 December 1879.
Tegen de voordrachten van Burg. en Weth. tot wijziging van hel
raadsbesluit tot heffing van leges voor den burgerlijken stand, be
trekkelijk de splitsing van klassen aan de Kweekschool voor onder
wijzers, tot verhooging van het voor eenige werken aan de Tusschen-
school toegestaan crediet en betrekkelijk eene lijdelijke vernieuwing
van het onderwijs in het teekenen aan de hoogere burgerschool bestaan
bij onze commissie geene bedenkingen. Wat de voordracht ten aanzien
van de tusschenschool betreft meenen wij evenwel te moeten opmerken
dal het ons eenigermate bevreemdt dat een werk geraamd wordt op
ƒ300 waarvoor later blijkt noodig te wezen eene som van 555, uit
makende een verschil van 85 percent; wat aangaat de laatstgenoemde
voordracht geven wij in overweging de machtiging om tijdelijk in het
onderwijs in hel leekenen aan de hoogere burgeschool te voorzien en
te dien einde over de gevraagde gelden te beschikken voor een bepaal
den tijd te verleenen met bepaling dat vóór het verstrijken van den
gestelden termijn nadere voorzieningen ter zake zullen worden genomen.
Een termijn van zes maanden, gerekend te zijn ingegaan met de ziekte
van den leeraar De Vink, schijnt voldoende, zoodat alsdan de mach
tiging tot tijdelijke voorziening zoude moeten worden verleend tot
1 Mei 1880.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N°. 6. Leiden, 5 Januari 1880.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
de stukken betrekkelijk de benoeming van een onderwijzer in de gym
nastiek aan de openbare scholen voor middelbaar en lager onderwijs,
waaraan wij ons refereerenmet voorstel om tot eene benoeming over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 25 December 1879.
Edel-Achlbare Heeren!
Ik heb de eer UEd.-Achlb. bij deze beleefdelijk te berichten, dal er
op Maandag 22 dezer een vergelijkend examen gehouden is, door de
sollicitanten naar de betrekking van onderwijzer in de gymnastiek aan
de scholen voor lager en middelbaar onderwijs alhier, en in overleg met
den heer schoolopziener, den heer directeur der hoogere burgerschool en
den heer directeur der kweekschool voor onderwijzers, de volgende voor
dracht werd opgemaakt:
N". 1 W. Rutgers te Leeuwarden en n°. 2 W. Scharroo te 's Gravenhagë.
Met betuiging van diepe hoogachting,
Edel-Achlb. Heeren!
Den Edel Achib. Heeren Burg. UEd. dv. dienaar,
en Weth. dezer gemeente. J. S. G. Disse,
leeraar aan voornoemde scholen.
Leiden 1 Januari 1880.
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
In antwoord op uwe missive van 31 December 1879, n#. 1060, en
onder terugzending der stukken betreffende de sollicitanten naar de be
trekking van onderwijzer in de gymnastiek aan de scholen voor middel
baar en lager onderwijs, hebben wij de eer u te berichten, dat wij ons
in deze vereenigen inet het door den leeraar in de gymnastiek uitge
brachte advies dd. 25 December jl.
De Commissie van toezicht op de scholen
voor middelbaar onderwijs te Leiden
P. L. Rijke, Voorzitter.
N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris.
Leiden, 4 Januari 1880.
Onder terugzending der bijlagen van Uw schrijven van 3 Januari jl.,
n°. 9, heb ik de eer te berichten, dat er bij mij geen bedenking is
legen eene aanbeveling voor leeraar in gymnastiek, als door den heer
Disse is opgemaakt.
Aan Heeren Burg. en De Inspecteur van het middelbaar onderwijs,
Weth. van Leiden. Steyn 1'arvé.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
Ihg. stokken 1880.
<7
V