69 wijs te Hoen genieten, stellen zich Burg. en Weth. voor, het hoogste peil van de lagere school wat te verlagen.' Trgen dit stel-el mienen wij ons echter ernstig te moeten verzetten, omdat, naar de verklaring van tal van geneeskundigen, middelbaar onderwijs, evenals elke sterke herseninspanning schadelijk is voor de physieke ontwikkeling van vele meisjes, omdat voorts er eene menigte voor vrouwen nuttige kundigheden zijn, die men niet op de middelbare school leert en die voor de meisjes, die wij bedoelen, nut tiger zijn, dan wis- en natuurkunde en letterkunde van vreemde talen, en omdat eindt lijk de meisjes, die niet de middelbare school zullen bezoeken, evenzeer nuttige leden van de maatschappij kunnen zijn als haar meer intel- lectueele gezellinnen. Voor de meisjes, wier belangen wij bij u waarnemen moet bet peil van de lagere school eer wat verhoogd dan verlaagd worden. Voor deze, maar ook voor deze alleen moet de gang van het onderwijs in de hoogste klassen eer wat worden vertraagd dan versneld. Hetgeen men moet trachten te bertikeii is goede kennis van de beginselen der levende talen, niet van bare letterkunde, al is het op school lezen van een tragedie of comedie volstrekt geen verboden waar. Hetgeen men verder moet ver krijgen is eenig begrip van nieuwe geschiedenis en geschiedenis der middel eeuwen en kennis van enkele hoofdfeiten der oude geschiedenis, goede kennis der Nederlandsche taal, ook al gaat die niet zoover, dat men elke nieuwste uitzondering der nieuwe spelling goed in het boofd heeft. Voorts zullen er goede notiën van geographie moeten vei kregen worden en de be* giuselen van bet rekenen, vooral de hoofdregels, met de grootste zorg moeten zijn aangeleerd met het oog op het dagelijksch leven. Deze kennis, die door het leven, ook in die vakken, ongrtwijfrld wat zal worden aan gevuld, is als schoolkennis voldoende om de gansche groep van meisjes, die wij in de eerste plaats op het oog hebben, te maken tot sieraden ook van een zeer beschaafd huisgezin; meerdere schoolkennis dan deze is voor die meisjes niet noouig. Minder echter te geven, het peil der lagete school te verlagen, zoodat bijv. de beginselen van de vreemde talen niet voldoende meer geleerd wordenzou te kort doen aan betgeen de ouders dezer meisjes recht hebben te verlangen. Het onderwijs, dat wij als voldoend «c^oo/ondemijs voor die meisjes geschetst hebben is vooral ook daarom voldoende, omdat bet aan haar een tijd van rust en opgewektheid, die zij anders niet zouden hebben, overlaat voor eene menigte zaken, welke aan de middelbare scholen evenmin als aan de lagere scholen eene ruime plaats kunneD innemen. Wij bedoelen daaronder muziek, een meer omvattend onderwijs in de vrouwelijke handwerken, een meer uitvoerig teekenonderwijs en Diet bet minst de kunst om die velerlei kleine huiselijke plichten goed waar te nemendie vooral door deze meisjes goed beoefend moeten worden. Aizoo opgeleid naar haren eigenen vrouwelijken aanleg en vatbaarheid zullen zij tot nuttige vrouwen opgroeien niet bedorven door eene met inspanning en weerzin overgenomen schoolkennis, die of vervloeien zou, of, indien er iets als geheugenwerk bijbleef, baar tot halfgeleerde vrouwen zoude maken". De heer De Goeie. Ik geloof niet dat dit het advies is van de ge- heele Schoolcommissie. Maar hoe dit zij zoowel de stellers van deze zin sneden als de beer Le Poole schijnen uit te gaan van het schrikbeeld, dat meu zich zonder groud van de middelbare school voor meisjes maakt. Wat is het doel van de stichting dezer 9cbool f Na een langdurig en ernstig onderzoek was bet schooltoezicht tot het stellige resultaat gekomendat eene combinatie van tien of elf goed bezette klassen, onder ééne hoofd onderwijzeres niet in het belang van de leerlingen was. Men wenschte dus de hoogste klassen af te scheiden, en onder een afzonderlijk hoofd te plaatsen. Dat is meermalen in den Raad betoogdtijdens ik nog niet de eer had raadslid te zijn. Wanneer men nu de klassen voor meisjes van 13 jaren en hooger tot eene zelfstandige school maakte, dan kon deze bezwaarlijk nog eene school voor uitgebreid lager onderwijs heeten maar kwam in de categorie vsn het middelbaar onderwijs. De middelbare meis jesschool treedt dus gebeel in de plaats van de hoogste afdeeling der be staande meisjesschoolen ik hoop dat het onderwijs aan de middelbare school gegeven ook feitelijk betzelfde, hoewel vermeerderd en verbeterd, zal wezen als dat, hetwelk thans in de hoogste klassen van de meisjesschool wordt verstrekt, zoodat er werkelijk dezelfde aansluiting zal bestaan, als thans tusschen de laagste en hoogste afdeeling. Hebben nu sommige ouders eene andere bedoeling met de opvoeding van hunne meisjes, dan moeten zij dat weten. Wenscben velen het onderwijs op Oe meisjesschool voor lager onderwijs te verlengendan kan dit onderwerp weer als een voorstel op nieuw in behandeling komen. Doch ik geloof dat de Raad volkomen het recht heeft te besluiten tot eene af-chaffing op de lagere school van de leer vakken, die tot dusver in de hoogste af leiding werden onderwezennu deze hoogste afJeeling tot eene zelfstandige inrichting gemaakt is. De heer Le Poole met verlof van de vergadering voor de derde maal het woord voerende, zegt: Zeer verbaast het mij uit den mond van een oud-schoolopziener te vernemendat de ouders dan zelf maar moeten weten, waarheen zij hunne meisjes zullen zenden. Ik dacht dat er gelegenheid moest zijn om overal voldoend lager ouderwijs te ontvaugeD. Die gelegen heid worilt nu hier afgesneden. De heer De Goeje erlangt voor de derde maat het woord en zegt: De toestBnd blijft volkomen dezelfde. Wat tot dusver hoogste afdeeling heette, krijgt slechts een anderen naam; er is dus eene behoorlijke gelegenheid tot het ontvangen van voortgezet onderwijs. Naar mijne overtuiging bestaat er om die reden geen genoegzame behoefte aan uitbreiding der leervakken aan de lagere school in die mate als de heer Le Poole schijnt te wenschen. De heer Le Poole. Ik herhaal nogmaals, dat de wet alleen voor jongens bet onderwijs zelfstandig splitst, wanneer zij de lagere school hebben afgeloopenmaar niet voor meisjes. Deze hebben een andere be stemming, en door deze regeling wordt het peil van het uitgebreid lager onderwijs verlaagd en wordeD de ouders gedwongen hunne meisjes naar de middelbare school te zenden. Daartegen kom ik op. De heer CocK. Ik wensch te constateerendat de voorgestelde redactie van art. 2, daar zij het Engelsch en het Hoogduitsch uitsluitnoodzakelijk leidt tot schooldwang. Immers, wanneer men bedenkt, dat hier sprake is van eene meisjesschool der 1ste klasse, die van Juffrouw Jesseen men ver der let op den maatschappelijken stand der leerlingenwelke die school be zoeken, meen ik gerust te mogen zeggen, dat het van de ouders der daar schoolgaande meisjes niet denkbaar is, dat zij zouden kunnen gedoogen dat hunne dochters van onderwijs in Engelsch en Hoogriuitspb beroofd bleven. In onze eeuw i9 kennis dier talen onmisbaar. Door dus te bepalen, dat er voortaan op de school van Juffrouw Jesse geen Engelsch en Duitsch meer zal geleerd worden, dwingt men de ouder9 hunne kinderen na weinige jaren naar de hoogere burgerschool voor meisjes te zenden, niettegenstaande beide talen, overeenkomstig de bepaling der wet, wel degelijk een onderdeel blij ven van liet lager onderwijs. Dat men het intusschen daarop aanlegt of minstens het zóó tracht te schipperen, verwondert mij niet. Het is alweer een verderfelijk gevolg van ons besluit lot oprichting der hoogere burger school voor meisjes. Ik wil niet dat het lager onderwijs de kop ingeknepen wordt. Ik zal tegen het artikel stemmen, omdat voortaan geen EngeUch en Duitsch meer onderwezen zal worden op de school van Juffrouw Jesse. De Voorzitter. Alleen wensch ik te zeggendat de wet de regeling facultatief stelt en de Raad de verordening vaststelt. Thans behandelen wij de concept-verordening, maar voordat zij tot verordening verheven is, moet zij door den Raad zijn goedgekeurd. Keurt de Raad deze verordening goed dan is dit het werk van den Raadniet van de Schoolcommissie of van hen die de verordening voordragen. De algemeene beschouwingen worden gesloten. Art. 1 wordt goedgekeurd. Art. 2 wordt met 13 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Verster, ScheltemaCock Le PooleDereksen en Brediu8. Art. 3. De heer De Goeje. In de verordening voor het middelbaar onderwijs is aangenomen dat de leerares in de plant- en dierkunde ook les kan geven aan de meisjesschool 2de klasse. Derhalve zou in de 5de alinea moetèn worden opaenomen vak h, als gevolg van de bepaling in de verordening zooeven aangenomen. De Voorzitter. Ik stel voor in de 5de alinea op te nemen letter h. Art. 3 wordt, aldus gewijzigd, goedgekeurd. Art. 4 wordt goedgekeurd. Art. 5. De heer De Goeje. Ook daar zal de letter h in de 4de alinea moeten vermeld worden. De heer Le Poole. Ik zie uit de verordening dat op de meisjesscholen lste en 2de klasse precies dezelfde vakken worden onderwezen. Waarom moeten er nu meer onderwijzeressen bij de eene school zijn dau bij de andere? Ik zie geen behoefte aan meerdere onderwijzeressen waar de omvang van het onderwijs precies dezelfde is. De heer De Goeje. Dat is eene quaestie die van het getal leerlingen afhangt. In de meisjesschool lste klasse is het getal lager dan in die der 2de klasse. De onderwijzeressen zijn noodig in verhouding tot het aantal leerlingen. l)e heer Le Poole. Dus de vermeerdering van onderwijzend personeel staat alleen in verband met het aantal leerlingen. Artt. 57 worden goedgekeurd. Art. 8 wordt, nadat daarin het cijfer der jaarwedde van het hoofd der jongensschool 2de klasse is vastgesteld op ƒ2100, in plaats van 2300, goedgekeurd. Art. 9gelijk het nader is gewijzigd. De heer De Goeje. Een enkel woord over die bepaling van alinea 4, die alleen strekt om te voorkomen dat de onderwijzer, over wien men niet tevreden is, recht op verhooging van jaarwedde zou kunnen laten gelden. Ik wensch dit te verklaren ter wegneming van een misverstand buiten den Raad ontstaan. Aan bet slot van het art. zal moeten worden opgenomen eene regeling voor de vakonderwijzeres voor h. Ik stel voor te bepalen dat wanneer zij aan de meisjesschool 2e kl. onderwijs geven zal, zij over elk lesuur per week ƒ50 's jaars zal ontvangen. In de laatste al. moet worden bijgevoegd lett. h. Art. 9aldus gewijzigdwordt goedgekeurd. Artt. 10 en 11 worden goedgekeurd. De heer Le Poole. Mijnheer de Voorzitter! Ik wensch alleen mede te deelen dat ik gaarne zou hebben medegewerkt om deze verordening te helpen vaststellenmaar tengevolge van het gewichtige beginsel in artikel 2 neergelegd zie ik mij verplicht mijne stem tegen deze verordening uit te brengen. De verordening wordt hierop met 13 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Verster, Scheltema, Cook, Le Poole, Derek sen en Bredius. De Voorzitter. Aan de orde is thans de Ille verordening, houdende instructie voor de hoofden der openbare lagere scholen. Er worden geen algemeene beraadslagingen gevoerd. De artikelen worden achtereenvolgens goedgekeurd, de artt. 2 3 en 5 met de later daarin door Burg. en Weth. voorgestelde wijzigingen. De geheele verordening wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Aan de orde is de IVe verordeninghoudende instructie voor het hulppersoneel. Er worden geen algemeene beraadslagingen gevoerd. De artikelen worden achtereenvolgens goedgekeurd, met bijvoeging van een nieuw art. 7a en met wijziging van artt. 6 en 8 overeenkomstig het □ader voorstel van Burg. en Weth. De geheele verordening wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Aan de orde is de Ve verordening, regelende het on derwijs in teekenen en gymnastiek, dat aan de openbare lagere en middel bare scholen te Leiden gegeven wordt. Na wijziging van het intitulé, waarbij het woord »teekenen" in 'band- teekenen" wordt veranderd worden artt. 13 goedgekeurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 18