88 leeraressen voor het handteekenen en de gymnastiek worden bij afzonder lijke'verordening geregeld?" De Voorzitter. Dat was mijne bedoeling, toen ik daareven zeide dat letters f en vervielen, daar bij afzonderlijke verordening eene regeling omtrent liet bandteekenen en de gymnastiek zou plaats hebben. Het gewijzigd artikel 1 wordt met 18 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemdende heeren Cock en Le Foole. Art, 2 wordt goedgekeurd. Art. 3 eveneensmet. weglating der daarin genoemde letters f en l. 4/C 4 eveneens, met weglating van letter l. Art. 5 wordt goedgekeurd. Art. 6 eveneens, gewijzigd als door de heeren De Goeje en Van der Lith is voorgesteld. Art. 7. De heer Le Poole. Om getrouw te Wijven aan mijn vroeger standpunt merk ik op dat dit artikel niet overeenkomt met art. 29 der wet op het middelbaar onderwijs, luidende: »De directeuren en leeraren der gemeente- scholen worden benoemd dopr den Gemeenteraad, die vooraf een aanbe velingslijst van benoembaren ontvangt, door Burg. en Weth.na verhoor van den Inspecteur, opgemaaktZij worden ontslagen door den Gemeen teraad Burg. en Weth. en den Inspecteur geboord...." Dit geschiedt nu volgens deze concept-verordening anders. Hier is de Commissie van Toezicht opgenomen. De Voorzitter. Ik geloof niet dat hier strijd is met de wet. Wij mogen niet nalaten den Inspecteur te hoorenmaar niets verhindert ons te bepalen dat ook het advies der Commissie van Toezicht gevraagd zal worden. Ik geloof zelfs dat wij dat advies ook zouden mogen vragen al nam de Raad de bi-paling niet in de verordening op. Advies vragen strekt alleen om zoo goed mogelijk ingelicht te worden en er kan dus nooit strijd met de wet beslaan, wanneer getracht wordt inlichtingen te verkrijgenoqk bij personen pf corporatiën welke de wet niet met name aangeeft; de strijd met de wet zou alleen dan bestaan als in de verorde ning de Inspecteur niet genoemd werd. De beer Le -Poole. Strijd met de wet is er niet, maar jk vreesde dat er ppnflicten zouden kunnen ontstaan. De vraag is: wanneer vangt de taak van 4e Commissie van Toezicht aan, voor of na hare benoeming? Ik ge- Ipjof na hare benpeming. Alsdan heeft zij te onderzoeken of de benoeming geschied js overeenkomstig de voorwaarden bij de wet gesteld, of de nieuw genoemde voldoet aan de voorschriften van artt. (215 26 of 27. Iutusschen zal ik er niet verder op aandringen. ijArtt. 7-r-9 worden goedgekeurd. Hat ontwerp in zijn geheel wordt met 17 tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Verster, Cock en Le Poole. Ille Ontwerp. Besluit regelende de heffing van schoolgeld voor de leer lingen van de hoogere burgerschool voor meisjes te Leiden. De heer Cock. Mijnheer de Voorzitter! Brengt gij niet de verschillende zinsneden van dit besluit in stemming? De Voorzitter. Wanneer dit verlangd wordt. Pc heer Qoqk. Ik heb bezwaar tegen het Lage bedrag -van bet school geld. Ik zou willen voorstellen het schoolgeld voor het bijwonen van al de le^ep op f 100 te bepalen en de onderdeeien in evenredigheid te verhoogen. Ex is over de quaestie van de hoegrootheid der schoolgelden in deze ver gadering, ecnige jaren geleden, reeds zooveel gesproken, dat ik het niet wenscbelijk vind in herhaling te treden. Mijn voorstel steunt op twee motieven. Ten eerste wordt door het stellen van een laag schoolgeld de concurrentie van het bijzonder onderwijs onmogelijk gemaakt. Ik verneem toch dat bier ter stede minstens ééue zeer bloeiende bijzondere school voor meisjes bestaat, ongeveer met die van Jpffr Jesse overeenkomende, waar een schoolgeld van f 100 betaald wordt. Door f 60 op de gemeentelijke inrichting te beffen doodt men de concurrentie in het algemeen en bedoelde school in het bijzonder. Dat is verderfelijk voor het onderwijs. Ten tweede geldt het hier eene school voor rijke lui en ik zie de noodzakelijkheid niet in dat de .stad subsidie geve aan de rijke lui. Dat ik deze door mij ge bezigde uitdrukking van «rijke lui" in verstandigen zin wensch opgevat te zienspreekt vanzelf. Ik stel voor altijd indien het voorstel ondersteund wordt, waarmede ik mij weinig vlei het schoolgeld pp ƒ100 vast te stellen- Het voor gestelde bedrag van 45 wordt dan ƒ75, van ƒ1,0 wordt ƒ16 en van ƒ15 wordt f 24 enz. Het voorstel van den heer Cock wordt voldoende ondersteund. De heer Le Poole. Tot bevestiging van betgeen de heer Cock zegt omtrent het dooden van het bijzonder onderwijs bier ter stedewensch ik mede te deelendat ik reeds vernomen heb dat vele meisjes van de school van Mej. Lange deze zullen verlaten en op de hoogere burgerschool zullen komen. Het voorstel van den beer Cock, om het schoolgeld op f 100 te stellen en de andere cijfers in evenredigheid te verhoogen wordt met 13 tegen 7 stemmen verworpen. Voor stemden: de heeren Verster, Scheltema, Du RieuCock Le Poole Dercksen en Bredius. Het Ille ontwerp wordt hierop met 14 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Verster, Scheltema, Cock Le PooleDercksen en Bredius. IVe Ontwerp. Verordening regelende de invordering van schoolgeld voor de leerlingen der hoogere burgerschool voor meisjes te Leiden. Er worden geene algemeene beraadslagingen gevoerd. Art. 1. De heer Vbrster. Op art. 1 heb ik eene aanmerking, die alleen de redactie geltty. Ik zoude den aanhef van dat artikel in overeenstemming willen brengen met d.e andere verordeningenen in den aanhef de woorden: «■dit schoolgeld" veranderen jn: »Het schoolgeld voor de leerlingen der hoogere burgerschool voor meisjes". Er is nog van geen schoolgeld ge sproken en dan kan men de verordening toch bezwaarlijk doen aanvangen met de woorden edit schoolgeld". De Voorzitter. Ik geloof niet dat daartegen eenig bezwaar bestaat, ofschoon bet niet bepaald noodig is, omdat aan het boold staat de »iovor dering van schoolgeld" enz. De heer Verster. Volkomen juist. Maar in de andere verordeningen wordt, niettegenstaande in den titel wordt vermeld waarover zij handelen, in het eerste artikel toch niet gelezen: «-Deze school", noch: »Deze jaar wedden", maar wordt de titel herhaald. Mijn voorstel heeft geen ander doel dan om overeenstemming in de redactie der verordeningen te brengen. De Voorzitter. Meent de heer Verster dat het opschrift de bedoeling niet genoegzaam uitdrukt, dan heb ik geen bezwaar tegen de redactie wijziging, zoodat zij door Burg. en Weth. wordt overgenomen. Ik beb alleen willen aantoonen dat de voorgestelde redactie grammaticaal niet on juist was. Art lgewijzigd in den zin als door den heer Verster is aangegeven wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 2 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Het IVe ontwerp wordt met algemeene stemmen aangenomen. De beer Van der Lith verlaat de vergadering. XIII. Ontwerp-verordeningen tot regeling van het lager onderwijs I, II, III, IV, V, VI en VII. (Zie Ing. St. nos. 198, 206 en 208.) I. Verordening bepalende bet getal der scholen voor openhaar lager onderwijs te Leiden, den omvang van bet onderwijs op elke school, den bijstand aan de hoofden der scholen te serieenen en de bezoldiging van het onderwijzend personeel. De algemeene beraadslaging wordt geopend. De heer Le Poole. Ik wensch geene algemeene beschouwingen in het midden te brengen uan na beantwoording dtzer vraag: of het nu de be doeling is dat de meisjes die thans nog de school voor meer uitgebreid lager onderwijs bezoeken allen naar de hoogere burgerschool voor meisjes zullen afgevoerd worden. De Voorzitter. Deze vraag is op het oogenblik niet te beantwoorden. De Raad heeft de noodige fondsen toegestaanten einde de lokalen van het voormalig No9ocomium in te richten tot leerlokalen voor de hoogere burgerschool voor meisjes. Het voornemen bestaat bij de Commissie van Toezicht een advies te vragen omtrent den overgang. Zoolang dat advies niet uitgebracht is, kunnen er geen bepaalde voorstellen en mededeelingen aan den Raad gedaan worden. De heer Le Poole. Dan moet ik opmerken dat bet voor mij moeilijk zal zijn voor deze verordening te stemmen want dan zie ik hier bet uit oefenen van een soort van schooldwang. Ik kan mij toch nog ouders voor stellen die, hoewel voor openbaar lager onderwijs, er niet op gesteld zijn hunne meisjes »de voorrechten vao het middelbaar onderwijs deelachtig" te mBken. Voor jongens zie ik na het bezoeken der lagere scholen bet onderwijs zelfstandig gesplitst in middelbaar onderwijs, om hen voor het ge wone burgerlijk leven voor te bereiden en in hooger onderwijsom hen vpor de hoogste betrekkinnen te bekwamen; maar voor meisjes zie ik daar van niets in onze wetten geschreven. Het geldt hier eene principiëele qoaestie. Zal ieder meisjedat de school van m. u. 1. o. bezoektper se afgevoerd worden naar de middelbare school voor meisjes? De heer De Goeje. Ik geloof ook dat de vraag, door den heer Le'Poole gesteld, voor oogenblikkelijke beantwoording niet geheel vatbaar is. Indien de heer Le Poole onder afvoeren het toepassen van dwang verstaat, zooitat de meisjes gedwongen zouden worden de hoogere burgerschool te bezoeken durf ik wel zeggen dat dit onmogelijk de bedoëling kan wezen. Het zal zeer zeker wenschelijk zijn dat de hoogste klassen van de meisjesschool bij de opening der middelbare school eenvoudig overgeplaatst wordenen dat ook voortaan de leerlingen uit de zesde klasse even regelmatig naar de hoog9te klasse der hoogere burgerschool over zullen gaanals tegenwoordig naar de zevende klasse. Maar het programma voor het toelatingsexamen moet nog worden vastgesteld en de practijk zal moeten leeren of de leer lingen die de hoogste klasse der lagere meisjesschool hebben afgeloopen io den regel tot de iniddrlbare school kunnen bevorderd worden. De Raad heeft ongetwijfeld de verplichting aan alle meisjes gelegenheid te geven tot het ontvangen van onderwjjs, doch behoeft m. i. hetzelfde onderwijs niet tweemaal te doen gevenèn op de lagereèn op de middelbare school. De quaestie is vroeger reeds besproken, of het meer uitgebreid lager onder wijs voor jongens in stand behoorde te blijven naast de hoogere burgerschool en het gymnasium. Een poos heeft dit er naast gestaan; allengs heeft de practijk het overbodige ervan aangetoond, en eindelijk is het beperkt tot daar waar bet onderwijs op de middelbare en voorbereidende hoogere school aanvangt, zoodat er meer aansluiting verkregen werd. De beer Le Poole. Eilieve, dat is volkomen waar, voor zooveel de jongens betreft. Voor hen moeten wij zorgen dat er, bij het verlaten der lagere school, hoogere burgerscholen en gymnasia zijn. Waar staat het echter voor de meisjes voorgeschreven? Een gemeenteraad moge al beslui ten: er zal alhier eeue hoogere burgerschool voor meisjes zijn met vijf jarigen cursus, maar om, tot bet bezoeken van die school, het peil van het lager onderwijs te verlagen en zelfs geen Duitscb of Engelsch op de scholen le klasse te laten leeren, dat gaat te ver. De letters m, n zijn niet opgenomen in de vakken van onderwijs, zoodat de school le klasse nu geheel gelijk zal worden, zooals wij straks zullen zien, aan de school 2e klasse voor meines. Mijnheer de Voorzitter, ik beb hier voor mij een belangrijk rapport van de Plaatselijke Schoolcommissie aan den Gemeente raad van Amsterdamalwaar voor meisjes eene hoogere burgerschool is met driejarigen cursus. Zij schrijft daarin het volgende, met betrekking tot plannen van inkrimping van het onderwijs op de meisjesscholen 2é klasse, hetwelk, nu bij ons le en 2e klasse gelijk zullen worden, bier van toepas sing is: »Om aan alle meisjes van meer dan 14 jaar het middelbaar onder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 17