84 brenging in 'Ie gemeentekas van voor sohoolbouw enz. verkochte kapitalen. Derhalve wordt door Burg. en Wetb. voorgesteld dezen post te brengen op 5000. Ik stel nu voor den post te laten vervallen op grond van bet besluit door den Raad ten vorigen jare genomen. Toen werdop grond dat de rentegarantie aan de duinwaterleiding beneden het maximum was ge daald besloten den verkoop van Inschrijvingen zooveel te verminderen als men aan rentegarantie- weer had gewonnen. In het vorige jaar werd de voor rentegarantie nitgetrokken som vau 22500 met ƒ4500 ver minderd, zoodat zij dat jaar uitgetrokken was op 18500, en tevens besloten die 4500 te kapitaliseeren. Nu is die post dit jaar zoo uitgetrokken, dat, in plaats van 22500, wij slechts te betalen hebben 16000. Der halve is er tusschen de volle rentegarantie en de som die thans betaald wordt, een verschil van ƒ6500. In het stelsel, door den Raad ten vorigen jare aangenomen, stelt de Commissie van Financiën voor ƒ5000 niet te verkoopenomdat de volle rentegarantie niet meer zal worden uitbetaald maar wij daarbeneden blijven tot een bedrag van ƒ6500, dus meer zelfs als het bedragdat wij wenscheD te kapitaliseeren. Ook om eene andere reden moet, naar ons inzien, de ƒ5000, waarvan hier sprake is, worden belegd. Die som is aflossing van geldendoor ons aan de gasfabriek ge leend, dus uit kapitaal voortkomende, en weder tot kapitaal te vervormen. Burg. en Wetb. willen daarentegen die som verbruiken en de gewone uit gaven daaruit bestrijden. Dit gaat naar onze meening niet aan. Wat wij uit ons kapitaal aau de gasfabriek gegeven hebbenmoet weder kapitaal wordenvooral ookomdat de fabriekhoe rentegevend ook op het oogen- blik, geene zekere bezitting is. Ik mag niet ontkennen, dat ik voor het lot van ons voorstel vrees. Nu de Raad eenmaal besloten beeft, de som men, voor schoolbouw uitgegeven, niet meer te kapitaliseeren, vrees ik voor de doorvoering van dat stelsel. Toch blijft de Commissie baar voorstel ten ernstigste aanraden, omdat 1° de gasfabriek onzekere bezitting is en 2° het niet aangaatde sommendie ons van het geleende kapitaal worden terugbetaald, eenvoudig voor de dagelijksche uitgaven te besteden, vooral nu de uitgaven voor de duinwaterleiding zoo belangrijk minder zijn. Neemt men ons stelsel aandan komt men tot langzame vorming van kapitaal en werpt niet alles op het nageslacht. De Voorzitter. Hoe gaarne zij dit ook zouden willen, Burg. en Wetb. kunnen het amendement niet overnemen. Wanneer ik ooit zooals men dat in het dagelij ksch leven zegt van eene slechte reis ben gekomen dan is het verleden jaar geweest, toen ik meende, bij wijze van aangename verrassing, aan den Raad te kunnen mededeelen, dat de post voor rente garantie ten behoeve van de duinwaterleiding met ƒ4500 kon worden ver laagd. Een groot deel van de tegenwoordige leden van den Raad beeft alles bijgewoondwat aan het verleenen van concessie tot aanleg eener duin waterleiding is voorafgegaan. Wij weten allen, hoe lang het geduurd beeft alvorens het onderzoek naar de mogelijkheid van dergelijke inrichting in onze ge meente was afgeloopen want men verwachtte dat zij hare financiëele krachten verre zou te boven gaan. Eindelijk is de duinwaterleiding toch gekomenen heeft men zich de belangrijke opoffering van ƒ22500 'sjaars getroost, ofschoon men zich niet ontveinsde dat daardoor op de gemeente een zeer zware last geladen werd. Toen ik nu verleden jaar de overtuiging had ge kregen, dat de post voor de rentegarantie aanzienlijk kon worden verlaagd, dacht ik dat de gelegenheid om die zware lasten te verminderen gretig aan gegrepen zoude worden. Dochzooals ik reeds zeideik ben van eene slechte reis gekomenwant men heeft de lasten voor het tegenwoordige geslacht gelaten zooals zij waren en heeft het volgende geslacht ook dat cadeau gedaan. Wij zijn nu gelukkig van dien aankoop van kapitaal voor de scholen af, doch hebben nu nog altijd de afschrijving van de gasfabriek. Alvorens te besluiten of deze post van 5000 voor verkoop van kapitalen kan behouden blijvendienen wij in de eerste plaats na te gaan hoeveel schuld er nog op de gasfabriek rust. Die schuld bedraagt op het oogenblik nog 250,000. Wanneer wij nu deze inrichting met al hare gebouwen, inventaris, terreinen, materiëel, machineriënwoonhuis en bijbehooren taxeeren dan geloof ik dat veilig kan worden aangenomendat door dat alles het kapitaal ruim vertegenwoordigd wordt dat nog onafgedaan is zoo dat, wanneer de zaak geliquideerd werd, wij daarop geen schade zouden lijden. Ik meen derhalve dat wij veilig de verdere aflossing van dat kapi taal eenigen tijd kunnen uitstellen, en dat wij de inkomsten kunnen ver meerderen met den verkoop dezer inschrijving. Ik zal natuurlijk niet be weren dat het gas niet te eeniger tijd door iets anders vervangen zal wor den maar in de eerste jaren behoeft men daarop niet te rekenen. Verleden jaar heeft men gemeend dat het gaslicht uitgediend had de actiën van gas maatschappijen in Engeland daalden op onrustbarende wijze, want het elec trisch licht zoude weldra het gaslicht vervangen. Het is al spoedig geble ken dat die voorstelling geheel uit de lucht gegrepen was. Maar aanne mende zelfs dat bet electrisch licht op even ruime schaal als bet gaslicht toegepast kon worden, dan is de gasfabriek daarom nog niet waardeloos; zij zoude dan in eene fabriek van electrisch licht veranderd kunnen wor den. Wanneer wij de zaak moesten liquideeren de waarde aan materialen ware zeker niet lager dan^ het onafgelost kapitaal. Waarom dan nu den te- genwoordigen belastingschuldigen zwaardere lasten opgelegd dan noodig is en den maatregel vau verdere afschrijving niet uitgesteldtotdat de rentega rantie ten behoeve van de duinwaterleiding tot een lager cijfer gedaald ia, zoodat men eenigszins nadert tot denzelfden toestandwaarin wij verkeerden voordat de duinwaterleiding werd aangelegd f Burg. en Weth. moeten dus dringend de aanneming van bet amendement ontraden. De voordeelen van de duinwatermaatschappij, en hoogstwaarschijnlijk ook die van de gasfabriek, zullen aan het nageslacht ten goede komen. En wanneer ik hier spreek van ^nageslacht", gebruik ik eigenlijk een onjuist woord; want met bet oog op het -steeds toenemend gebruik van het duinwater, laat het zich aanzien dat de rentegarantie zoo spoedig zal verminderd zijn, dat zij ook voor ons op houdt een last te zijn. Ik zie den heer Cock een bedenkelijk teeken maken. Ik wil hem echter berinneren dat in bet volgend jaar in de academische gebouwen het gebruik van duinwater zal aanvangenalsmede in bet deten tiehuis, zoodat de ontvangsten belangrijk zullen toenemen. Bovendien worden dagelijks nieuwe contracten met particulieren gesloten. Ik geloof dus dat wij veilig de vermindering der schuld van de gasfabriek eenigen tijd kunnen uitstellen. De heer Van Iterson. Mijnheer de Voorzitter! Daar is nu reedseenige jaren achtereen bij de behandeling der begrooting heslotendat, om de rentegarantie aan de duinwater-maatschappij te voldoen de gelden gedeel telijk zullen worden gevonden uit belastingen en gedeeltelijk door verkoop van kapitaal. Dat beginsel heb ik vroeger verdedigd en in die meening ben ik niet verandeid. Het bedrag uit belastingen te vinden moet, dunkt mij zijn een constant-bedrag en wanneer de bijdrage van de gemeente aan de duinwater-maatschappij vermindert, dan moet die mindering niet ten goede komen aan de bijdragen uit de belastingenmaar aan den post die verkoop van kapitaal aangeeft. Wij toch hebben vroeger besloten, dat met het oog op de voordeelen, welke het tegenwoordige geslacht en het nageslacht uit de duinwaterleiding trekken, de billijkheid medebracht dat wij en zij een deel betalen. Wij hebben die verdeeling gemaakt en ons daaraan gehouden. Ik wensch dat wij ons nog daaraan zullen houden en aan de duinwater maatschappij evenveel zullen betalen uit de belastingen als in vorige jaren en dat, wanneer de duinwater-maatschappij minder noodig beeft, dat ten goede zal komen aan bet kapitaal der gemeente. Op dien grond stel ik voor, in plaats van 5000, ƒ3000 uit te trekken, zijnde ƒ2000 minder dan Burg. en Weth. voorstellenen zulks op grond dat de gemeente 2000 minder heeft uit te keeren. Het amendement van den heer Van der Lith heeft eene wijdere strekking. Hij wil niets verkoopen. Ik meen dat het consequenter is te blijven bij het vroegere besluit en uit de belastingen evenveel te betalen als vorige jaren, maar ook niet meer. De heer Van deb Lith. Mijnheer de Voorzitter! Vergun mij op te merkendat ik eene andere beschouwing van de zaak heb als de vorige geachte spreker. Wat is de toestand? Ten vorigen jare is ik meen op voorstel van den heer Van Iterson besloten den post Verkoop van kapitalen te verminderen met 4500, op grond dat toen de garantie aan de duinwater-maatschappij was 4500 beneden het maximum. Nu is zij 6500 daarbeneden. Wanneer nu de heer Van Iterson voorstelt, niet ƒ5000 te beleggen, maar slechts ƒ3000 daarvoor uit te trekken, dan gaat hij niettegenstaande de garantie aanmerkelijk meer dan het vorige jaar beneden het maximum is ƒ2000 terug. Ik geloof dat de zaak iets nader moet worden toegelicht, omdat zij eenigszins geëmbrouilleerd is. Veleden jaar was de post 'Verkoop van kapitaal" door Burg. en Weth. uitgetrokken op ƒ10700, maar verminderd met ƒ4500, omdat de rente garantie voor de duinwaterleiding met die som verminderd kon worden. Welke is nu de positieP Deze, dat door Burg. en Weth. niet meer voor gesteld wordt verkoop van kapitaal tot een bedrag van 10700. Dat kan niet, omdat de post Aankoop van kapitaal reeds verminderd is met /5700, voor kapitalisatie der schoolbouw-gelden. De eontrapost 'Verkoop van ka pitaal" kan dus niet op 10700 worden uitgetrokken, maar hoogstens op 5000. De Commissie van Financiën stelt voortegenover de ƒ4500, die in het vorige jaar aan verkoop van kapitaal zijn afgenomen, nu ƒ5000 niet te verkoopen. Wij zouden ƒ6000 voorgesteld hebben, in dien er zooveel te verkoopen waredoch alles wat wij hebben te verkoopen bedraagt 5000. Burg. en Weth. stellen voor ƒ5000 te verkoopen en dus niets te kapitaliseeren. Neen, zeggen wij. Verleden jaar hebt gij ƒ4500 gekapitaliseerd. Kapitaliseer nu ƒ5000, dan blijft gij nog ƒ1500 beneden de vermindering in rentegarantie. Ik hoop biermede duidelijk te hebben doen zien, dat de heer Van Iterson eene schrede achterwaarts zou doen. De heer Wilhelmy Damsté. Wanneer ik zeer sterk ben voor het voor stel der Commissie van Financiën, dan ben ik daartoe gekomen op andere gronden dan mijne beide medeleden. Mijne redeneering is deze. Wij hebben hier ter stede eene duinwaterleiding doen tot stand brengen en betalen daar voor zekere rentegarantie. Hadden wij die duinwaterleiding in eigen exploi tatie genomendan hadden wij kapitaal moeten leenen en rente moeten betalenplus 2 pCt. voor aflossing. In plaats daarvan keert de gemeente thans rentegarantie uit. Ik acht het niet in overeenstemming met een ge zond financieel beheer kapitaal te verkoopen om renten te betalen. Dat doen de Turkenmaar mogen wij niet doen. Voor twee jaren heb ik aan dat stelsel mijne stem gegevenomdat ik het onbillijk vond het tegenwoor dige geslacht de kosten van schoolbouw te doeq betalen. Op grond van die onbillijkheid beb ik mijne stem gegeven aan eene regeling van bet finan- ciëel beheer, die ik anders niet goedkeur. Nu de Raad besloteu beeft geen gelden op de begrooting te brengen tot kapitaalvorming van de gelden welke indertijd voor schoolbouw zijn gebruikt, mag de gemeente m. i. geen kapitaal verkoopenom rente te betalen. Ik zal voortaan stemmen tegen verkoop van kapitaalten einde de rentegarantie voor de duinwaterleiding te betalen. Daarentegen vind ik bet noodig dat voor de 5000 uit bet overschot van de exploitatie der gasfabriek kapitaal worde aangekocht. Voor eene fabriek die p. m. 60000 winst afwerptis het niet te veel dat zij ƒ5000 aan de stad teruggeeft tot schulddelging. De Voorzitter. Eene kleine rectificatie naar aanleiding der opmerkingen van den heer Van Iterson. Twee jaren geleden betaalden wij de volle rentegarantie en verkochten toen aan Inschrijvingen op bet Grootboek 10700, zoodat uit de belastingen werd betaald eene som van 11800. Verleden jaar daalde de rentegarantie tot 18000; de 10700 zijn dienten gevolge met ƒ4500 verminderd. Ergo is ƒ6200 kapitaal verkocht en de rest, ten bedrage van 11800, is, evenals het vorige jaar, uit belastingen betaald. Nu in 1881 de rentegarantie weer met 2000 wordt verminderd, blijft er in uitgaaf staan 16000. Burg. en Weth. stellen nu voor 5000 te verkoopen, zoodat er uit de belastingen blijft te betalen 11000. Wordt dat voorstel aangenomendan zoude er 800 minder aan belasting worden betaald dan in de vorige jaren. Wil men dit echter nietmaar daarentegen den bestaanden toestand bestendigendan moet de post van 5000, door Burg. en Weth. voorgesteld, tot 4200 verminderd worden. De heer Van Iterson. Uwe redeneering is volkomen juist. Ik wijzig dus mijn voorstel en wensch het artikel uit te trekken op ƒ4200. Straks was ik met de cijfers in de war. Zóó is het rationeel. De heer Van deb Lith. Eene zaak wordt door u buiten aanmerking gelaten, mijnheer de Voorzitter, en dat is, dal volgens bet voorstel van den heer Van Iterson slechts ƒ800 wordt gekapitaliseerd, met eene mindere rentegarantie van ƒ6500, en het vorige jaar 4500, met eene mindere rente garantie van slechts ƒ4500. Vroeger werd ƒ5700 van het voor schoolbouw gebruikte kapitaal teruggekocht. Dat was aankoop van kapitaal. Wij hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 13