61 N°. ISA. Leiden, 23 October 1880. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten dat zij op de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrooting van het Werkhuis voor 1881geene bedenkingen heeft en daarom vrijheid vindt u voor te stellen die goed te keuren in ontvang ad 21182.50, in uit gaaf ad 21182.50, en hel door deze administratie verlangd subsidie voor 1881 ad 2500, uit de gemeentekas toe te staan bij een besluit waarvan het model hierbij gevoegd is. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N». 187. Leiden, 23 October 1880. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten op de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrooling voor 1881 der Bank van Leening alhier, dat zij deze onderzocht heeft en daarop bij haar geene aanmerkingen zijn voorgekomen, weshalve zij vrijheid vindt u voor te stellen die goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 188. Leiden, 23 October 1880. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrooting voor 1881 van het gesub sidieerde Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier. Zij heeft daarop geene bedenkingen, terwijl hel daarbij voorgedragen subsidie, hetwelk krachtens raadsbesluit dd. 29 November 1868 telken jare met 5 pCt.. wordt verminderdthans tengevolge van de door wijlen den heer Marlinus Wijnaendts van Maarsseveen, aan die instelling be sproken erfstelling, met 10 pCt. van de hoofdsom is verminderd. De Commissie stelt u voor het door Bestuurders uitgetrokken subsidie ad ƒ2000, te bepalen bij een besluit waarvan het model bij dit rapport is gevoegd en voorts de begrooting goed te keuren, de inkomsten op ƒ32982.64, de uilgaven op 32982 64, bij een besluit waarvan het model aan den voel der begrooting is gedrukt. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 189. Leiden, 23 October 1880. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten op de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrootingen voor 1881 der navolgende, niet gesubsidieerde gemeente-instellingen van wel dadigheid, dat zij deze heeft onderzocht en daarop bij haar geene aan merkingen zyn voorgekomen, weshalve zij vrijheid vindt u voor te stellen deze goed te keuren bij besluitenwaarvan het model aan den voet dier respectieve begrootingen voorkomt, als die van: le hel Roomsch Katho liek Armbestuur in ontvang ad ƒ7263 en in uitgaaf ad ƒ7263, sluitende «uitte; 2e het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen-en Vrouwen- uis, in ontvang ad ƒ11620.25 en in uilgaaf ad ƒ11620.25, sluitende quitte; 3e Vrouwen-kraammoeders in ontvang ad ƒ2971.441 en in uit gaaf ad 2971.44£, sluitende quitte. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 190. Leiden, 23 October 1880. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begroolingen voor 1881 der gesubsidi eerde instellingen van weldadigheid. Zij heeft daarop geene bedenkingen, terwijl de daarbij voorgedragen subsidiën in overeenstemming zijn met het raadsbesluit van 19 Novem ber 1868 en met 5 pCt. verminderd. a. Het Roomsch Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis. De Commissie raadt u het door Bestuurders uitgetrokken subsidie ad 5600 te bepalen bij een besluit waarvan het model bij dit rapport is gevoegd en voorts de begrooling goed le keuren: de inkomsten op ƒ17325, de uitgaven op ƒ17325; sluitende 'quitte, bij een besluit waar van het model aan den voet der begrooting is gedrukt. b. Het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis. Ook voor deze administratie vindt zij vrijheid te raden het gevraagde subsidie op f 1120 le bepalen bij hel hierbij gevoegde besluit en hare begrooting goed te keuren: de inkomsten op ƒ6592.50, de uitgaven op ƒ6590, sluitende met een saldo van 2.50 bij het aan den voet der begrooling gedrukte besluit. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 191. Leiden, 21 October 1880. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering tei vaststelling over te leggen een staal tot verhooging der begrooting, dienst 1880, als, in uitgaaf volgn. 10. r Schrijfloonen 360. Volgn. 106. Kosten ter zake van het innen van renten ƒ4. Volgn. 117. Belooning en premiën aan brandspuillieden en beambten ƒ3000. Volgn. 120. Drukwerk, schrijfbehoeften en andere uitgaven voor de politie /210. Volgn. 127e. Kosten van hel gymnasium. Diverse uitgaven 140. Volgn. 128a. Kosten der middelbare scholen. Jaarwedde v/d onderwijzers 460. Volgn. 128 Kosten van de parallel klassen ƒ33.33. Volgn. 147. Onderstand, vervoer en verplegingskosten mitsgaders die van geneeskundige hulp aan arme en doortrekkende per sonen 300. Volgn. 166. Kosten van brandverzekering der gebouwen 550, en tot het brengen van een nieuwen post op de begrooting in ont vangst doofdsluk IV, art. 16, volgn. 46 a. Vergoeding van het Rijk over eenkomstig art. 45 der Wet van 17 Augustus 1878 (Stbl. n°. 127) van dertig ten honderd der bij art. 44 dier Wet bedoelde balen van het lager onderwijs5057.33. Tol toelichting zij medegedeeld. Volgn. 70. Tengevolge van langdurige ongesteldheid van een ambtenaar op het bureau van den Burgerlijken Stand is buitengewone hulp aldaar sloeds noodzakelijk. Voor belooning van deze buitengewone hulp meenen wij voor dit jaar met een bedrag van 360 te kunnen volstaan. Volgn. 106. Met het oog op de ten name dezer gemeente op het Groot boek der Nat. Schuld overgeschreven kapitalen, afkomstig van boedels der voormalige Wees en Momboirkamer alhier, is het uitgetrokken be drag van 20 niet voldoende om daarvan de kosten van inning van renten te kunnen bestrijden. Volgn. 117. Door de vele branden, die in den loop van dit jaar hebben plaats gehad, zal dit artikel niet toereikend wezen. Bij do begrooting is slechts gerekend op 2 branden, terwijl er tot heden reeds 6 groote branden hebben plaats gehad en een negental van kleinere beleekenis, zoodat wordt voorgesteld 3000 op dien post beschikbaar le stellen. Volgn. 120. Uit dit artikel zijn buitengewone uitgaven noodig geweest voor druk- en bindwerk, tengevolge van de onlangs gewijzigde algemeene politie-verordeningbij welke gelegenheid aan ieder politiebeambte een exemplaar dier gewijzigde verordening in zakformaat, gebonden in linnen band, is verstrekt. Ook zijn mede uit dit artikel bestreden de kosten voor het gereedmaken van nieuwe boekjes, welke in zake de prostitutie worden afgegeven. Volgn. 127e. De kosten voor tijdelijke huisvesting elders, van den heer J. J. A. A. Frantzen, leeraar aan het gymnasium alhier, gedurende den lijd dat ten zijnen huize eene besmettelijke ziekte heerschte, hebben be dragen 140, welk bedrag uit dit artikel is betaald, waardoor er een tekort tot genoemd bedrag ontstaat. Tot het nemen van maatregelen voor tijdelijke huisvesting elders, bij het uitbreken van besmettelijke ziekten in huisgezinnen waar onderwijzers woonachtig zijn, werd in de raadszitting van 21 November J878 mach tiging verleend. Volgn. 128 a. In de raadsvergadering van 8 Januari jl. werd machti ging verleend, om tijdelijk in het teekenonderwijs aan de hoogere bur gerschool te voorzienop grond van de ziekte van den leeraar J. J. De Vink en wel tot 1 Mei jl. Ten gevolge van het overlijden van genoemden leeraar, is bij raadsbesluit van 30 April 1880, de machtiging lot lijde lijke vervulling van die betrekking verlengd tot dat definitief in de vaca ture voorzien zoude zijn. Deze vervulling heeft geduurd tot 10 Juli 1880, waardoor er een tekort op dezen post ontstaan is. Volgn. 128 f. Ingevolge opgave van den directeur der hoogere burger school, is gedurende de 4 laatste maanden van het dienstjaar een bedrag van ƒ33,33 voor deze klassen alsnog benoodigd. Volgn. 147. Dit artikel is geraamd op ƒ800, waarvan ƒ100 moet worden uitgekeerd aan hel 11. G. Weeshuis voor de verpleging van M. J. Seym, behoorende tot de Hersteld Luth. gemeente. Intusschen is gebleken, dat de resteerende ƒ700 niet toereikend zullen zijn om de uil gaven welke uit dezen post moeten gevonden worden, te kunnen voldoen op grond van het steeds klimmend aantal personen die voor rekening dezer gemeente bij particulieren worden gehuisvest, vermits hunne op name in de gestichten van weldadigheid niet kan geschieden. Behalve do verlaten kinderen worden thans 5 gebrekkige personen verpleegd. Boven dien worden ook nog de kosten van voeding voor de politie-arrestanlen hieruit bestreden. Volgn. 166. De verhooging van dezen post is een gevolg van de op nieuw gesloten verzekering legen brandschade van den opstal van het Tapgebouw, de locomobile en stoombrandspuit, waarvan de kosten voor den tijd van 6 jaren bedragen ƒ300, zijnde 1£ pCt. der gewaarborgde som ad ƒ20000, waarvan de voldoening bij vooruitbetaling heeft plaats gehad. Ook is het Invalidenhuis met bijbehoorende gebouwen thans door deze gemeente als eigenaresse verzekerd en zijn de kosten daarvoor ver schuldigd ten bedrage van 250,50, van gemeentewege voldaan Een gelijk bedrag is evenwel door de Commissie van Administratie over genoemd huis gerestitueerd. Vermits de post voor Onvoorziene Uitgaven niet meer voldoende is om daaruit de benoodigde gelden over te schrijven en er op dit oogenblik geen andere posten zijn aan te wijzen waarvan overschrijving zoude kun nen 'plaats hebben, achten wij hel wenschelijk een post in ontvangst te brengen wegens de Rijksbijdrage in zake lager onderwijs, welke bijdrage over een zesde van hel jaar geraamd kan worden op ongeveer ƒ6500. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 23 October 1880. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen nevens- gaanden suppletoiren staat van begrooling. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N\ 193. Leiden, 18 October 1880. Onder overlegging van eene missive van de Commissie van Toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de definitieve benoeming van een leeraar in de staats wetenschappen aan de hoogere burgerschool over te gaan. De Inspecteur van het middelbaar onderwijs heelt ons bericht dat bij hem geene bedenking is om den heer Dr. G. Pekelharing, aan den Ge meenteraad ter benoeming aan te bevelen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 12 October 1880. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. De heer G. Pekelharing, bij uw besluit van 26 Februari 1880, be last met de tijdelijke waarneming der betrekking van leeraar in de staats wetenschappen aan de hoogere burgerschool alhier, heeft getoond volko men voor zijne taak berekend te zijn. Wij geven u daarom in overweging thans, nu door hem sedert 30 September jl. de graad van Doctor in de staatswetenschap is verkregen, aan den Gemeenteraad het voorstel te doen hem definitief tot leeraar in ING. STUKKEN 1880.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 1