53 in de natuurkunde enz. voortdurend gebruik wordt gemaakt van het daarvoor bestemde lokaal der school op de Boommarkt. Tot uitvoering van dat plan wordt hoofdzakelijk vereischt: 1°. het afbreken en ontruimen van muren, trappen, schotwerken, kasten enz. 2". het plaatsen van zes lichlkozijnen. 3°. het leggen van een houten vloer en zoldering in het benedenlokaal. 4°. het afkappen en pleisteren der muren en het verven. 5°. het stellen van eene afscheiding op de bovenverdieping. 6°. hel metselen van vijf schoorsteenpijpen met toebehoorenhel reu keloos maken van privaten enz. 7°. de voorziening in kachels en schoolmeubelendie mochten blij ken te ontbreken. De kosten van al die werken worden geraamd op /"2750. De Commissie van Fabricage is van gevoelen dat dit plan uitvoerlijk en doeltreffend iszoodat aan het verlangen der Commissie van Toezicht op die wijze zal worden voldaan. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage enz. en Wethouders. Leiden, 25 Septembef 1880. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Daar er weinig kans schijnt te bestaan dat spoedig een definitief lokaal voor de hoogere burgerschool voor meisjes in gereedheid kan zijn, zoo is het aan de Commissie van Toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs al sedert lang wenschelijk voorgekomen, dat met die school gehandeld kon worden als in der tijd met de hoogere burgerschool voor jongensnamelijk dat men de lessen voorloopig in een hulplokaal kon doen aanvangen. Die wenschelijkheid uitvoerig aan te toonen zal wel overbodig zijn. Het is toch bekend, dat de school van mejuffrouw Jesse zoo overbe volkt is, dat er zelfs geene voldoende ruimte aanwezig zal zijn, wan neer hare bovenwoning voor nieuwe schoolvertrekken zal zijn ingericht. Daarenboven zijn er eenige benoemingen bij het personeel van de vier hoogste klassen gedaandiemet het oog op de aanstaande hoogere bur gerschool van tijdelijken aard zijn. Ook hierin schijnt het wenschelijk dat verandering kome. De Commissie heeft op die wenschelijkheid bij Uw college tot hiertoe niet verder aangedrongen, omdat zij geen gebouw wist aan te wijzen waarin geschikte hulplokalen te vinden zouden zijn. Nu echter gelooft zij er een te kunnen aanwijzen, dat zij tot bedoeld einde meent te mogen aanbevelen. Het is het vroegere Nosocomium, waarin zich thans de school van den heer Van Dijk bevindt. Vooreerst zijn in dit gebouw tusschen de school en het woonhuis van den heer Van Dijk beschikbaar een pakhuis en een daarboven gelegen zolder. In beide lokalen kan zonder groote kosten goed licht worden aangebracht. Wordt nu daarenboven gevolg gegeven aan den door den heer Van Dijk uitgesproken wensch, die, naar wij meenen, door in ernstige overweging is genomen, aan den wensch namelijk, dat een gedeelte der plaats overdekt worde om tot speelplaats te dienen, dan zou men de tegenwoordige speelplaats kunnen missen, die dan tot twee ruime leerlokalen zou kunnen worden ingericht. De heer Van Dijk heeft ons medegedeeld, dat hij daarenboven hetdaaraangrenzendeschoolvertrek zou kunnen afstaan, zoo hem in ruil de bovengenoemde zolder werd gegeven. Volgens dit plan zou het dus mogelijk zijn vier ruime leerlokalen en suite en gelijkvloers te verkrijgen, voorzien van een afzonderlijken ingang en tevens behoorlijk verlicht. Daarmede zou men voorloopig kunnen aanvangen. De Commissie heeft de eer het plan onder uwe welwillende aandacht te brengen. Zij ontveinst zich niet de bezwaren die er aan kleven doch zijn er aan het bestaande nog niet grootere verbonden? Daaren boven zal door uw college wel gedeeld worden de wensch, dat onze meisjes eindelijk de voorrechten van het middelbaar onderwijs deelachtig worden. Namens de Commissie voornoemd, P. L. Rijke, Voorzitter. N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris. N°. 1Ï8. Leiden, 7 October 1880. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij ons geene bedenking is tegen de inwilliging van hel door mej. A. A. Van Rijn gedaan verzoekom eervol ontslag uit hare tegenwoordige betrek king van hulponderwijzeres aan de openbare meisjesschool 2e klasse. Wij nemen derhalve de vrijheid U te radenhaar dat ontslag te ver- leenen en zulks ingevolge haar verzoek met ingang van 1 November a. s. De betrekkelijke stukken worden hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der Stad Leiden. Ondergeteekendehulponderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2de klasse voor meisjes, verzoekt U beleefdelijk tegen 1 November a. s. uit deze betrekking eervol te worden ontslagen. Met hoogachting Leiden, 5 Oct. 1880. A. A. Van Rijn. Leiden, 7 October 1880. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders. In antwoord op uwe apostille van 7 dezer heb ik de eer U mede te deelen, dat bij mij geen bezwaar beslaat, dat aan mej. Van Rijn tegen den gevraagden datum eervol ontslag verleend wordt. S. Winkler, hoofdonderwijzeres. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 3