14 kunnen worden. Dit is ook geschied toenna het ontslag van Mej. M. Koopaldie als onderwijzeres 2e klasse was werkzaam geweest, Mej. C. M. Dee als hulponderwijzers werd aangesteld. De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 2 voor minvermogenden. N. Brouwek. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden,'10 Maart 1880. Met terugzending van den in onze handen gestelden brief van den hoofdonderwijzer Brouwer, hebben wij de eer te berichten, dal bij ons tegen het daarin vervat voorstel geen bezwaar bestaat. De Plaatselijke Schoolcommissie alhier, F. Was, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders alhier. 43- Leiden, 12 Maart 1880. Onder overlegging van bijgaande stukken, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat by ons geene bedenking is tegen de inwilliging van het verzoek van P. Van Vliet, om eene loozing te leggen naar hel slads-riool in de Westhavenslraat. Wij geven u alzoo in overweging dat verzoek toe te staan onder de in hel rapport der Commissie van Fabricage vermelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den WelEd. Achtbaren HH. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Geert met verschuldigden eerbied te kennen Pieter Van Vliet, melk- verkooper, wonende Haarlemmerstraat, wijk 6, n°. 182 te Leiden. Waarbij adressant beleefdelijk aan UWelEd. Achtbaren HH. Burge meester en Wethouders vergunning verzoekt om zijn pakhuis gelegen in de Westhavenslraat, wijk 6, n°. 7 alhier, te mogen inrichten tot eene paardenslalling; en tevens den zolder van genoemd pakhuis te mo gen bezigen tot bergplaats van hooi en stoo voor dat bedrijf benoodigd, benevens een loozing naar het hoofd-riool. In afwachting UWelEd. Achtbaren HH. Burgemeester en Wethouders goedgunstige beschikking. Zoo noem ik mij, Uw Onderdanige Dw. dienaar, P. Van Vliet. Leiden, 10 Maart 1880. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de in hare handen ge- stelde requeslen te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat, tegen de inwilliging van het verzoek, gedaan door P. Van Vliet, om eene loozing te mogen leggen uit de paardenslalling in de Westhavenslraat, wijk 8, n®. 62 (straat n®. 7) naar hel stads-nool, mits onder toezicht van den gemeente-aichitect en tegen betaling van de rechten, bepaald bij art. 3, n®. 11, 15, 16 en 17 van het tarief, vastgesteld 5 Maart 1857. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 3