Zitting van Donderdag 11 Maart 1680,
geopend 's namiddags ie 3 uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te behandelen onderwerpen:
1*. Verzoek van B. Verhoeven, om een stoep te leggen. (32)
2'. Idem van J. W. Van Ilarteveld, lot overbouwing van een gedeelte der
Kennewegsteeg. (34)
3». Idem van C. G. Kaakebeen, om ontslag als hulponderwijzer aan de Tus-
schenschool. (35)
4». Idem als voren van G. Van der Waals, als hulponderwijzer aan de
Jongensschool der 2dt klasse. (36).
5». Voordracht betrekkelijk de tijdelijke vermindering van het waarborg
kapitaal voor de paardenspoorwegen. (29)
6°. Rekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1879. (33)
Tegenwoordig de heeren Librecht Lezwijn, Van ItersonVan der Lith,
Wilhelmy Damsté, De Laat de Kanter, Hartevelt, Suringar, Le Poole,
Verster, ScheltemaDu Bieu, Stokbuyzen, Van Heukelom, Driessen, De
Fremery, Juta, De Goeje en Van den Brandeler.
De heer Cock gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
26 Februari worden gelezen en goedgekeurd;
De Voorzitter deelt mede:
1°. Verslagen van het Seminarium der BemonstrantenCuratoren van
het gymnasium en de Commissie van toezicht op de scholen voor middel
baar onderwijs.
Deze zullen in het gemeenteverslag worden opgenomen.
2°. Missive van Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zakenblijkens
welke een subsidie van ƒ4000 wordt toegezegd voor eene op te richten
hoogere burgerschool voor meisjes.
De noodige verordeningen zullen alsnu aan den Baad ter vaststelling
worden aangeboden.
3". Dispositie van de Ged. Staten dd. 24/27 Februari n*. 7, houdende
eoedkeuring van het 2e supplet. kohier der plaatselijke directe belastingen,
dienst 1879.
4°. Dispositie als voren dd. 24/28 Februari n°. 10, houdende goedkeu
ring van het raadsbesluit tot afstand van grond aan L. G. Le Foole.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1'. Adres van F. A. Knage, houdende verzoek dat deWatersteeg slechts
van eene zijde moge worden bereden.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te stellen in
handen van de Commissie voor de strafverordeningenten einde daarop
te letten bij eene eventueele wijziging van de Algemeene Politieverordening.
2°. Adres van P. Kooreman, dat de naam Kattepoort in de Klaresteeg
moge worden veranderd in Jonge Pietershofje.
3°. Adres van A. H. Treskes tot vergrooting van een keldergat.
4°. Adres van P. P. Spruit, houdende verzoek om eervol ontslag, als
hulponderwijzer aan de school n°. 2 voor minvermogenden.
6°. Adres van H. G. Van der Waals, houdende verzoek om eervol
ontslagals hulponderwijzer aan de school u°. 2 voor minvermogenden.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van Burg. en Weth.
6°. Bekening van Commissarissen van den schouwburg over 1878/79.
Deze wordt ter inzage van de leden in de leeskamer nedergclegd.
7". Bekening der Stedel. Gasfabriek over 1879, waaruit blijkt dat het
batig saldo der exploitatie bedraagt ƒ70172.805.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van de Commissie van Financiën.
De heer Van Heukelom. Heb ik goed gehoord, mijnbeer de VoorzitterP
Hebt gij niet o. a. medegedeeld dat de Minister gunstig heeft beschikt om
trent onze aanvrage om subsidie voor de hoogere burgerschool voor meisjes?
De Voorzitter. Ja.
De heer Van Heukelom. Is dat subsidie onvoorwaardelijk verleend?
De Voorzitter. Ik zal de missive laten voorlezen,
De Secretaris doet alsnu voorlezing van die missive. Zij luidt als volgt:
ff's Gravenhage26 Februari 1880.
Ik heb de eer U medetedeelen dat ik bereid ben aan den Koning eene
voordragt te doen, om aan Uwe gemeente, ten hehoeve eencr door haar
opterigten school van middelbaar onderwijs voor meisjes, een Bijkseübsidie
van ƒ4000 'sjaars te verleenenintegaan met den dag, waarop die instel
ling zal worden geopend.
Vooraf zullen echter de krachtens art. 24 der wet van 2 Mei 1863
(Staatsblad n°. 50) te nemen raadsbesluiten aan mijne goedkeuring behoo-
ren te worden onderworpen. Bij de te maken regeling en bepaling van
het bedrag der schoolgelden wensch ik er voor gezorgd te ziendat door
de nieuwe inrigting geene schade worde toegebragt aan de belangen der reeds
bestaande school van meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
Six".
De heer Van Heukelom. Ik ben zeer dankbaar dat ons door deze
missive het vooruitzicht wordt geopend om subsidie te krijgenofschoon
dezer dagen een hooger subsidie aan een andere gemeente werd toegestaan.
Als men echter een cadeau krijgt ziet men zoo nauw niet. Geheel voldaan
ben ik evenwel niet. Uit de laatste clausule van den brief voorzie ik toch
moeielijkheden. Het komt mij zeer vreemd voor dat zoodanige clausule zoo
bepaald voor deze gemeente gemaakt wordt en ik zou wel willen weten
ZlTTINO VERSLAG 18S0.
welke feiten aanleiding hebben kunnen geven om den Minister te doen
vreezen dat Burg. en Wetb., de Gemeenteraad en de Collegiëu door
dezen benoemd in staat zouden zijn bepalingen te maken, die zouden kun
nen benadeelen één bijzondere school. Zal nu (om maar iets te noemen)
het schoolgeld op de middelbare school voor meisjes hier altijd hooger
moeten zijn dan men goedvindt voor die particuliere school vast te stellen?
Als dat niet gebeurt, dan zal men kunnen beweren dat die school wordt
benadeeld. In welken maalstroom van verwikkelingen zullen wij dus door
deze clausule niet gebracht worden 1
De Voorzitter. Bij Burg. en Weth. is ook de vraag ter sprake geko
men, wat de bedoeling kan zijn van de laatste zinsnede van dezen brief.
Deze zal later van zelve blijken, wanneer de verordeningen aan 's Ministers
goedkeuring onderworpen zijn. Bij Burg. en Weth. blijft echter het denk
beeld vaststaan dat het schoolgeld het vroeger aangegeven bedrag van
50 a 60 niet zal behooren te boven te gaan. Dat is de som die op alle
hoogere burgerscholen zelfs op de Bijksscholenwordt betaald.
De heer Van Heukelom. Ik hoor dat woord met genoegen uitspreken.
Maar dat neemt nog niet mijn vrees weg. Als ik wel geiuformeerd ben
(indien ik mij vergis zal ik wel worden tegengesproken), hangt de gestelde
conditie samen met zekeren invloed, bij den Minister uitgeoefend, die ten
gevolge daarvan zou verlangd, en ook verkregen hebben, een schriftelijk
bewijs dat de particuliere school, die hier in het spel is, zich bij de rege
ling kan nederleggen. Als de gemeente op die wijze geregeerd wordt en
zij zich moet voegen naar de belangen van anderen, dan acht ik dat wat
heel sterk. Ik vind dat van den Minister niet kiesch.
De heer Van der Lith. Het zal waarschijnlijk de bedoeling zijn van
het Dagelijksch Bestuur de voorbereidende maatregelen tot het bouwen der
school te nemen, ook voordat de Minister de verordeningen heeft goed
gekeurd.
De Voorzitter. Het plan is om dit gelijktijdig te doen en dus tege
lijk ook de Commissie te vragen om de te ontwerpen verordeningen aan
Burg. en Weth. in te zenden.
De heer Van der Lith. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter!
Aan de orde is
I. Verzoek van B. Verhoeven om een stoep te leggen.
(Zie Ing. St. no. 32.)
Wordt zonder discussie met algemeene stemmen toegestaan.
II. Idem van J. W. Van Harteveld, tot overbouwing van een gedeelte
der Kennewegsteeg.
(Zie Ing. St. no. 34.)
Wordt met algemeene stemmen toegestaan.
III. Idem van C. G. Kaakebeen, om ontslag als hulponderwijzer aan
de tusschenschool.
(Zie Ing. St. no. 35.)
Zonder stemming wordt besloten dat ontslag eervol té verleenen.
IV. Idem als voren van G. Van der Waalsals hulponderwijzer aan de
jongensschool der 2e klasse.
(Zie Ing. St. n°. 36.)
Zonder stemming wordt besloten dat ontslag eervol te verleenen.
V. Voordracht betrekkelijk de tijdelijke vermindering van het waarborg
kapitaal voor de paardenspoorwegen.
(Zie Ing. St. no. 29.)
De Voorzitter. Gelijk de heeren gezien hebben, hebben wij nog een
rapport ingezonden, waaruit blijkt wat de bedoeling van Burg. en Weth. is.
De nadere clausule, die wij gemaakt hebben, heeft ten doel te voorkomen
dat wij naderhand voor de moeielijkheid zouden staanwanneer wij de
ƒ2000 wederom zouden willen verhoogen tot ƒ6000 of hooger. Door de
nu gestelde clausule zal, zoodra Burg. en Weth. dit noodig oordeelende
som zelfs boven ƒ6000 kunnen verhoogd worden. Eene eenvoudige aan
maning van Burg. en Weth. zal daartoe alsdan voldoende zijn.
Ik zal nu het aldus aangevuld voorstel van Burg. en Weth. in stemming
brengen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
VI. Bekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1879.
(Zie Ing. St. n°. 33.)
De heeren HarteveltDe Fremery, Driessen en Du Bieu verlatenals
leden der kamer, tijdens de behandeling van de rekening de zaal.
De rekening wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de openbare vergadering gesloten
en veranderd in eene met gesloten deuren.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.