N*. 13. Leiden, 28 Januari 1830.
Ter vervulling vaneene vacature aan de openbare jongensschool lsle klasse,
hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij aan le bieden eene voor
dracht, opgemaakt in overleg met den betrokken hoofdonderwijzer en
den districtsschoolopziener, ter benoeming van een onderwijzer 2de klasse,
aan welke betrekking is verbonden eene jaarwedde van ƒ800 vermeer
derd met f 50 voor hel geven van onderwijs in de Fransche taal, als:
1°. W. G. Meyer, onderwijzer te Meppel, 2°. J. A. Buys, onderwijzer
te Sluis en 3°. J. G. Tuilel, onderwijzer aan bel Instituut le Noorlhey.
Wij nemen de vrijheid U alsnu te verzoeken tol eene benoeming le
willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.
Na- 14. Leiden, 22 Januari 1880.
Onder referte aan nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage
op het verzoek van L. G. Le Poole, ter bekoming in eigendom van een
strook grond in de Lange Schoolsteeg, geven wij Uwe Vergadering in
overweging overeenkomstig de conclusie van dat rapport le besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Lodewijk Gerard Le Poole,
wonende op het Gerecht, Wijk 4, n°. 10, zijn verzoek om, tengevolge
het vernieuwen van den tuinmuur achter genoemd perceel uitkomende in
de Lange Schoolsteeg, thans in gebogen richting volgens nevensgaande
schetsleekening in eene rechte lijn le mogen brengen, door eene roode
lijn aangeduid, waardoor eenige gemeentegrond wordt ingenomen.
Hoogst aangenaam zal bel adressant zijn indien op genoemd verzoek
gunstig wordt beschiktwijl anders alle opgaande hoornen langs den
beslaanden muur zouden moeten vervallen.
'I. Welk doende,
Leiden, 9 Januari 1880. L. G. Le Poole.
Leiden, 21 Januari 1880.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van L. G.
Le Poole le berichten, dal, wanneer tol verbetering van de rooiing
van eenen bouwvalligen tuinmuur in de Lange Schoolsteeg, behoorende lot
zijn huis, op het Gerecht, wijk 4, N°. 615, bij het kadaster bekend
onder Sectie G, N°. 1440, een strook gronds van de openbare straal
ter lengte van 23 meters, op eene gemiddelde breedte van 65 centime
ters, aan hem in eigendom wordt afgestaan, de steeg eene breedte van
3.18 meters zal verkrijgen, die aan den ingang op het Gerecht slechts
2.77 meiers bedraagt, zoodal voor de passage van rijtuigen geen hinder
zou ontstaan.
De Commissie van Fabricage heeft dan ook geen bezwaar dat eene
uitgestrektheid van 16 centiaren van de Lange Schoolsteeg aan den open
baren dienst wordt onttrokken en aan L. G. Le Poole in eigendom
wordt afgestaan, om door een muur te bouwen le worden afgescheiden
en verheeld aan bovengenoemd perceeltegen betaling van eenen koopprijs
vau tachtig gulden of f 5 de centiare, benevens de kosten van overdracht.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
N*. 13. Leiden, 26 Januari 1880.
Met den betrokken hoofdonderwijzer en den districtsschoolopziener
zijn wij van oordeel dal er alleszins termen bestaan om de jaarwedde
van den onderwijzer 2de klasse, J. Korswagen, in overeenstemming le
brengen met die waarop in den laatsten tijd onderwijzers van dezelfde
klasse zijn aangesteld, zoodal wij Uwe Vergadering in overweging geven
de jaarwedde vast le stellen op 800, met ingang van 1 Februari 1880.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz.
Leiden, 7 Januari 1880.
Den Edelachtbaren Raad
der gemeente Leiden verzoekt met verschuldigde hoogachting J. Kors
wagen, onderwijzer 2e klasse aan de school n°. 3 voor minvermogenden
op 16 Mei 1879 in functie gelreden, zijne jaarwedde te willen brengen
van 700 op (800 en deze alzoo gelyk te stellen met dein den laatsten
tijd aan de nieuwbenoemde onderwijzers 2de klasse toegekende jaar
wedden,
'l Welk doende, enz.
Leiden, 15 Januari 1880.
Ter voldoening aan Uwe aposlille n\ 41, dd. 8 Jan., heb ik de eer
U te berichten, dat do lieer J. Korswagen, onderwijzer 2de klasse, aan
de openbare school n°. 3 voor minvermogenden, door zijn ijver en ge
schiktheid als onderwijzer, verdient in het genot van dezelfde jaarwedde
gesteld te wordenwaarop in den laatsten lijd onderwijzers van dezelfde
klasse zijn aangesteld, zoodat hel mij wenschelijk voorkomt dal aan het
verzoek van den adressant voldaan worde.
De Hoofdonderwijzer aan voorn, school,
J. Wuysteii.
Aan den heer Burgemeester der gemeente Leiden.
Leiden, 22 Januari 1880.
Met terugzending van nevensgaande bijlagen, heb ik de eer U te
berichten, dat ik mij volkomen vereenig met hel advies van den hoofd
onderwijzer J. Wuyster, betrekkelijk hel verzoek van den hulponderwijzer
J. Korswagen om verhooging van jaarwedde.
De Schoolopziener in het 3de district van Zuid-Holland,
W. J. Van Goiskom,
Aan de Heeren Burgemeester en Wethouders te Leiden.
N°. 16. Leiden, 26 Januari 1880.
Onder overlegging van de rapporten der Commissie van Fabricage op
de verzoeken van Jhr. Mr. J. VV. P. Diert van Melissant en van de
Commissie van Administratie van het kerkhof der Rooinsch Katholieken
ter bekoming van grondgeven wij Uwe Vergadering in overweging
overeenkomstig de conclusien van voormelde rapporten le besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft rnel. eerbied le kennen: Jonkheer Meester Josephus Wilhelmus
Petrus Diert van Melissanl, wonende te 's Gravenhagein betrekking van
administrateur der nagelaten goederen van wijlen den heer Cornelis Sprong.
Dal bij beschikking van heeren Burgemeester en Wethouders der ge
meente Leiden van den achtsten Juli en vijftienden November achttien
honderd vijftig aan hem in gezegde qualileit precario en tot wederopzeg-
gens toe in gebruik is afgestaan, een perceel grond van de destijds ge
naamde Kleine Ruine, om daarop te bouwen tegen betaling van twee
recognitiëneen a negen gulden tachtig cent en een a drie gulden vier
en twintig cent 'sjaars.
Dat de ondergeleekende daarop heeft doen bouwen een Hofje, genaamd
»de Heilige Geest'', met veertien huisjes en den overigen grond als tuin
heeft doen aanleggenwelk een en ander thans bij het kadaster der ge
meente Leiden bekend is lenname Gemeente Leiden, als eigenaresse, en
de erven Cornelis Sprong, als recht van opsfafhbuders, Sectie E Num
mers 918 tot en met 928, 935, 936, 937 en 938, ter grootte van elf
aren, vier en veertig centiaren.
Dat de ondergeleekende in zijne voormelde qualiteil, dien grond in
vollen eigendom wenscht te verkrijgen.
Reden waarom de ondergeleekende zich wendt lot den Raad met het
verzoek om tegen den afkoopprijs der jaarlijksche recognitiën of legen
betaling van zoodanige som als de Raad in billijkheid zal vermeenen,
den voorschreven grond aan den ondergeleekende in zijne voormelde be
trekking in eigendom over le dragen.
'I Welk doende
Diert van Melissant.
Leiden, 21 Januari 1880.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van Jhr. Mr.
J. W. I». Diert van Melissant, in betrekking van administrateur der
nagelalen goederen van wijlen den heer Cornelis Sprongte berichten
dat bij beschikking van den 8en Juli 1850 aan den requeslrant iri die
betrekking gratis in gebruik is uitgegeven eene uilgestrektheid van 575
vierkante ellen grond van de zoogenaamde kleine Ruïne aan de Koe-
poorlsgrachl langs hel Rapenburg, tot het daarop stellen van een ge
bouw, bestaande uit tien of twaalf woonvertrekken en eene regenten
kamer, voorts precario en tol kennelijk wederopzeggen eene uitgestrekt
heid van 490 vierkante ellen, om als open grond daaraan le worden
verheeld, ten einde le worden ingericht en gebruikt tol huisvesting en
verpleging van in behoeftige omstandigheden verkeerende vrouwen van
gevorderden leeftijdbekend onder de benaming van het holje van den
Heiligen Geest, onder bepaling, dal indien de grond te eeniger tijd
weder wordt ontruimddezelve ter vrije beschikking van de stad zal
lerugkeeren dat voor laatst bedoelden onbebouwden grond wordt betaald
eene recognitie van f 9,80 's jaars en dat bij beschikking van 22 Novem
ber 1850, daarbij nog is gevoegd eene uitgestrektheid van 162 vierkante
ellen, tegen betaling van eene jaarlijksche recognitie van f 3,24.
Aangezien nu die gronden, 't zij bebouwd of onbebouwd, zijn afge
staan met een bepaalde bestemming voor eene liefdadige instelling, maar
bij ontruiming weder aan de gemeente Leiden ter vrije beschikking te-
rugkeeren, is er bezwaar in vollen vrijen eigendom af te slaan en heell
de requestrant bij dien afstand geen belang, zoolang de instelling aldaar
in wezen blijftonder welke voorwaarde dan ook de bebouwde 575 vierkante
ellen gratis in gebruik werden uitgegeven, terwijl aan die uitgestrektheid
van 1227 centiaren eene aanzienlijke waarde kan worden toegekend
wanneer zij weder Ier beschikking van de gemeente terugkeert.
De Commissie van Fabricage, vindt derhalve geen bezwaar, om op
hel ingediend adres gunstig te adviseren, mits de eigendom wordt ver
leend op de volgende voorwaarden, als
1*. dat de grond bij hel kadaster bekend onder Sectie EN°. 918 tot
en met 928, 935, ter grootte van 1144 centiaren, zonder vorm van
proces en builen kosten van overdracht vrij aan de gemeente Leiden in
eigendom terugkeert, bijaldien daaraan eene andere dan de oorspronkelijke
bestemming tot holje of instelling van liefdadigheid mocht worden ge
geven.
2®. dal de onbebouwde grond, onder dezelfde voorwaarden afgestaan,
wordt overgedragen tegen betaling van eenen koopprijs van f 326 ol het
25-malig bedrag der recognitie.
Aan 1111. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
De Commissie voor de Roomsch Katholieke begraafplaats alhier,
dat haar bij besluit van Heeren Burgemeester en Wethouders dezer
gemeente, dato 12 Februari 1829, in gebruik is gegeven een stuk
grond, gelegen langs het pad naar genoemde begraafplaats, lusschen
deze laatste en de Zijlpoort, ter grootte van ongeveer 13 aren en 6
centiaren, staande ten name dezer stad als eigenaresse; en zulks legen
betaling eener jaarlijksche recognitie ad 13.06, en eenijm lasten van
onderhoud;
dat aan bedoeld stuk grond tevens is verheeld het reeds vermelde
pad, hetwelk zich uitstrekt lot achter de kapel en gebruikt wordt als
passage naar de begraafplaats, slaande dit pad mede ten name van de
gemeente als eigenaresse;
J. Korswagen.
Inq. stekker 1879.