65
Zitting van Dinsdag 2 September 1879,
geopend 's namiddags ie 2 uren.
Voorzitter: de beer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te behandelen onderwerpen:
Is. Beëediging en installatie van de nieuw inkomende leden.
2'. Benoeming van een Wethouder.
3«. Idem van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
4*. Idem van leden in de vaste commissiënals:
o. drie leden van de commissie van Financiën en uit dezen van den
Voorzitter.
b. twee leden van de commissie belast met het ontwerpen en herzien
van de plaatselgke verordeningen, tegen wier overtreding straf is
bedreigd.
c. drie leden van de commissie tot het ontwerpen en herzien van de
plaatselijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeente
en uit dezen van den Voorzitter.
d. twee leden van de commissie van Fabricage.
5«. Idem van een Commissaris der Gasfabriek.
6». Idem van een lid der commissie voor de bewaring van voorwerpen van
waarde of belangrijk voor de oudheidkunde en de geschiedenis der kunst.
7*. Idem van een Bestuurder van het Stedelijk Werkhuis.
8*. Idem van een onderwijzer 2de klasse, aan de school n°. 2 voor onver-
mogenden. (176)
9». Verzoek van Mej. C. M. Dozy, ter bekoming van gemeentegrond. (162
en 172)
10». Idem van J. W. Filippo Jz., om eene stoep te leggen. (173)
11°. Idem van Mej. G. M. Beyl, om ontslag als hulponderwijzeres aan de
school n°. 2 voor onvermogenden. (175)
12*. Voordracht tot het verleenen van afschrijving of restitutie van plaat
selijke directe belasting. (177)
13®. Idem tot het verleenen van eene schadevergoeding aan de hoofdonder
wijzeres der meisjesschool ls,e klasse. (178)
14*. Suppletoire begrooting, dienst 1879, van het tl. G. of Arme Wees- en
Kinderhuis. (179)
15». Verzoek van H. J. B. Biekart, om ontslag als onderwijzer in de gym
nastiek. (181)
16". Voordracht lot overplaatsing van eene hulponderwijzeres. (151)
17*. Suppletoire begrooting, dienst 1879, van het Gereformeerd Minne- of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (181)
Tegenwoordig de heeren Suringar, Wilhelmy DamstéVan der Zweep,
Driessen, De Laat de Kanter, Hartevelt, Librecht LezwijnVan Wensen,
Van Iterson, De Fremery, Van der LithDe GoejeStokhuyzenDonner,
Du ltieu, Scheltema, Juta, Le Poole en Van den Brandeler.
De heeren Cock, Eigeman en Van Hettinga Tromp gaven kennis ver
hinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
De-Voorzitter stelt aan de orde:
I. Beëediging en installatie van de nieuw inkomende leden.
In banden van den Voorzitter wordt door de heeren Driessen Scheltema,
Stokhuyzen, Van Wensen, De Laat de Kantcr, Van der Lith, Do Goeje
en Donner de in art. 83 der Grondwet en art. 39 der Gemeentewet bedoelde
eed of belofte sfgelegd.
De Voorzitter. Mijne Heeren I Ik heet u hartelijk welkom in deze
vergaderzaal, en in de eerste plaats u, Mijne Heeren die reeds vroeger deze
aanzienlijke betrekking bekleed hebt. Ik acht het geheel onnoodig u te
wijzen op het gewicht van de taak die gij u bereid hebt verkluard ander
maal op u te nemen. Uw verleden staat ons ten waarborg dat gij u met
ernstige nauwgezetheid daarvan kwijten zult. Udie geroepen zijt voor
de eerste maal zitting te nemen in deze vergaderzaal, wensch ik geluk met
het bewijs van vertrouwen dat de burgerij u geschonken heeft. Ik vlei mij
dat gij dat vertrouwen niet zult beschamen en zoo veel in u is de belangen
onzer gemeente zult behartigen en bevorderlijk zijn. Mogen onze geza
menlijke pogingen dit schoone doel verwerven en gij allen nog lang getuigen
zijn van de voortdurende welvaart en bloei van deze aanzienlijke gemeente.
De heer Driessen verlaat de vergadering.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 23
Augustus jl. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1*. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken dd. 23 Augustus
lett. Oafd. Onderwijshoudende goedkeuring van het raadsbesluit van 5
Augustus, tot benoeming van leeraren aan het Gymnasium.
2°. Missive van de Gedep. Staten dezer provincie, dd. 26 Augustus 1879
houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 23 Augustus, tot het voc-
ren van een rechtsgeding met Alkeraade.
S®. Missive van den heer Dr. A. Kuenen, daarbij mededeelende dat
hij de benoeming tot Curator van het Gymnasium aanneemt.
4°. Missive van den heer Dr. C. G. Cobet, waarbij hij zijn dank be
tuigt voor het vernieuwd blijk van vertrouwen hem geschonken door zijne
herbenoeming tot Curator van het Gymnasium.
6°. Missive van den heer Mr. F. Wa3, daarbij mededeelende dat hij de
benoeming van Secretaris van Curatoren van het Gymnasium aanneemt.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van C. Goedeljee, houdende verzoek om ontslag als hulp
onderwijzer aan de jongensschool 2e klasse.
2°. Bezwaarschriften tegen den aanslag io de plaatsel. directe belasting
dienst 1879 van L. Spaanderman, W. Kooreman en L. Van Honstede.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in banden
van Burg. en Weth.
3°. Begrooting van de inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1880
van het Gerelormeerd Minne- oi Arme Oude Mannen-cn Vrouwenhuis, van
bet Nederl. Israëlietisch Armbestuur en van het Stedelijk Werkhuis.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van de Commissie van Financ'ön.
ZlTTINOVERSLAO 1878.
4°. Adres van Commissarissen van den Schouwburg, om subsidie.
Overeenkomstig de voordVacht wordt besloten dit te behandelen bij de
begrooting.
De Voorzitter deelt nog mede dat de ontwerp-begrooting met de memorie
van toelichting den 30en Augustus aan den llaad is aangeboden en dat de
stukken worden gedrakt en aan de leden toegezonden. De begrooting be
draagt in ontvangst en uitgaaf f 632,182; de plaatselijke directe belasting
f 120,000.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te behandelen in de
sectiën en te stellen in banden van de Commissie van Financiën.
Aan de orde is verder:
II. Benoeming van een Wethouder.
De heeren Stokhuyzen, Donner en Scheltema worden door den Voorzit
ter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken.
Met 13 stemmen wordt benoemd de heer L. M. De Laat de Kanter;
zijnde 3 blanco stembiljetten ingeleverd.
De Voorzitter. Mag ik den heer De Kanter vragen of hij de benoe
ming tot Wethouder aanneemt?
De heer De Laat de Kanter. Ik verklaar mij gaarne daartoe bereid.
De Voorzitter. Met genoegen verneem ik, mijnheer De Kanter, dat
gij de betrekking aanvaardtu door den llaad opgedragen. Ik behoci u
wel niet te verzekeren dat het mij verheugt u te kunnen begroeten als
wethouder dezer gemeente, ik doe dat met te meer vreugde nu deze Ver
gadering u zulk een schitterend bewijs heeft gegeven hoezeer zij uwe ver
diensten waardeert. De weinige jaren gedurende welke gij het wethouders
ambt bekleed hebt, waren rijk Ran ervaring dat gij uwe beste krachten aan
de belangen onzer gemeente gewijd hebt. Dat het Dagelijksch Bestuur uw
wederoptreden als wethouder hoogst aangenaam is, ligt voor de hand. Het
is zijn vurige wensch steeds met u werkzaam te blijven eu dien krachtigen
steun en welwillende medewerking te mogen genieten.
De heer De Laat de Kanter. Ik dank u, Mijnheer de Voorzitter,
voor de hartelijke woorden, die gij wel zoo goed waart tot mij le spreken. Ik
waardeer die zeer, evenzeer als ik waardeer de benoeming, welke de Baad
zoo goed is geweest zooeven op mij uit te brengen. Het is niet om mij
er op te verhoovaardigendat ik in herinnering brengdat mijne benoe
ming nu reeds dadelijk met meerderheid van stemmen een voldongen feit
is geworden. De eerste maal waren daartoe drie stemmingen noodig. Er
was toen ten slotte eene meerderheid in den Baaddie mij haar vertrouwen
schonk en een ander gedeelte in den Baad van hetwelk ik nog dat vertrou
wen moest winnen. Het is mij aangenaam en streelend dat de pogingen
die ik in het werk heb gesteld, om aan het vertrouwen te beantwoorden, met
dat gevolg bekroond zijndat nu bij eerste stemming aan mijne benoeming
geen twijfel is. Voor een groot deel heb ik dit te danken aan den steun
dien ik dadelijk mocht ondervinden in het college van Dagelijksch Bestuur.
U, mijnbeer de Voorzitter, en de andere leden van het college weten
hoezeer ik dien steun op prijs stel. Ik zal hierover niet uitweiden. Aan
den Baad wensch ik op nieuw de verzekering te gevendal ik mijne uiterste
pogingen zal in het werk stellen om het vertrouwenwaarmede ik opnieuw
ben vereerdblijvend te verdienen.
De heer Juta komt ter vergadering.
III. Benoeming van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
Met 16 stemmen wordt benoemd de heer L. M. De Laat de Kanier,
terwijl 1 biljet in blanco werd uitgebracht.
IV. Benoeming van leden in de vaste oommissiënals:
a. Drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen van den
Voorzitter.
Achtereenvolgens worden benoemd de heerenH. C. Hartevelt met 16
stemmen, l biljet was in blanco; mr. A. Van Hettinga Tromp met
algemeene stemmen; mr. P. A. Van der Litb met 16 stemmen, zijnde
1 stem uitgebracht op den heer Juta. Tot Voorzitter wordt benoemd de lieer
Hartevelt met 17 stemmen; 1 biljet was in blanco.
De heer Le Poole was inmiddels ter vergadering gekomen.
b. Twee leden van de Commissie belast niet het ontwerpen en herzien
van de plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd.
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren: mr. P. A. Van der Lith,
met 17 stemmen, zijnde l stem uitgebracht op den heer mr. C. Cock;
mr. C. Cock met 13 stemmen, zijnde verder uitgebracht op de heeren mr.
L. D. Suringar 3 stemmenmr. S. Le Poole en mr. P. Du Bieu ieder
1 stem.
c. Drie leden van de Commissie tot het ontwerpen en herzien van de
plaatselijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeente en nit
dezen van den Voorzitter.
Worden benoemd de heeren: mr. J. E. Goudsrait met 17 stemmen,
zijnde 1 stem uitgebracht op den heer Le Poole; mr. C. Cock met 16
stemmen, zijnde verder uitgebracht op den heer Suringar 1 sternen 1 biljet
in blanco gelaten; mr. L. D. Suringar met 17 stemmen, 1 biljet was in
blanco gelaten. Tot Voorzitter wordt benoemd de heer mr. J. E. Goudsmit
met 17 stemmen; op den heer Cock werd l stem uitgebracht.
d. Twee leden van de Commissie van Fabricage.
Worden benoemd de heeren: J. I. Van Wensen met 14 stemmen, zijnde
uitgebracht op den heer J. Scheltema 2 stemmen en 2 biljetten in blanco
gelaten; J. C. Van der Zweep met 14 stemmen, zijnde uitgebracht op de
heeren Juta en Du Bieu elk 1 stem en 2 biljetten in blanco gelaten.
V. Benoeming van een Commissaris der Gasfabriek.
Wordt benoemd de heer van Wensen met 14 stemmen, zijnde wijders
uitgebracht op den heer Scheltema 2 stemmen en 2 biljetten in blanco
gelaten.
VI. Benoeming van een lid der Commissie voor de bewaring van voor
werpen van waarde of belangrijk voor de oudheidkunde en de geschiedenis
der kunst.
Wordt benoemd de heer Driessen met 17 stemmen, zijnde een stem uit
gebracht op den heer Verster.