65
N°. 183. Leiden, 30 Augustus 1879.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over le leggen de
onlwerp-begrooting van do inkomsten en uilgaven der gemeente voor
1880, met Memorie van Toelichting, bedragende in ontvangst en uitgaaf
f 632182.terwijl de plaatselijke directe belasting is uitgetrokken op
120000.
De stukken worden gedrukt en aan de leden toegezonden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N®. 184. Leiden, 25 Augustus 1879.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de
rapporten van de Commissie van Fabricage op de verzoeken van T. M.
Cornelissen, ter bekoming van gemeentegrond en van M. P. Oudshoorn
tot aanplemping van een gedeelte van den Rijn, en wij stellen U voor
om overeenkomstig de conclusion van bedoelde rapporten te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Edel-Achlbaren Raad der Gemeente Leiden.
Edel-Achtbare Heeren!
Met verschuldigden eerbied verzoekt de ondergeleekende T. M. Cornelis
sen, wonende op het Rapenburg alhier N°. 82, aan den Gemeenteraad van
Leiden, toeslemming, om 8Ü a 90 centimeters gemeentegrond le mo
gen innemen, ten einde achter aan zijn tuin in de Scheepmakerssteeg
een huisje of kamer aan te bouwen en zulks volgens bijgaande tee-
kening.
'tWelk doende, enz.
Leiden, 2 Augustus 1879. T. M. Cornelissen.
Leiden, 20 Augustus 1879.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van T. M.
Cornelissen te berichten, dat bij haar geen bezwaar beslaat tegen de
inwilliging van het daarbij gedaan verzoek, om ongeveer 3£ centiaren
in eigendom te verkrijgen van de openbare straal, in den hoek van de
Korte Heerensteeg en de Scheepmakerssteeg, ten einde aldaar bij lebou
wen eene kamer, die uitzicht verkrijgt door een smal raam op het
Rapenburg, voor het perceel bij hel kadaster bekend onder Sectie G.
n*. en waardoor, blijkens bijgevoegde leëkening, geen hinder aan de
publieke passage wordt veroorzaakt.
De commissie heeft dientengevolge de eer voor te stellen:
1°. dal aan den openbaren dienst worden onttrokken 3£ centiaren van
de openbare straat in den hoek van de Korte Heerensteeg en de Scheep
makerssteeg;
2®. dat aan T. M. Cornelissen in eigendom wordt afgestaan, een
strook grond van die straat, ter breedte van negen decimeters, en on
geveer 3.5 centiaren groot, om te worden verheeld aan het perceel, bij
het kadaster bekend onder Sectie G. n°. tegen betaling van eenen
koopprijs van vijf gulden de centiare of zeventien gulden vijftig cents,
benevens de kosten van overdracht.
Aan 1111. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wel houders.
Ondergeleekende M. P. Oudshoorn te Leiden, vergunning aangevraagd
hebbende bij de Hoogmogende Heeren Dijkgraaf en Hoogheemraden van
Rjnland om te mogen doen dempen een gedeelte van den Nieuwen Rijn
zijnde eenige uitbreiding te geven aan een bestaand plankijs gelegen
voor zijn pakhuis in de gemeente Leiden Sectie D, n''. 2
heeft hierop den 19den Juli jl. de gevraagde vergunning verkregen
vanwege genoemde HH. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, met
bepaling, dat daarvan eerst gebruik zal mogen worden gemaakt, nadat
het Gemeentebestuur van Leiden mede in de demping zal hebben
toegestemd
richt dientengevolge ondergeleekende lot UEd. Achtbare 1111. het be
leefd verzoek ook van UEd. zijde in de bedoelde demping te willen
toestemmen.
Zich vleiende met UEd. Achtb. goedgunstige beschikking heeft onder
geleekende de eer le zijn
Aan Burgemeester en Wet- UEd. Achtb. dw. dienaar,
houders van Leiden. M. P. Oudshoorn.
Leiden, 20 Augustus 1879.
Bij het in onze handen gesteld request van M. P. Oudshoorn wordt
vergunning gevraagd, om een gedeelte van den Rijn, voor het pakhuis
bekend bij het kadaster, Sectie D, n". 2, te mogen aanplempen, waar
toe door 1111. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, bij beschikking
van 19 Juli II., reeds vergunning is verleend* Die plemping zal ver
vangen het plankier waarvoor bij beschikking van 16 Juni I650precario
en lol kennelijk wederzeggen de vroegere eigenaars vergunning verkregen,
tegen betaling van eene recognitie van vijftig cents 'sjaars.
De Commissie van Fabricage heeft geene bedenking legen hel. gedaan
verzoek, zoodat zij de vrijheid neemt, voor le stellen aan M. P. Ouds
hoorn, met intrekking der bovenaangehaalde beschikking van 16 Juni
1650 te vergunnen de gevraagde demping, en voorts aan hem in eigen
dom af te slaan zooveel centiaren als met in achtneming der aan te
wijzen rooilijn hel perceel Seclie I), n°. 2, wordt vergroot (p. m. vijl
centiaren); onder de volgende voorwaarden:
1° dat de Gemeenteraad vooraf dit gedeelte van den Nieuwen Rijn
aan den openbaren dienst ontlrekke;
V do requestrant voor zijne rekening stelt en onderhoudt eene be-
hoorljke houten schoeiing, en
3° de koopprijs worde bepaald op één gulden de centiarein aan
merking nemende de kosten van demping en het maken van eene
houten beschoeiing.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz
en Wethouders.
K®. 185. Leiden, 3 September 1879.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de in hare
handen gestelde voordracht van Burgemeester en Wethouders tot den
aankoop van eenige voorwerpen, belangrijk voor de oudheidkunde en de
geschiedenis der kunst, ten behoeve van het Stedelijk Museum.
Zij geeft Uwe vergadering alzoo in overweging daartoe den overgeleg-
den staal van af- en overschrijving op de hegrooting voor 1879, tot een
bedrag van f 150, goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N®. 186. Leiden, September 1879.
Ten gevolge van het groot aantal branden welke sedert het begin van
dit jaar hebben plaats gehadis reeds over een bedrag ad f 3253 96
beschikt, zoodat het op de hegrooting uilgetrokken bedrag ad f 3600
niet meer toereikend is om daaruit de kosten en premiën van den laat-
sten brand, ten bedrage van f 645.68, te kunnen voldoen.
Op grond dat er gedurende dit jaar meer gevallen van brand zich kunnen
voordoen en bovendien met het oog op de gelden welke nog aan bezol
digingen en voor het beproeven der brandspuiten moeten worden betaald,
achten wij het noodig dat het artikel met f 2000 worde verhoogd.
Wij nemen daarom de vrijheid Uwe vergadering ter vaststelling over
teleggen een staat van af- en overschrijving eener som van f 2000 van
den post Onvoorziene uilgaven op Hoofdstuk V, volgn. 118, Belooning
en premiën aan brandspuillieden en beambten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 5 September 1879.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen legen de in
hare handen gestelde voordracht van Burgemeester en Wethouders tot
verhooging van volgnommer 118 der begrooling voor den loopenden
dienst: «Belooning en premien aan brandspuillieden en beambten" met
een bedrag van f 2000.weshalve zij vrijheid vindt Uwe Vergadering
lo raden den overgelegden staat van af- en overschrijving goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 187. Leiden, 3 September 1879.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
de stukken betrekkelijk de benoeming van een leeraar in de Engelsche
taal- en letterkunde aan de hoogere burgerschool alhier, onder mede-
deeling dat wij ons met de aanbeveling van de Commissie van Toezicht
en den Inspecteur kunnen vereenigenterwjl wj U voorstellen tot eene
benoeming over te gaan.
In de bj raadsbesluit van 4 Augustus jl. vastgestelde verordening
regelende het getal der leeraren en het bedrag hunner jaarwedden, is de
jaarwedde aan bedoelde betrekking verbonden, vastgesteld op ƒ1800 met
twee periodieke verhoogingen elk ad /200, welke krachlens art. 24 der
Wet op het middelbaar onderwijs, aan de goedkeuring van den Minister
van Binnenlandsche Zaken is onderworpen. Vermits evenwel legen
enkele bepalingen van die verordening vooralsnog bij de Regeering be
denkingen beslaan, zal de benoeming moeten plaals hebben op de vast
gestelde jaarwedde, behoudens de daaraan door den Minister van Binnen
landsche Zaken te verleenen goedkeuring.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 28 Augustus 1879.
Onder terugzending der stukken aarzelen wij niet voor de betrekking
van leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de gemeente-inrich
tingen van middelbaar onderwijs aan le bevelen den eenigen sollicitant,
den heer Dirk Goslings, candidaat in de letteren, leeraar aan de hoogere
burgerschool te Delft.
De Plaatselijke Commissie van toezicht op de
scholen voor middelbaar onderwjs,
P. L. Rijke, Voorzitter.
N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Apeldoorn, 1 September 1879.
In antwoord op uw schrijven van 29 Aug. jl., n#. 704, heb ik de eer
U le berichten, dat ik mij geheel vereenig met het voorstel der Com
missie van Toezicht om den heer D. Goslings als leeraar in Engelsche
taal- en letterkunde aan den Raad ter benoeming aan te bevelen.
Aan HU. Burg. en Welh. De Inspecteur middelbaar onderwjs,
van Leiden. Steyn Parvê.
N®. 188. Leiden, 2 September 1879.
Door Commissarissen der gasfabriek wordt bj nevensgaande missive
voorgesteld den prijs van het gas, thans bedragende acht cents per
kubiek meter, te brengen op zeven cents en zulks gerekend te zijn inge
gaan met 1 September van dit jaar, en verder de jaarwedde van den
boekhouder met ƒ300 te verhoogen en alzoo vast le stellen op 1800.
Wat het eerstgenoemd voorstel betreft, zijn wij met Commissarissen
van oordeel dat met het oog op het aanzienlijk batig saldo, eene prijs
verlaging noodig en wenschelijk is, ten einde te bevorderen dat de winst
het tot dusverre aangenomen normaal bedrag niet overschrijde. Inmid
dels zoude, onzes inziens, de voorgestelde prijsverlaging niet moeten
ingaan met 1° September dezes jaars, maar eerst met 1° Januari 1880
en zulks op grond dat bj de vaststelling van hel te heffen percent op
het voorloopig kohier der plaatseljke directe belasting reeds is gerekend
op eene meerdere bate der gasfabriek dan waarop deze bij de vaststelling
van de begrooling voor dit jaar was geraamd.
Wat overigens de verlaging van den gasprijs zelve betreft, vestigen
wij Uwe aandacht op de aanzienljke vermeerdering van het aantal gas-
verbruikers sedert de vorige prijsverminderingen, waaruit met grond
Ino. sïlkken 1879.