19 N°. 53. Leiden, 17 Maart 1879. Ter uitvoering van het besluit uwer vergadering van 27 Februari jl. waarbij is bepaald dat aan de openbare lagere school n°. 3 voor minver mogenden eene onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken zal worden aan gesteld hebben wij de eer u hierbij de betrekkelijke voordracht aan te biedenopgemaakt in overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den schoolopziener, als: 1°. mej. Wilhelmina Catharina Engelbrecht; 2®. mej. Geertruida Maria Breebaart, en 3°. mej. Johanna Theyssen. Wij nemen de vrijheid u te verzoeken alanu tot de benoeming te willen overgaan, onder mededeeling dat aan die betrekking eene jaarwedde van ƒ350 is verbonden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 54. Leiden, 19 Maart 1879. Wij hebben de eer u hierbij aan te bieden eene voordracht, opgemaakt in overleg met de betrokken hoofdonderwijzeres en den schoolopziener, voor de benoeming van een leeraar in de Wis- en Natuurkunde aan de openbare, meisjesschool der le klasse, op eene jaarwedde van ƒ1600, en zulks ter vervulling der vacature ontstaan door het vertrek van den Heer Dr. J. H. Jennes, als: 1°. Dr. J. C. L. Sicherer, sedert Augustus van het vorige jaar met de waarneming dier betrekking belast; 2". Dr. W. H. Nieuwhuis, te Ommen; en 3°. Dr. G. De Jager Meezenbroek, Directeur van de Zeevaart-School, te Veendam. Wij nemen de vrijheid u te verzoeken als nu tot de benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. N°. 55. Leiden, 13 Maart 1879. Zooals aan Uwe Vergadering werd medegedeeld zijn de vaceerende be trekkingen van stadsgenees- en heelkundige, tengevolge van het eervol ontslag met ingang van 1 Januari 1879 verleend aan de lieeren Dr. Zaal berg en ür. Van Kaathovenwaargenomen door twee der stadsgenees- en heelkundigenen wel tot 1 Maart jl.op welk tijdstip de heer Boursse W'ilse in functie is getreden. Het komt ons billijk voor dat de op de begrooting voor de jaarwedden welke tengevolge van het vacant zijn van beide betrekkingen gedurende twee maanden niet zijn uitbetaald, uitgetrokken gelden worden toegekend aan de stads-geneeskundigendie de betrekkingen hebben waargenomen, ter tegemoetkoming van gemaakte kosten en wegens tijdverlies. Wij stellen u daarom voor ons te dien einde de vereischte machtiging te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 56. Leiden, 13 Maart 1879. Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het voorstel van Burg. en Welh. om ingevolge het verzoek van het Bestuur der Kweek school voor Zeevaart vergunning te verleenen tot aanplemping van een ge deelte der Singelgracht ter vergrooting van het terrein der Kweekschool en de kosten, geraamd op ƒ7000, voor rekening van de gemeente te nemen, onder bepalingdat jaarlijks 4£ pCt. daarvan door de Kweekschool aan de gemeente zal worden betaald. Bij onze Commissie bestaat tegen het plan om bedoeld werk voor reke ning van de gemeente te doen uitvoeren geen bezwaardoch de vraag is gerezen of de gemeente voor het door haar te verstrekken kapitaal eeno genoegzame vergoeding zal erlangen in de betaling van eene rente van 4>\ pCt. per jaar door de Kweekschool en of niet tevens in de aflossing door de betaling van een zeker bedrag per jaar, zal moeten worden voorzien. Naar het ons voorkomt bestaan er voor het laatste alleszins termenten einde, voor het geval bet terrein wederom ter beschikking van de ge meente mocht worden gesteld en alzoo geene rente van het verstrekt kapi taal meer wordt genoten, te voorkomen dat de gemeente schade lijde, daar de vermeerdering van de waarde van den grond voorzeker niet gelijk staat met het verlies van het thans uit te geven kapitaal. Wij wenschen Uwe Vergadering daarom in overweging te geven om het aangewezen gedeelte, groot ongeveer 1350 centiaren van het perceel Sectie A n°. 585 der gemeente Leiden voor rekening der gemeente aan te plempen en onder den last tot onderhoud der beschoeiing, in erfpacht uit te ge ven aan de Kweekschoolvoor gelijken tijd en overigens onder dezelfde voorwaarden,- als de aangrenzende grond bij de Kweekschool in erfpacht bezeten wordt en wel tegen een jaarlijkscben canon berekend naar 5J- pCt. van de kosten van aanplemping. Behalve de voorgestelde 4j ontvangt de gemeente dan 1 pCt. van de kosten van het werk, ten einde te strekken tot vermindering van het kapitaal voor den aangewonnen grond besteed. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 57. Leiden, 20 Maart 18 79. Door de Commissie van Fabricage is een plan opgemaakt tot het bren gen van eenige verandering in de woning van den controleur der Bank van Leeninghetwelk hierbij wordt overgelegd en waarmede wij ons kun nen vereenigen op grond dat de noodzakelijkheid van die verandering is geble ken. Wij geven uwe vergadering mitsdien in overweging daartoe te beslui ten, zullende alsdan de kosten worden gevonden tot een bedrag van /450 uit bet artikel onderhoud van huizen enz. en het bovendien benoodigd be drag van ƒ300 gebracht worden op de begrooting voor 1880. Wanneer het bij het einde van dit dienstjaar blijkt dat de betrekkelijke post niet voldoende is, dan zal eene staat van af- en overschrijving ter vaststelling worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Iko. stekken 1879. Leiden, 19 Maart 1879. Van wege H. H. Commissarissen der Stads-Bank van Leening is ons gewezen op de noodzakelijkheid tot verbetering der woning van den con troleur in de Nieuwsteegwaardoor tevens de gelegenheid tot het houden der driemaandelijksche verkoopingen van panden kon worden behouden. Na eene gedane opneming is geblekendat aan die behoefte door eene kleine verbouwing van het bestaande verkoop-lokaal en de daaraan gren zende woonkamer en gang kan worden voldaan 1°. door het vervangen van het deurkozijn naast de poort door een raamkozijn 2°. door het maken van nieuwe ramen in de twee daarnaast staande lichtkozijnenmet wegneming der buiten vensters en het maken van binnen- blinden met lambriseering; 3°. door het metselen van een schoorsteen tot buiten het dak met een- voudigen schoorsteenmantel; 4°. door het uitbreken en dichtmetselen van eene deur bij den gang en het plaatsen van een kozijn met dubbele deuren en kasten; 5°. door het afbreken van den gangmuur naast het woonvertrek en van den schoorsteenen het nieuw opmetselen van den schoorsteendoortrekken van den vloer 6°. door het vervangen van het bestaande lichtkozijn door een dubbel, bet doortrekken van den plaatsmuur, afsluiten van den achtergang; en 7°. door het betingelen, behangen en verven Oer beide kamers met plaatsen van plafondbanden. De Commissie van Fabricage stelt Jerhalve voor, dat plan aan de goed keuring van den Gemeenteraad te onderwerpen en tevens machtiging te vragen om de kosten geraamd op 750 te vinden door verhooging der som bij art. 103, der begrooting voor 1879 toegestaan, met 450 en de overige ƒ300 te brengen op de begrooting van 1880. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N®. 58. Leiden, 21 Maart 1879. Ter benoeming van een onderwijzer der 2e klasse aan de openbare lagere school n°. 3 voor minvermogenden tot uitbreiding van het hulppersoneel aan die school, waartoe in de raadszitting van 27 Februari jl. werd beslo ten hebben wij de eer u hierbij de desbetreffende voordracht opgemaakt in overleg met den hoofdonderwijzer van voornoemde school en den dis trictsschoolopziener aan te biedenals 1°. J. Korswagen hulponderwijzer te Voorschoten; 2°. Th. J. Hensen hulponderwijzer te Zwolle; en 38. J. V. Disselkoen, hulponderwijzer te Amersfoort. Wij nemen de vrijheid u te verzoeken alsnu tot de benoeming te willen overgaanonder mededeeling dat aan die betrekking is verbonden eene jaarwedde van ƒ700. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 59. Leiden, 20 Maart 1879. Tengevolge van vermeerdering van het aantal leerlingen op de Tusschen- school is eenige uitbreiding van de localiteit noodig, waarvan door de Commissie van Fabricage een plan is ontworpenen de kosten geraamd worden op ƒ330, terwijl eene schetsteekecing in de Leeskamer is neder- gelegd. Wij geven Uwe Vergadering in overweging om de daartoe vereischte machtiging te verleenende kosten te voldoen uit den post onderhoud der scholen, zullende, zoo zulks noodig mocht blijken, te zijner tijd een staat van af- en overschrijving worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 19 Maart 1879. De tusschen- of voorbereidingsschool tot bet openbaar meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens en meisjes van de 2e klasse, op de Oude Vest in het voormalig Nosocomium Academicum, werd ingericht voor 160 leerlingen en had bij de opening plaats voor 216, maar behoeft thans aldaar uitbreiding, daar het aantal leerlingen gestegen is tot 392, zoodat uitbreiding der lokalen vereischt wordt, waarvan de kosten worden geraamd op 330terwijl eerst later zal blijken of meerdere uitbreiding gevorderd wordt, wanneer eene nieuwe inschrijving van leerlingen plaats heeft. Die kosten kunnen als buitengewoon werk niet uit de som van art. 132 der begrooting gevonden worden. Uit dien hoofde vraagt de Commissie van Fabricage machtigingtot uit voering van dit noodzakelijk werk en verhooging der som voor onderhoud der scholen, bij art. 132 der begrooting van het loopend jaar toegestaan, met de bovenbedoelde f 330. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N®. 60. Leiden, 27 Maart 1879. Onder referte aan nevensgaand advies van den heer praelector in de verloskundehebben wij de eer u mede te deelen dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen het verzoek van mej. B. Van Velzen wed. C. Omvlee om con tinuatie in bare betrekking van stads-vroedvrouw zoodat wij de vrijheid nemen u te raden, haar wederom voor den tijd van 3 jaren in die be trekking te bestendigen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Bastiaantje Van Velzen, wed. C. Omvlee, dat zij als stads-vroedvrouw aangesteld zijnde voor den tijd van drie jarendie tijd ziet ten einde loopen. Gaarne wenscht zij intusscben als zoodanig weder te worden herbenoemd; weshalve zij dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 1