15 Zitting van Donderdag 3 April 18Ï9, geopend 's namiddags te 2 uren. Voorzitter t de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Te behandelen onderwerpen: 1". Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de school n°. 3 voor minvermogenden. (53) 2®. Idem van een leeraar in de wis- en natuurkundige vakken aan de Meisjesschool der l!l« klasse. (54) 3®. Idem van een onderwijzer 2<le klasse aan de school n°. 3 voor minver mogenden. (58) 4°. Verzoek van B. Van Velzen om continuatie als slads-vroedvrouw. (60) 5'. Idem als voren van Dr. J. C. Kist, als slads-geneeskundige. (61) 6®. Voordracht betrekkelijk de uitbetaling der jaarwedden van stads-genees- en heelkundigen gedurende het vacant zijn van beide betrekkingen. (55 en 64) 7®. Verzoek van het Bestuur der Kweekschool voor Zeevaart betrekkelijk de aanplemping van een gedeelte der Singelgracht. (46 en 56) 8*. Voordracht betrekkelijk de verbouwing van de woning van den Contro leur der Bank van Leening. (57 en 64) 9®. Idem tot uitbreiding van de localiteit der Tusschenschool. (60 en 64) 10®. Vierde suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1878, en bezwaarschrift van H. II. Eichman—Jansen. (63) 11®. Voordracht betrekkelijk de benaming van straten enz. (52 en 63) Tegenwoordig de heeren Wilhelmy Damsté, Van Hettinga Tromp, Van der Zweep, Suringar, Goudsmit, Hartevelt, De Laat de Kanter, De Fre- meryDriessen Van der Lith VanHeukelom, De Goeje Obreen Cook, Du Eieu, Sckeltema, Juta en Van den Brandeler, De heeren VersterVan ItersonVan Wensen en d'Aumerie gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 13 Maart 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 24/29 Maart jl. blijkens welke de rijksbijdrage in de kosten van het hnis van bewaring is vastgesteld op de helft. 2°. Idem als voren, dd. 18/20 Maart jl.B. n®. 565 (le afd.), G. S. n®. 33, houdende ontvangst-bericht van het ingezonden afschrift der vastgestelde verordening, krachtens art. 4 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad n8. 95). Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van agenten van politie, tot wijziging van de verordening op het verleenen van pensioen. 2". Adres van A. Van Wamel, om ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer 2de klasse aan de jongensschool 1ste klasse. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Weth. 3°. Adres van de Gebrs. Van Wijk en C®.om het raamland buiten de voormalige Hoogewoerdspoort te pachten voor 1450 per jaar. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 4°. Adressen van: Van Hasselt, J. Kuiper, J. Van BrederodeLanda, om afschrijving of restitutie van plaatselijke directe belasting over 1878 en 1879. 5°. Suppletoire begrooting, dienst 1878 van het Bestuur van het Stedelijk Werkhuis. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën. 6°. Verslag van den Praelector in de Verloskunde, over het jaar 1878. 7°. Idem van het Seminarium der Remonstranten. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen en in het gemeente-verslag op te nemen. 8°. Voorstel van Mr. L. D. Suringar, Mr. P. A. v. d. Lith en G. Wil helmy Damstd, om de Garenmarkt te noemen: Thorbeckestraat. Wordt besloten dit te behandelen bij punt 11 der aan de orde gestelde onderwerpen. 9°. Ongeteekend schrijven van «eenige studiosi"over de afkondiging van de Zondagswet. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit ter zijde te leggen als zijnde ongeteekend, en bovendien behoorende tot de competentie van Burg. en Weth. Aan de orde is I. Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de school n». 3 voor minvermogenden. (Zie Ing. St. no. 53.) De heeren Wilhelmy Damstd, Goudsmit en Van Heukelom worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken. Mejuffrouw W. C. Engelbrecht wordt met 16 stemmen benoemd. Er waren 2 blanco-biljetten ingeleverd. II. Benoeming van een leeraar in de wis- en natuurkundige vakken aan de meisjesschool der 1ste klasse. (Zie Ing. St. no. 54.) De heer Goudsmit. Voordat tot deze benoeming worde overgegaan wensch ik dat door den Eaad over deze zaak eene besloten vergadering worde gehouden. Ik doe daartoe het voorstel. ZwnsovzMuo 1879. Het voorstel van den heer Goudsmit wordt voldoende ondersteund en de openbare vergadering wordt veranderd in eene met gesloten deuren. Na heropening der vergadering stelt dé Voorzitter voor tot de benoe ming over te gaan, De heer Goudsmit. Ik wensch nog eene enkels opmerking in het mid den te brengen. Binnen kort wachten wij geheele reorganisatie van het onderwijs^ voor meisjeser zullen dan voor de verschillende vakken docen ten noodig zijn, waarschijnlijk voor sommige meer dan een. Dat geeft mij aanleiding tot het voorstel thans geen definitieve benoeming van een leeraar te doenmaar haar tot bij die organisatie van het onderwijs uit te stellen. Dat voorstel wordt voldoende ondersteund. In omvrage gebracht, wordt het voorstel van den heer Goudsmit aan genomen met 11 tegen 7 stemmen. Tegen stemden: de heeren Van der Zweep, De Laat de Kanter, De Fre- raery, Obreen, Du Eieu, Scbeltema en Juta. III. Benoeming van een onderwijzer 2de klasse n°. 3 voor minvermo genden. (Zie Ing. St. n°. 58.) De heer J. Korswagenhulponderwijzer te Voorschoten, wordt met 16 stemmen beooerad. Er waren 2 blanco-biljetten in de bus. IV. Verzoek van B. Van Velzen, om continuatie als stads-vroedvrouw. (Zie Ing. St. n". 60.) Met algemeene stemmen wordt tot de continuatie besloten. V. Verzoek van Dr. J. C. Kist, otn continuatie als stads-geneeskundige. (Zie Ing. St. n°. 61.) Wordt mede met algemeene steramen tot de continuatie besloten. VI. Voordracht betrekkelijk de uitbetaling der jaarwedden van stads- genees- en heelkundigen, gedurende het vacant zijn van beide betrekkingen. (Zie Ing. St. n®. 55 en 64.) Met algemeene stemmen wordt de voordracht goedgekeurd. VII. Verzoek van het Bestuur der Kweekschool voor Zeevaart, betrek kelijk de aanplemping van een gedeelte der Singelgraeht. (Zie Ing St. n°. 46 en 56.) De heer Du Rieu, Het komt mij minder geschikt voor dat de Ge meenteraad zich met het verzoek van de Kweekschool zal vereenigen. Heeft deze terrein noodig, dan moet zij het werk maar zelf doen uitvoeren en daarvoor geld opnemen. De heer Cock. Alleen wensch ik te verklaren dat ik tegen het verzoek zal stemmenomdat de inwilliging daarvan mijns inziens veel te onereus zoude zijn voor onze gemeente-financiën. Door de Commissie van Financiën is dat ook ingezien en zij heeft daarom eene wijziging voorgestelddie zeer zeker eene verbetering mag heeten, maar die voor mij nog niet vol doende iszoodat, ook al werd die wijziging aangenomen, ik toch genood zaakt zou blijven tegen te stemmen. De heer Scheltema. Ik vereenig mij met het gevoelen van de beide vorige sprekers en zal duswat de hoofdzaak betreftniets daaraan toevoe gen. Ik wensch alleen nog iets te zeggen over eene bijzaak. Het aan te plempen terrein, dat aan de gemeente ƒ7000 zal kosten, moet dienen, zooals in het adre9 van de commissie staat, »voor de exercitiën" van de jongens, dus als excercitieterrein voor de Kweekschool. Nu wensch ik in overweging te geven dat, als de gemeente eene zoo aanzienlijke uitgaaf doet voor een excercitieterrein, Burg. en Weth. zich het recht voorbehouden om het ook te kunnen laten gebruiken door de schutterij en het garnizoen, die beiden aan een terreinzooals nu de Kweekschool wenschtevenzeer behoefte hebben. Als het er toch wasdan konden immers de jongens van de Kweekschool het er ook meê doen en dan behoefde het aan de gemeente geen 7000 te kosten om een terrein te maken. Maar bet is er niet, zoodat de infanterie zich zelfs met de Papengracht heeft moeten behelpen dochindien ik goed geïnformeerd benmag zij die plaats niet meer ge bruiken. Ik ben dus zoo vrij aan Burg. en Weth. in overweging te geven om, als de Baad besluit 7000 uit te geven voor een exercitieterrein voor de Kweekschool, het ook te doen strekken ten behoeve van de schutterij en van het garnizoen. De heer Haetevelt. Ik kan niet beoordeelenof het te verkrijgen terrein beschikbaar zal of kan gesteld worden voor oefeningen van schutterij en garnizoen. Ik wensch alleen de financieele quaestie te behandelen. De vraag^ werd in onze Commissie gesteldHoe zal de gemeente voor hare rekening 1350 centiaren van de Singelgracht doen aanplempen, en alzoo medewerken tot bevordering der belangen van de Kweekschool van Zeevaart zonder dat zij te veel schade lijde, of m. a. w. zal het te verkrijgen terrein b. v. na^ het verstrijken van 25 jaren (gesteld het kwam dan wederom ter beschikking van de gemeente) ruim 5 per centiare waard zijn? Bij meer dan twijfel hieraan, achtte zij het wensehelijk, dat, voor de 4) pCt. die de gemeente zal te betalen hebben, 5j- pCt. door de Kweekschool zal worden voldaanhet 1 pCt. meer zal dan strekken tot vermindering van het kapitaalvoor den aangewonnen grond besteed. De Commissie van Financiën meent, dat zij door middel van haar voorstel heeft getoond, de Kweekschool ter wille te zijn. De heer Van dee Lith. Het denkbeeld door den heer Scheltema ge opperd is geheel nieuw. Zou het ook mogelijk zijn dat een der heeren van de Kweekschool hieromtrent inlichtingen konde geven, of zij wel geneigd zou zijn daartoe toestemming te geven? Ik voor mij geloof dat bet aan bezwaren zal onderhevig zijn. Mocht het denkbeeld van den heer Schel tema evenwel opgaan, dan zouden wij twee zaken verkrijgen, hel gemeen tebelang zou bevorderd en de Kweekschool geholpen zijn. De heer Scheltema. Ik wensch zoo vrij te zijn daarop te antwoorden dat, als het voorstel wordt aangenomen, aan de Kweekschool eene groote

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 1