4 op de Oude Vest de afstand tussehen de Turfmarktsbrug en de Ouile-Mare- poortsbrug veel grooter is dan die tusscben de bruggen op de Middelste gracht, dan kan men bezwaarlijk ontkennen, dat die brug gerust gemist kan worden. De Raad heelt gezien dat de Commissie van Fabricage niet dan zeer schoorvoetend overgegaan is tot haar voorstel om eene vaste brug te doen leggen en wel alleen uit overweging dat twee firma's die noodig en eenige bewoners van de. Middelstegracht er gemak van hadden. Ons oorspronkelijk voorstel echter was om de brug geheel weg te laten. Wat op de Oude Vest gemist kan wordenis zeker op de Middelstegracht niet noodig. Als wij nu in zoover aan den wensch der firma's en aan het gemak van enkele bewoners zijn tegemoet gekomen om voor te stellen ƒ350 ten laste der gemeentekas te brengen, dan gaat, dunkt mij, de eisch te verdie som nog eens te verhoogen met 80Ü, alleen om ééne firma gelegenheid te geven met hare schuiten te kunnen doorvaren. Er is ten opzichte van deze brug eene groote verandering in de denkbeelden gekomen. In 1864 heeft dezelfde firma verzocht de brug geheel weg te doen nemen. De Kaad heeft dat niet toegestaan. Nu stelt het Bestuur voor de brug weg te nemeu en komt dezelfde firma zich met alle kracht daartegen ver zetten. Wij meenen thans juist den middenweg te hebben gekozen. De heer Hartevelt. Terecht zegt de geachte Wethouder daar dat er verandering is gekomen in de denkbeelden en toestanden sedert 1864. Nu is het niet meer één firma, maar twee die de brug behoeven. Ik heb de zaak in persoon onderzocht en het is mij gebleken dat het schier onmogelijk is voor die firmanten, die voor hunne karren een breede brug behoevenden omweg te maken langs den Ouden Kijn. Wel wordt nu liet voorbeeld aangebaald van de brug over de Oude Vest, over de Schei- straat, die vervallen is; maar daartegenover staat dat ik over dat gemis indertijd menige klacht heb vernomen. Van de Turfmarkt tot de Mare is een eind van belang. Meermalen beeft het publiek er over gedacht of het niet goed ware om een pontje te vragen, waar vroeger de brug stond. Maar laat ik mij tot het onderwerp, heden aan de orde gesteld, bepalen. In 1864 werd er een beweegbare brug gemaakt over do Middelstegracht bij de Vleerensteeg. In de kosten van daarstelling beeft toen de firma Dros 8t Tieleman 1000 bijgedragen; daarvoor alleen zou die firma m. i. het recht hebben op bestendiging van dien toestand. Hoe het komt, dat die brug na 14 jaren geheel is moeten worden gesloopt, zal, als ik goed geïnfor meerd benaan een verschil van gevoelen over het onderhoud moeten worden toegeschrevenaan het onderhoud van die brug zoude niets zijn gedaanomdat gepretendeerd werddat dit voor rekening kwam van de firma Dros Tieleman, die integendeel beweerde, dat de gemeente daarin voorzien moest. Onze geachte Wethouder van Fabricage zal de laatste meening wel zijn toegedaan. Hoe dat ook zij, wij mogen m. i. niet op nieuw eene bijdrage vragen in de daarstelling van eene beweegbare brug ik althans zal mijne stem daaraan niet geven. Do beer De Laat de Kanter. De geachte vorige spreker schrijft ons eene bedoeling toe, welke niet iu ons voorstel ligt. Wij hebben wel willen uitmaken dat wij de nieuwe brug zullen onderhouden maar wij erkennen geenszins dat de gemeente daartoe verplicht zoude zijn geweest ten aanzien van de brug welke thans weggenomen is. Deze brug, in 1864 gelegd, is in 1878 versleten; bet is een houten brug, en wanneer een zoodanige brug eerst na 14 jaren vernieuwing vereischt, dan kan mqn de schuld daarvan niet aan verwsarloozing of gebrek aan onderhoud wijten. De toestand is veranderdzegt de heer Hartevelt. Maar de toe9tand is in zooverre niet veranderd dRt ook nu slechts ééne firma belang beeft bij de beweegbaar heid van de brug. Beide firma's hebben er wel belang bij dat zij met vermijding van een omweg van den eenen naar den anderen kant kunnen komenen voor een gedeelte van de bewoners der Middelstegracht is dit ook zeer gemakkelijk. Wij achten het daarom alleen verantwoord, van stadswege een vaste brug te maken. Mil die eene firma echter eene be weegbare brug, dat zij dan de kosten er van drage. De afstand tusscben de Turfmarkts- en Oude-Marepoortsbrug is 280 M. en de afstand tussehen den Ouden Kijn en de Groenesteeg is 260 M. Die afstand is dus toch zoo verschrikkelijk groot niet. Ik wil wel ge.looven dat er geprutteld is toen de brug over de Scheistraat is weggevallen. Die gewoon waren er gebruik van te maken zullen het gemis gevoeld hebben. Maar die brug is weggenomen voor mijne komst in de gemeente. En ik kan eerlijk ver klaren" dat ik er nooit klachten over heb vernomen ja zelfs bij de behan deling dezer zaak voor bet eerst gehoord heb dat er vroeger nog eene brug tegenover de Scheistrsat geweest was. De beer Cock. Een woord nog slechtsom den heer De Kanter even te beantwoorden, voor zoover diens betoog in antwoord strekte op bet door mij aangevoerde. Ik heb gezegd: de brug is noodig of niet. Is zij noodigdan moet de stad haar maken. Is zij niet noodigdan moet niemand baar maken. Hij beroept zich nu op betgeen bij de Oude Vest is geschiedwaar een nog grootere afstand twee bruggen scheidt. Aangenomen dat die vergelijking opgaat, hetgeen afhankelijk is van een aantal factoren, die ik op het oogenblik niet genoegzaam ken, dan ant woord ik eenvoudig: ja, hier is een brug stellig noodig, dat heb ik gezien, maar dat verhindert niet, dat er daar op de Oude Vest ook nog een noodig kan zijn. In mijn stelsel kan die opmerking er dus slechts toe leiden ook daar, zoo noodigeen brug te maken. Dat wijof liever onze voorgan gers eenmaal gedwaald hebben, is, dunkt mij, voor ons geen reden om op die» ingeslagen dwaalweg voort te gaan. De heer De Laat de Kanter. Alleen een woord om aan hen die met ons in gevoelen verschillen, te verzekeren dat, als het voorstel der Com missie van Financiën wordt aangenomen, wij daarin geen aanleiding zullen vinden om voor te stellen de brug over de Oude Vest weder te herstellen. De beer Hahteveet. Ik wenscb thans voor te stellenovereenkomstig het advies van de Commissie van Financiëneen beweegbare brug voor rekening der gemeente to maken over de Middelstegracht bij de Vlee rensteeg. Dit voorstel, in stemming gebracht, wordt met 16 tegen 4 stemmen aan genomen. Tegen stemden: de heeren Van der Zweep, De Laat de KanterLibrecbt Leawijn tn (Je Voorzitter. VII. Verzoek van I. Imans, betrekkelijk het doen rooien van een boom. (Zie Ing. St. n*. 6.) Op verzoek van den heer Du Kieu in stemming gebracht, wordt het voorstel, cm afwijzend op het verzoek te beschikken, met 16 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de herren Juta, Ver9ter, Du Rieu en Obreen. VIII. Idem van W. A. Van Litb, ter bekoming van gemeentegrond enz. (Zie Ing. St. n°. 5.) Het voorstel van de Commissie van Fabricage tot afwijzende beschikking, maar tot het geven van terrein ter beplanting in gebruik waarmede Burg. en Weth. zich vereenigen, wordt met algemeene stemmen aangenomen. IX. Idem van Dr. Jac. Van Kaathovenom ontslag als stadsheelkundige. (Zie Ing. St. n". 9.) De Voorzitter. Gelijk de heeren hebben gezien, hebben diakenen der Ned. Herv. gemeente alhier bericht geen bezwaar te hebben in bet verleenen van liet ohtslagmaar hun leedwezen betuigd over het genomen besluit en noodigen zij ons college uit, indien zulk9 zijn kan, middelen te beramen om den beer Van Kaathoven van dat besluit te doen terugkomen. De wijze waarop de heer Van Kaathoven zijn ontslag heeft ingediend maakt het niet wel doenlijk voor Burg. en Weth. nader in overleg te treden. Keeds met 1 Januari jl. heeft de heer Van Kaathoven de hem opgedragen betrekking niet meer waargenomen. Ik zal thans in rondvraag brengen de voordracht om het eervol ontslag te verleenen en Burg. en Weth. te machtigen eene voordracht te doen voor stads-heel- en geneeskundige op eene jaarwedde van 630. De heer Jdta. Is dat dezelfde som als vroeger was bepaald? De Voorzitter. Ja. De beer Van Iterson. Wat het laatste punt betreft, eene enkele opmer king. In den Rand is men algemeen uitgegaan van de onderstelling dat het voornemen bestaat bij Burg. en Wetb. uitsluitend dergelijken toestand in het leven te roepen als nu voor een enkel geval wordt voorgesteld. Van belang is het nu voor de verhouding der werkzaamheden en de uit te keeren tegemoetkoming bekend te zijn met het aantal geneeskundigendat de Kaad voornemens is aan te stellen. BestBat daaromtrent bij Burg. en V\eth. reeds een vast voornemen? De Voorzitter. Daaromtrent is niets besloten. Vermoedelijk zal het aantal met één vermeerderd worden en dus op zeven worden gebracht. De heer Van Iterson. Ik zeg het daaromomdat wanneer wij 7 a 8 neen laat het bij 7 blijven, titularissen krijgen, dan van hem, die nu aan gesteld wordt, aanvankelijk meer gevergd zal worden dan later. Dan toch gaat van het chirurgische deel zijner werkzaamheden bijna de belft af. Wat nu door 4 chirurgen wordt verricht, zal dan over 7 worden verdeeld; en ook de kring zijner geneeskundige werkzaamheid zal kleiner worden. Aanvankelijk echter wordt van den nu te benoemen titularis meer gevergd dan later, als definitief uitvoering zal zijn gegeven aan het voornemen om 7 genees- en heelkundigen aan te stellen. Is het niet van belang bij de te plaatsen oproeping hiervan melding te maken De Voorzitter. Mij dunkt dat de openbare discussie aanleiding genoeg zal geven om de aandacht van belanghebbenden op deze omstandigheid te vestigen. De heer Van Iterson. Als dan maar wat ik zeg aangenomen wordt al9 te zijn het werkelijk voornemen van den Raad. De Voorzitter. Het voornemen van Burg. en Weth. is, het getal geneeskundigen met één te vermeerderen en aan dezen de heelkundige practijk tevens op te dragen. Nu stem ik toe dat de taak voor den titu laris, die nu benoemd zal worden, zwaarder zal zijn dan in het vervolgwanneer de arbeid verdeeld wordt over meer wijken. Mij dunkt echter dat de sollicitanten uit deze discussie genoegzaam zijn ingelicht omtrent liet voor nemen van den Raad in het vervolg. De heer Van Iterson. Mijne bedoeling was dan ook slechts dat dit feit algemeene bekendheid verwierf. Het voorstel van Burg. en Weth., om eervol ontslag te verleenen aan den heer Van Kaathoven en hun college te machtigen, eene oproeping te doen voor sollicitanten naar de betrekking van heel- en geneeskundige op een salaris van ƒ630, wordt hierop met algemeene stemmen aangenomen, waarbij de beer Verster zich buiten stemming hield. X. Verzoek van J. Rinkes Borgerom eene brug te leggen. (Zie Ing. St. n°. 7.) De Voorzitter. Het voorstel strekt om de vergunning le verleenen onder de voorwaarden in het rapport van de Commissie van Fabricage gesteld. De heer De Laat de Kanter. Er is een nader request van Rinkes Borger ingekomenwaarin juist gevraagd wordt een boom te rooien. Hij beeft daarbij eene teekening overgelegd. Zooals daaruit blijkt, zou werke lijk een boom aan het leggen der brug in den weg staan. V\ ij bebhen de zaak nog niet kunnen onderzoeken. Als de Raad dus geen bezwaar heeft, zou ik het wenschelijk achten het voorstel aan te vullen met de machtiging op het Dagelijkscb Bestuur om, zop noodig, vergunning te verleenen een boom te rooien. Volgens mededeeling van den belanghebbende is er haast bij d© zaak en zonder die bijvoeging zou het tweede verzoek niet eer kun nen behandeld worden dan in eene volgende vergadering. Als de Raad dus Burg. en Weth. wil machtigen naar omstandigheden te handelen, kan de zaak voortgang hebben. De Voorzitter. Ik stel dan nu voor overeenkomstig de voordracht te besluiten en tevens Burg. en Weth. te machtigen naar omstandigheden te beslissen of vergunning kan worden verleend een boom te rooien. Aldus aangevuld, wordt de voordracht met algemeene 9temmen aangenomen. XI. Idem van het Bestuur der eocieteit Minerve, om eene waterloozing te maken. (Zie log. St. n". 8.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 4