3
grond gebruiken zullen zij er voor betalen. Het zou een schijn van vijan
delijkheid hebben, hen te dwingen binnen korten termijn alles op te ruimen.
Dien schijn willen ook Burg. en Weth. vermijden door hun een termijn
van zes maanden toe te staan. Billijk vind ik dat men hun de gronden
in gebruik late, zoolang zij die noodig hebben. Feitelijk kan de huur echter
niet ophouden, zoo dadelijk na bet eindigen van het contract.
De heer De Laat de Kanter. Maar wij willen juist dat de huur
ophoude en stellen daarom voor gedurende zes maanden slbchts den toestand
te bestendigen.
De heer Hartevelt. De huur was reeds geëxpireerd. Burg. en Weth.
stelden toen voor een termijn van 6 weken toe te staan voor het opruimen
van den opstal. Toen zijn er stemmen in den Raad opgegaandie dien
termijn te kort achtten, ook met het oog op het seizoen. Men vond het
billijk en wenschelijk den fabrikanleu een termijn van zes maanden toe te
staan. Ik bcb daar ook voor geijverd, en de Raad beeft bet ook toege
staan. De fabrikanten hebben dus kunnen zien dat wij goede bedoelingen
hebben. Nu echter komt een aller zonderlingst verzoek van de firma Van
Wjjk in. Als voorstel, van een der leden van deu Raad uitgegaan zou
ik het kunnen hegrijpen. Thans heeft het er den schijn van, alsof
wij in proces zijn en het noodig is geworden arbiters te benoemon ook
door den kantonrechter één. Er is, dunkt mij, geen grond om,ik zoude
schier zeggen, wij kunnen of mogen geen regard op dat verzoekschrift
slaanvooreerst omdat bet niet door beide de vorige huurders is gedaan
maar ookomdat hierdoor een nieuwe toestand zoude geboren worden, dien
ik niet beoordeelen wil als wenschelijk of onwenscbelijk.
De beer Van Itebson. Veroorloof mij de vraag, mijnheer de Voorzit
ter! of er zekerheid bestaat (lat, wanneer bet voorstel van Burg. en Weth.
wordt aangenomen, bet nccoord door de firmanten zal worden geaccepteerd.
Indien dit niet het geval mocht zijn, wanneer zij met nieuwe tegenvoor
stellen mochten komen, of weigeren het besluit op te volgen, dan, geloof
ik, ware bet geraden, de zaak haar natuurlijken loop te laten en niet met
hen te onderhandelen over het prolongeeren van de buur, terwijl zij weder
rechtelijk blijven in het gebruikgelijk ik het noem, en direct over te gaan
tot het wegnemen van den opstal. Wij moeten ons niet door praatjes er
toe laten verleiden de zaak op de lange baan te schuiven. Wij zullen ver
standig doen door bij nieuwe verwarringnieuwe tegenvoorstellende on
derhandelingen af te breken.
De heer Driessen. Ik geloof dat er alle kans voor weigering van de
zijde der firma's bestaat. Van den grond wordt gebruik gemaakt door de
heeren Van Wijk niet door de beeren Zaalberg. Daaruit valt af te leiden dat
Zaalberg niet wenscht te continueeren en Van Wijk wel. Ik gelocf dus dat
er alle waarschijnlijkheid bestaat dat het voorstel niet door hen zal worden
aangenomen.
De beer Goudsmit. Ik geloof dat de heer De Kanter gelijk heeft, als
bij zegt dat op bet ingediende verzoekschrift niet moet worden gelet. Het
is slechts door een der firma's onderteekend, terwijl beide firma's het land
hebben gehuurd. Op dat verzoekgelijk bet nu is gedaandiende over
gegaan te worden tot de orde van den dag, en men moest eeuvoudig
executeeren wat den vorigen keer ia besloten.
De Voorzitter. Ik heb voorgesteld het verzoek 'te stellen in banden
van Burg. en Weth. Ik meende dat dit aanleiding zou kuunen geven dat
de firma Zaalberg zich nog tot den Raad wendde.
De heer Goudsmit. Maar het geldt hier een verzoek van één persoon,
die alleen daartoe niet bevoegd is. Ik zou daarop geen acht wenschen ge
slagen te zien. Wij komen anders in allerlei complication De beer Zaal
berg zou kunnen zeggen: ik weet er niets van. Intusschen, ik beb niets
tegen het in handeo stellen van Burg. en Welh., uiaar ik vrees dat het
geen doel zal trcfleu.
De Voorzitter. De uilkomst zal dit moeten leeren. A priori is er
niets van te zeggen. Zeer goed mogelijk is het dat zoodoende wel het
doel bereikt zal worden. Schaden zal het in geen geval.
De heer Goudsmit. Wij talmen te lang met de zaak. Ik hen het
geheel eens roet den heer Van Iterson. Een particulier zou zich zoo niet
laten ophouden. Wij bebhen alle faciliteiten gegeven door een termijn van
zes maanden te stellen. En nu komt er weder een voorstel. Dat loven
en bieden is beneden de waardigheid van een gemeentebestuur. Er moet
een einde aan de zaak kotneD.
Over bet voorstel van Burg. en Weth., daarop in stemming gebracht,
staken de stemmen (10 tegen 10), zoodat daarover in eene volgende zitting
zal moeten worden herstemd.
Voor stemden: de heeren Driessen Van der Zweep, De Laat de Kanter,
Hartevelt, Van der Litb De Fremery, Goudsmit, Libreeht Lezwijn Van
Iterson en de Voorzitter.
Tegen stemden: de heeren Wilbelmy Damsté, Suringar, Juta, Le Poole
Verster, Du Rieu, Cock, Obreen d'Aumerie en Van Heukelom.
IV. Voordracht betrekkelijk bet Raan.land buiten de voormalige Marepoort.
(Zie Ing. St. nos. 235 en 240.)
De heer De Laat de Kanter. Het verzoek om bet raamland buiten
de Marepoort te huren is gedaan door drie firma's; een der leden van een
dezer firma's is tevens lid van den Gemeenteraad. Dit heeft aanleiding ge
geven tot nadere bespreking van deze aangelegenheid waarom dan ook de
behandeling van dit verzoek vroeger is aangehouden. Ons geacht medelid,
dat ik bedoelzou, als dit raamland ondershands in huur werd gegeven, er
geen gebruik van kunnen maken zonder zijn zetel in den Gemeenteraad te
verliezen. Nadere bespreking met dat medelid, dat, ik voeg er dit bij,
zelf de aandacht op deze zaak heeft gevestigdheeft ons gebracht op bet
denkbeeld omin plaats van het raamland buiten de voormalige Marepoort
in huur aftestaandaarop op dezelfde voorwaarden een recht vnn opstal te
geven voor vijf jaar. Dit is een vorm welke door de wet wordt gedoogd.
De wet gaat zelfs verder. Zij laat Zelfs toe dat aan raadsleden ondershands
erfpachtsregten worden gegeven. Overigens levert deze wijziging nog eenige
voordeelen voor de gemeente op, daar hij die recht van opstal verkrijgt,
verplicht is de grondlasten te betalen, welke bij verhuur ten laste van den
eigenaar blijven. Wat den huurprijs betreft, de aanvragers Lebben daartegen
j geen bezwaar, zij zijn geneigd den voorgestelden prijs te betalen. Zij zijn zelfs
geneigd zicb nog aan eene voorwaarde te onderwerpenwelke ik thans de eer heb
voor te stellen, namelijk dat verdere opstallen niet mogen worden opgericht
zonder speciale vergunning van het Dagelijksch Bestuur. Ik heb derhalve de
eer het voorstel te doen, ook namens het Dagelijksch Bestuur eD de Com
missie van Fabricagedie zich in Blle opzichten daarmede vereenigenom
de gronden buiten de voormalige Man poort «an de aanvragers voor den
tijd van vijf jaren af te staan, met reedt van opstal, op de voorwaarden
door Burg. en Weth. aangegeven en met bepaling dat geen nieuwe opstal
len zullen mogen worden opgericht zonder toestemming van het Dagelijksch
Bestuur.
De heer Juta. Indien ik wel verstaan heb heeft de heer De Kanter
verklaard dat de drie aanvragers genoegen nemen met het voorstel van
i Burg. en Wetb.gelijk bet hier ligt, met dien verstande dat, in plaats
j van »buur", zrecht van opstal" worde gelezenzoodat ook de meerdere
grond ten laste der aanvragers komt, en zij in de hoogere pachtsom ge-
j noegen nemen.
De heer De Laat de Kanter. Er is geen quaestie van meer of minder
grond. Het voorstel blijft gelijk bet was, met deze wijziging alleen dat,
in plaats den grond ondershands te verhurendaarop een recht van opstal
voor 5 jaar wordt verleendwaarbij dan nog de bepaling wordt gevoegd
dat geen meerdere opstallen opgericht zullen mogen wordendan er nu
reeds staanzonder goedkeuring van het Dagelijksch Bestuur. Het is eene
wijziging, welke voor de gemeente nog eenig voordeel geeft, omdat hij die
recht van opstal heeft, lasten op zich neemt, welke anders voor rekening
van den eigenaar blijven. Het geldt het geheele terrein.
De heer Du Rieu. Wat kan de reden zijn, mijnheer de Voorzitter!
dat nu meer terrein aangeboden is dan vroeger? De aanvragers hadden,
als ik wel geïnformeerd ben, een klein gedeelte in gebruikterwijl het gras
gewas zoowel van het deel dat zij in gebruik hadden als van dat gedeelte
wat zij niet in gebruik hadden, werd verhuurd.
De Voorzitter. Het voordeel, dat er aan verbonden is, is aan den
kant der gemeente. Dan toch hebben wij slechts met één huurder te doen
dit reeds is zeer wenschelijk.
De beer Juta. En daarmede dus nemen de firma's genoegen?
De heer De Laat de Kanter. Ja, de firma's nemen er genoegen
mede en de prijs voor recht van opstal is gerekend tegen hetzelfde bedrag
als de landen buiten de Hoogenoerdspoortnl. 200 per hectare. Het
terrein is 3 J hectare groot, buiten en bebalve bet gedeelte waar de petroleum-
pakhuizen staan. Zoolang de schietbaan niet is geslecht, wordt daarvoor
geen recht van opstal betaalddat is ook in ons voorstel uiteengezet.
De Voorzitter. Buitendien moet ik nog aan den heer Du Rieu opmer
ken, dat de gemeente bij deze regeling nog een voordeel heeft, namelijk
dat de grondlasten komen ten laste van den huurder.
De heer Juta. Ik had vernomen dat de aanvragers geen genoegen nemen
met deze regeling. Na de duidelijke verklaring echter van den Voorzitter
der Commissie van Fabricage zal ik mij daarbij nederleggen.
De heer Cock. Ik bad ditzelfde ook vernomen. Ik geloof dat de aan
vragers aanvankelijk bezwaar maakten. Maar ik weet uit zeer goede bron
en kan dus verzekerenofschoon nadere bevestiging niet noodig is na de
verzekering van bet Dagelijksch Bestuur, dat zij later van die bezwaren
zijn teruggekomen.
De Voorzitter. De beer De Kanter heeft met de firma's geconfereerd,
zoodat wij niet noodig hebben geacht nader te onderzoeken of werkelijk
adressanten met deze regeling genoegen namen.
De beer Juta. Ik heb dan ook reeds gezegd dat ik mij bij de ver
zekering van den Wethouder van Fabricage zou nederleggen.
De lieer Goudsmit. Nu zal het recht overgeschreven moeten worden.
Het is iiu niet huur, maar eeu zakelijk recht.
Het voorste! van den heer De Laat de Kanter, alsnu in omvraag ge
bracht, wordt met algemeene stemmen aangenomen.
V. Verzoek van Mr. H. B. Grevenom ontslag als leeraar in de staats
wetenschappen aan de Hoogere Burgerschool.
(Zie Ing. St. no. 4.)
Overeenkomstig het voorstel wordt het ontslag eervol verleend.
VI. Voordracht betrekkelijk de herstelling van de brug over de Mid
delstegracht hij de Vleerensteeg.
(Zie log. St. nos. 231 en 269.)
De Voorzitter. Gelijk de heeren hebben gezien, heeft de Commissie
van Financiën in ons voorstel eene wijziging in overweging gegevenen
voorgesteld le besluiten dat van wege de gemeente eene nieuwe beweegbare
brug zal worden gemaakt. Burg. en Wetb. hebben daarentegen het voor
stel en de conclusie van het rapport van de Commissie van Fabricage over
genomen.
De heer Cock. Een enkel woord slechts, mijnheer de Voorzitter, om
mijne adbaesie te betuigen aan het rapport en de conclusie van de Com
missie van Financiën. Met verwondering heb ik uit hetgeen er in 1S64
geschied is geziendat men voor bet bouwen van een beweegbare brug
toen een particuliere firma heeft laten betalen. Ik geloof niet, dat dat
een gezonde toestand is. Een van beiden is waar: of de brug is noodig
of zij is het niet. Als zij noodig is dan moet de gemeente haar betalen en
niet ang.-tvallig onderzoeken of een dan wel zes firma's er nut van kunnen
hebben, fs zij niet noodig. dan moet de gemeente natuurlijk die brug
niet leggenmaar evenmin dulden dat zij door particulieren gelegd en be
taald wordt. Ik nu ben overtuigd dat tie brug er behoort te zijn. Ik beb
dan ook met genoegen het rapport der Commissie van Financiën gelezen
en gezien dat ook zij tot den gezonden toestand wenscht terug te keeren.
De heer De Laat de Kantf.r. Ik wensch hiertegen alleen dit aan te
voeren dat, naar bet oordeel der Commissie van Fabricage, de brug niet
noodig i». Wanneer wij, gelijk door ons is aangehaald, er op letten dat