83 Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de voordraelit van Burg. en Weth. het verzoek toegestaan. VIII. Verzoek van de Hollandsche spoorweg-maatschappij ter bekoming van grond in eigendom. (Zie Ing. St. nos. 230 en 232.) Wordt met algemeene stemmen overeenkomstig het roor9tel van Burg. en Weth. het verzoek toegestaan. IX. Voordracht tot verkoop van waterschuiten enz. (Zie Ing. St. n°. 233.) Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. X. Verzoek van de Kweekschool voor Zeevaart ter hckoming van grond in erfpacht. (Zie Ing. St. nos. 234 en 238 De lieer Goudsmit. Mag ik voorlezing van de conclusie der zaak ver zoeken De Voorzitter. De Commissie van Fabricage heeft het navolgende voorgesteld o. dat aan de Kweekschool in erfpacht voor den tijd van dertig jaren wordt afgestaan: 31 aren en 60 centiaren grond met de daarop staande ge bouwen bij het kadaster der gemeente bekent! onder Sectie A, nos. 643 en 644, tegen eene jaailijksche erfpacht van vier gulden vijftig cents; 6. dat bij eventueele opheffing van de Kweekschoolde gebouwen opdien grond staandedoor de gemeente tegen taxatie van deskundigen kunnen worden overgenomen of bijaldien de gemeente zulks niet mocht verlangen, van wege de Commissie moeten worden weggeruimd c.^ dat zonder goedkeuring van den Gemeenteraad geene gebouwen of ge timmerten worden gesteld noch eenige verandering gemaakt in bet aan de gemeente toebelioorend ijzeren hek tot afscheiding, aan het Noordeinde; d. dat bij hel eindigen van de erfpacht de grond ter beschikking van de gemeente wordt gesteld. De heer De Laat de Kanter. Ik zie eigenlijk geen overwegende rt.den om den termijn van de erfpacht te verkorten. Er bestaat geene reden om te vreezen dat de inrichting binnen 30 jaren niet meer zal bestaan. Zooals wij hebben gezien beeft de Kweekschool het verzoek gedaan om meer zekerheid te geven aan haren geldschieter. De Commissie voor de Kweek school heeft een belangrijk kapitaal moeten opnemen voor nieuwe gebouwen en beeft door een contract met den Staat waarborgen gekregen dat zij aan hare verplichting tot rentebetaling en aflossing zal kunnen voldoen. Het contract is voor den Staat natuurlijk bindend en komt er verandering van inzicht bij de Regeering omtrent de opleiding van jongens voor den zeedienst, dan is de Staat niet ontslagen van de verplichting om de Commissie in staat te stellen aan bare verplichtingen tegenover den geldschieter te voldoen. Er bestaat dus geen ander gevaar dan dat de Commissie zelve aanleiding gaf tot het verbreken van het contract en na de ondervinding ten opzichte van de Kweekschool van ruim 22 jaren behoeft men niet bevreesd le zijn dat de zaak ook verder niet goed geadministreerd zal worden. Zeker is bet intusscben dat de waarborg, welken men verlangt door den tijd van erfpacht te beperken tot 25 jarenaltijd een gedeelte van zijn waarde ver liest. Ik zou daarom wenschen dat de Raad zich vereenigde met het voorstel der Commissie van Fabricage en van Burg. en Weth., die er mede instem den om het gevraagde erfpaclitsrecht voor den tijd van 30 jaren toe te staan. De heer Habtevelt. Er moge geen gevaar zijn, dat geef ik bereids toe; maai- waarom zouden wij langer de erfpacht toestaan dan den duur der garantie van het Gouvernement, dat f 10000 subsidie verleent gedurende 26 jaren, waarvan 1 jaar verstreken is? De Commissie van Financiën meentdal het regelmatiger is den termijn voor de erfpacht vast te stellen j op 25 jaren, gelijk met liet subsidie door hel Rijk te verleenen. Wat er verder zal gebeuren moeten wij afwachten. Is er geen gevaar dat de Kweekschool na verloop van 25 jaren niet aan hare verplichting zal voldoen, dan heeft zij al wat zij verlangen kan en de geldschieter heeft, door deze concessie een waarborg te meer voor de prompte voldoening. De heer De Laat de Kanter. Wij hebben ons gehouden aan den termijn, dien de wet zelf aangeeft, wanneer geen termijn gestipuleerd is, en dat is de reden waarom het minimum van 30 jaren in het voorstel is ge houden. Wat de heer Hartevelt zegt is niet geheel juist. Het contract met den Staat loopt 26 jaren en daarna tot wederopzeggens toe. Die ter mijn van 26 jaren is er ingebracht, omdat men volgens het leeuingsplan j rekent binnen 26 jaar de leening te kunnen aflossen. Het spreekt van zelf, dat de Staat zich diende te verbinden voor den tijd uoodig voor de aflos sing van de leeuing. Comuiissarisseu konden geen genoegen nemen met een post op de staatsbegrooting en de verzekering dat de Minister dien telken jare opnieuw zoude voordragen; want elke begrooting geldt slechts voor een jaar, en zonder afdoende zekerheid voor den geldschieter zoude bet onmogelijk zijn geweest de noodige fondsen te verkrijgen. Wanneer wij nu een termijn van 30 jaar nemen, dan is er voor den geldschieter i grooter waarborg, ook voor het geval dat de leening binnen den gestelden termijn van 26 jaren niet geheel afgelost kon worden. De lieer Hartevelt. Wel degelijk is daaraan gedacht. Immers in het rapport wordt gezegd, dat, indien het rijkssubsidie wordt gecontinueerd of ook zonder dit subsidie het voortdurend bestaan van de Kweekschool uit anderen hoofde alsdan is verzekerd, te zijner tijd de erfpacht zoude kunnen worden verlengd. Waarom, vraag ik nogmaals, thans een termijn bepaald langer dan 25 jaren Ik doe mitsdien het voorstelde gronden in erf pacht nit te geven voor den tijd van 25 jaren. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund. In rondvraag gebracht, wordt het met II tegen 8 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren De Fremery, Suringar, Goudsmit, De Laat de Kanter, Librecht Lezwijn, Verster, Van Wensen en de Voorzitter. De heer Verster. Ik wenschte wel te vragen of de Kweekschool, wan neer de 31 aren en 60 centiaren aan baar in erfpacht zullen zijn afgestaan later nog meerder terrein zal noodig hebben. Ik doe die vraag, omdat op eene vroeger overgelegde situatieteekening eene lijn voorkwam die, zooals mij toen werd gezegdde richting aanweeswaarin later eene aanplemping zoude plaats hebben. Gaarne zoude ik van den Voorzitter der Commissie van Fabricage vernemen of het plan tot die aanplemping nog bestaat. De Voorzitter. Het lid der Commissie van de Kweekschool zal op die vraag wel willen antwoorden. De heer De Laat de Kanter. Ik kan mij 'bier niet plaatsen op het standpunt van lid der Commissie van bestuur der Kweekschoolmaar alleen van lid van het Dagelijksch Bestuur dezer gemeeute. Ik kan op de gedane vraag dus geen bepaald antwoord geven. Bestaat er een plan tot aanplem ping, dan zal dat niet tot uitvoering kunnen komen, zonder dat het eerst in den Raad aanhangig is gemaakt en besproken. De heer Verster blijft dus geheel vrij om daarover casu quo later te beslissen, ook al geeft hij nu zijne stem aan het voorstel dat de gronden voor 25 jaren in erfpacht worden gegeven. De heer Verster. Ik ben dit volkomen met den vorigen spreker eens. Mij heeft liet alleen verwonderddat die lijn op de schetsteekening voor komt en dat daar verder nooit meer over gesproken is. De heer De Laat de Kanter. Ik heb niet bedeeld te zeggen dat het plan niet bestaatmaar alleen dat ik er mij niet over wensch uit te laten. Ik kan nu niet spreken over eene zaak, welke bier niet aan de orde is. De heer Van Hettinga Tromp. De beide nummers is land, en vergis ik mij niet dan heeft de heer Verster op liet oog een gedeelte water. De heer erster. Mijne vraag strekte niet verder dan om te verne men of de Kweekschool thans voldoende terrein verkrijgtdan wel of er nu reeds vooruitzicht bestaat, dat later aanpleraping noodzakelijk zal zijn. De heer Van Hettinga Tromp. Dat doet niet9 ter zake tot het on derwerp, dat wij nu hier behandelen. Hier geldt het de vraag of grond in erfpacht zal worden gegeven. Wat de Kweekschool later noodig heeft, heeft uiets met deze zaak te maken. Ue heer Verster. De op de teekening voorkomende lijn zal daarop tocli niet zonder eenige bedoeling zijn aangegeven. De lieer De Laat de Kanter. De gronden, waarop bet recht van erf pacht voor 99 jaren werd gevraagd, zijn reeds in gebruik afgestaan. Dat recht, hetwelk de Commissie van Fabricage wilde toestaan voor den tijd van 30 jaren, is nu verleend voor 25 jaren, behoudens de eindstemming van den Raad. De heer Vebsteb. Daarom juist stelde ik de vraag, of de Kweekschool door den gronddien wij haar thans willen afstaanvoldoend terrein zal verkrijgen. Het voorstel van de Commissie van Fabricage, met de, na aanneming van het voorstel van den heer Hartevelt, daarin gebrachte wijziging in rondvraag gebracht, wordt met algemeene stemmen aangenomen. XI. Verzoek van de huurders der raamlanden om continuatie van de huur. (Zie Ing. St. nos. 235 en 240). De Voorzitter. Naar aanleiding van een verzoek van een der onder- teekenaren van het adres houdende verzoek tot vernieuwing van het contract tot verhuring van het raamland buiten de Marepoortstel ik voor deze aanvraag niet in beraadslaging te brengen en aan te houden tot eene vol gende vergadering. Ten aanzien van het verzoek van de huurders van het raamland buiten de Hoogewoerdspoortstel ik voor eene beslissing te nemen. De voorstellen van Burg. en Weth. worden door de Commissie^ van Finan ciën ondersteund. Dienovereenkomstig wordt besloten. De beer Driessen. Het komt mij voor dat bet land te hoog getaxeerd- en derhalve ook de huurprijs te hoog gesteld is. Men kan die raamlanden niet vergelijken met andere weilamJtn die de stad in de nabijheid bezit, want men beeft hier te doen raet zoogenaamd uitgekleed land, voorzien met diepe grpppels en hoogten, waarop de ramen geplaatst zijn, zoodat het land als weiland werkelijk weinig waarde heeft. Bedrieg ik mij niet dan hebben de heeren Zaalberg vroeger betaald 6005 jaren geleden is dat bedrag verhoogd tot 1000. Nu was er sprake van 2000, maar die som is ge reduceerd tot /T450. Ik geloof dat die buursom in verhouding tot de waarde te hoog is en meen dat /"1000 voldoende is, zoodat ik zou willen voorstellen den huurprijs te bepalen op ƒ1000 'sjaars. De heer Goddsmit. Is het bedrag niet in evenredigheid tot hetgeen elders voor dergelijke landen wordt verkregen? De Voorzitter. Het voorstel van Burg. en Weth. baseert zich daarop. Volgens de meening van den beer Driessen echter beeft dat land die waarde niet. De beer Goudsmit. Dus schijnt de taxatie te hoog. l)e lieer Driessen. Men kan werkelijk de raamlanden niet vergelijken met «eiland Zij brengen slechts 600 aan voor bet genot van het grasgewas, dewijl toch de huurders aan het grasgewas geen schade toebren gen. Ik geloof dat f 1000 inderdaad ruim betaald is. De heer Goudsmit. Ik had wel willen voorstellen eene publieke verhu ring te doen omdat wij anders geen maatstaf bezitten. De heer Driessen beweert dat het land te hoog getaxeerd is, terwijl Burg. en Weth. meenen dat het niet te hoog is geschat. Welken maatstaf hebben wij nu ter be oordeeling? Geen anderen dunkt mij dan dien, te verkrijgen door middel van publieke verhuring. Dan eerst komt men de werkelijke waarde te weten. De Voorzitter. Wij hebben altijd gezegd dat wij genegen zijn de nijverheid te steunen, maar, indien wij in den tegeawoordigen toestand zouden overgaan tot eene publieke verhuring, dan geloof ik dat de fabrie kanten van slechter conditie zouden worden. De heer Goudsmit. Ik wil de nijverheid gaarne steunen, maar niet ten koste van de gemeentekas. Waarom het land voor lageren prijs af te ge ven? De lieer Driessen beweert dat de huur te hoog is; anderen, waar onder Burg. en Weth., verklaren dat liet veel meer waard is. Wat moeten wij nu doen? Eenvoudig zeggen: omdat de nijverheid gesteund behoort te worden geven wij het land beneden de waarde?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 3