73 te vergen dus is men van inzicht veranderd en dat verheugt mij. Meent men uu dat de heer Disse meer verrichten kan dan hij doet wat ik al tijd geloofd heb dan is dit een reden te meer om de belemmerende bepalingen, thans bestaande, in te trekken. De heer Dbie39EN. Ik hoop niet dat het voorstel van de Commissie van Financiën zal worden aangenomen. Het is eene geheel nieuwe zaak. In den brief van de Commissie wordt voorgesteld 100 toe te staan om leerlingen van de 4de en Bde klassen der hoogere burgerschool en van het gymnasium Ie99en in de gymnastiek te doen geven. Dat is geheel iets nieuws. De Voorzitter. Wat de heeren Hartevelt en Van Iterson wenschen heeft een veel wijder strekking. Waar bepalingen zijn gemaakt tegen het geven van privaatlessenis dit gedaan met het oog op een vroegeren toe stand waarvan wij al het verkeerde hebben gezien. Men weet hoe leeraren dan wel eens de verplichte lessen waarnamen, daar hunne krachten waren uitgeput. In de nu gedane aanvrage zie ik minder bezwaar dan in de op heffing van de verplichting om geen particuliere lessen te geven. Die 100 acht ik volkomen verantwoord en het werk, daarvoor verrichtzal de krach ten van den leeraar wel niet te boven gaan. De heer Hartevelt. ïk stel nu bepaald voor, die 100 niet toe te staun. Het is mogelijk dat ik de zaak verkeerd beschouw. Maar ik meen dat, als Disse recht had de uren, die hij nu zal moeten gebruiken om dit onderwijs te geven te besteden aan particuliere lessen de jongelui van de 4de en Bde klassen van de hoogere burgerschool er. het gymnasium dan wel bij machte zouden zijn het weinigje geld zeiven te betalen. Dan zou het de ge meente geen 100 kosten. Het i9 voor mij eene geheel nieuwe zaak, dat aan die hoogste klassen gymnastiekles zal moeten gegeven worden. De heer Driessen. Ik geef toe wat de heer Hartevelt heeft gezegd. Maar het is juist het voorstel der Commissie dit te doen. Zij acht het wen9chelijk aan sommige leerlingen der 4de en Bde klassen van de hoogere bur gerschool en het gymnasium gymnastiekles te geven. Daarom heeft zij het voorstel gedaan. De heer d'Aümerie. Mag ik even eene vraag doen, mijnheer de Voor zitter? Als zich leerlingen van de hougere burgerschool aanmelden voor het ontvangen van lessen in de gymnastiek, is de gemeente dan ingevolge eenige verordening verplicht die lessen te doen geven? De Voorzitter. Volgens de verordening regelende het onderwijs in het teekenen en de gymnastiek wordt aan al de openbare lagere scholen en aan de hoogere burgerschool onderwijs gegeven in het handteekenen en de gymnastiek voor de hoogere klassen zijn naar ik meen evenwel geene uren beschikbaar. De heer Dries9EN. Dat i9 evenzeer het geval voor het gymnastiekonder wijs aan de lagere klassen; want dit wordt buiten de gewone lesuren gegeven. De heer d'Aümerie. Als het uitdrukkelijk opgenomen is in de verordening, dan zijn wij verplicht het voorstel der Commissie van toezicht aan te nemen. De heer Van der Lith. Ik begrijp de zaak nog niet geheel. Staat het wel op den rooster; namelijk mogen alleen zij, die lust er in hebben, aan de lessen deelnemen of wordt het onderwijs klassikaal gegeven De Voorzitter. Blijkens de voordracht der Commissie is de aanvrage door sommige leerlingen gedaan. Het bijwonen der gymnastieklessen is facultatief. De heer Van der Lith. Hebben zij dan recht volgens de verordening op gymnastiek-onderwijs? De Voorzitter. Ja. De heer d'Aümerie. Als zij recht hebben, kunnen wij niet treden in het voorstel der Commissie van Financiën. De heer Van der Lith. Dus, als de geheele klasse gymnastiekles ver langt, zou aan dien wensch gehoor moeten worden gegeven. Ja, als de verordening zoo spreekt, kan de Commissie van Financiën zich niet langer tegen de verhooging verzetten. De Voorzitter. Ik zal nu het voorstel van Burg. en Weth. in stemming brengen, om den post met ƒ100 te verhoogen. Dit voorstel wordt met 11 tegen 8 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Van Iterson, Hartevelt, Van Hettinga Tromp, Du Bieu, Cock, Van HeukelomVerster en Scbeltema. No. 129, aldus gewijzigd, wordt goedgekeurd. No. 130. Jaarwedden der hoofd- en hulponderwijzers en onderwijzeressen, mitsgaders toelagen ten behoeve van kweekelingen 102,180. De Voorzitter. Hierbij komt het adres van eene der onderwijzeressen in de handwerken, Mej. Sasse, in behandeling. Burg. en Weth. stellen voor, beide onderwijzeressen ieder B0 verbooging van jaarwedde toe te staan, dus den geheelen post met 100 te verhoogen voor het onderwijs in de vrouwelijke handwerken. De heer Hartevelt. De Commissie van Financiën stelt voordie ver hooging niet toe te staan. De heer Van Iterson. Is het voorstel reeds vroeger gedaan, of ge schiedt het nu eerst? De Voorzitter Het wordt nu gedaann. a. van het adres der onder wijzeres Sasse. De zaak is echter reeds in de sectiën besproken. De heer Van Iterson. Mag men ook het adres hooren? Staan er argumenten in De Voorzitter Er wordt aangevoerd dat het loon niet geëvenredigd is aan de werkzaamheden. Ik zal het adres, dat trouwens opgenomen is onder de Ingekomen Stukken, nog even laten voorlezen. Burg. en Weth. hebben gemeend dat de billijkheid medebracht ook de jaarwedde der tweede onder wijzeres te verhoogen. De Commissie van Financiën heeft er zich tegen verklaard. Ik zal nu het voorstel om den post met 100 te verhoogen in stemming brengen. De heer Jdta. Mag ik vragen, of de tweede onderwijzeres ook meer dagen werk heeft De Voorzitter. Ja beiden staan gelijk. De heer Juta. Kr staat in het adres eene ^evenredige" verhooging. Het schijnt (lus dat vroeger al eens verhooging is gegeven. Het voorstel van Burg. en Weth. om den post met ƒ100 te verhoogen wordt aangenomen met 12 tegen 7 stemmen. Tegen stemden: de heeren Hartevelt, Juta, Van Hettinga Tromp, Du Bieu, Van Heukelom, Scheltema en Van der Lith. No. 130 wordt, aldus gewijzigd, goedgekeurd. Nos. 131 134 worden aldus goedgekeurd: Veranderlijke belooning van ele onderwijzers 1(500 Onderhoud van de scholen, de schoolmeubelen en de woningen der onderwijzers 7540 j Kosten van schoolboeken en school- behoeften der leerlingen ƒ7000; Vuur en licht in de scholen ƒ2700. ZlTTI.NaVF.nSLAO 1878. No. 13S. Huur van schoolgebouwen en der onderwijzerswoning 1000. De Voorzitter. Deze post moet verhoogd worden. Heden ochtend hebben wij van den heer Kneppelhout bericht ontvangen dat de huur van het gebouw voor de gymnastieksehool te gering is. Hij acht het niet meer dan billijk dat die met ƒ200 worde verhoogd. Burg. en Weth. stellen dus voor dezen post met .ƒ200 te verhoogen. No. 13B wordt met die verhooging goedgekeurd. Nos. 136 138 worden aldus goedgekeurd: Vergoeding aan de hoofd onderwijzers en hoofdonderwijzeressen voor gemis van vrije woning 2800; Vergoeding aan het Bijk in het pensioen der onderwijzers en onderwijze ressen 107 Kosten der bewaarscholen 13200. No. 139. Kosten der plaatselijke schoolcommissiënmiddelbaar onder wijs 50; lager onderwijs f 200. De begrooting der plaatselijke schoolcommissie ad 200 wordt met alge- meene stemmen aangenomen waarna de post wordt goedgekeurd. Nos.' 140 142 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor het onderwijs in kunsten en wetenschappen 625; Idem voor liet middelbaar onderwijs (burgeravondschool) 4700; Idem van advertentiënexamina enz., bij voorkomende vacatures in liet onderwijzend personeel aan de scholen voor hooger, middelbaar en lager onderwijs 500. No. 143. Kosten van aan- en verbouw van schoollokalen Memorie. De heer Wilhelmy Damsté. Op grond mijner meening, dat de be waarschool in de Scheistraat dringend verbetering vordert, stel ik voor daartoe ƒ3500 op de begrooting uit te trekken. Ik geloof dat de heer De Fremery mijn gevoelen zal declendat het zeer noodig is een post tot verbetering dier school op de begrooting uit te trekken. De heer De Fremery. Ik moet erkennendat de Commissie van de bewaarscholen bijzonder heeft aangedrongen op de voorgestelde verbetering. Burg. en Weth. hebben de behoefte ook erkenddoch achtten haar niet zoo dringend om reeds in deze begrooting de uitgave op te nemen. Wordt later een rijkssubsidie voor het lager onderwijs, waaronder men in deze gemeente ook gaarne de bewaarschool rangschikttoegekend, dan zal het voor stel zeker in nadere overweging worden genomen. Hoe welgezind ook, vind ik geene vrijheid om terug te komen op het eenmaal uitgebracht praeadvies. De heer Van Heukelom. Is de tegenwoordige toestand schadelijk voor de gezondheid der kinderen De heer De Laat de Kanter. Ik heb op het verlangen, door de Commissie van de bewaarscholen te kennen gegeven de school opgenomen, en erkend moet liet worden dat verandering en verhetering gewensclit is; maar wanneer (le verandering zoo dringend noodzakelijk ware als de heer Damsté schetstedan had ik er zeker niet in toegestemd om den post niet op de begrooting te brengen. Ik geloof dat liet in. de bestaande omstan digheden zaak is de uitgaaf uit te stellen. De heer Wilhelmy Damsté. Ik zal op mijn voorstel niet verder aandringen. De school is echter bij een strengen winter zoo koud, dat zij dan zeer moeielijk te verwarmen is. Daar mijn voorstel niet ondersteund wordt vervalt het. De heer Van Iterson. Aangezien ik het genoegen beb lid der Com missie voor de bewaarscholen te zijnwil ik dit punt niet laten voorbijgaan zonder als mijne meening te hebben uitgedrukt, dat de toestand verbetering eischt, maar niet zoo dringend dat er nu reeds gevaar voor de kinderen te vreezen is. Ik geloof, dat wij tevreden kunnen zijn met de goede bedoe ling van het Dagelijksch Bestuur, welke daaruit blijkt, dat een inemoriepost op de begrooting is gebracht, en reeds dankbaar wezen, als bij de volgende begrooting in de werkelijk bestaande behoefte wordt voorzien. No. 143 wordt hierop goedgekeurd. No. 141. Kosten van de inrichting voor de opleiding van O. 1. ambte naren ƒ5000. De beer Cock. Ik wensch geacht te worden mijne stem tegen den post uit te brengen op de gronden genoegzaam bekend. No. 144, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 15 tegen 4 stemmen. Tegen stemden: de heeren Cock, Van Heukelom, Verster en Scheltema. Hoofdstuk VII wordt met algemeene stemmen aangenomen. Hoofdstuk VIII. Kosten voor het armwezen mitsgaders subsi dien EN BIJDRAGEN AAN ONDERSCHEIDENE DAARMEDE IN VERBAND STAANDE INSTELLINGEN. Nos. 145 en 146 worden aldus goedgekeurd: Belooningen van doctoren, heelmeesters, vroedmeestersvroedvrouwen enz. 5340; Kosten van de gemeente-apotheek 6200. No. 147. Kosten van verpleging van arme krankzinnigen 11500, wordt, verhoogd met 20, goedgekeurd. Nos. 148157 worden aldus goedgekeurd: Onderstand, vervoer- en ver- plegingskostenmitsgaders die van geneeskundige bulp aan arme en door trekkende personen 700; Subsidiën aan godshuizen ƒ11400; Subsidiën aan armbesturen ƒ255; Subsidiën aan werkhuizen en dergelijke inrichtingen tot het voorkomen van armoede 3000Plaatsing en verzorgingskosten in de gestichten der maatschappij van weldadigheid enz. 250 Kosten van verpleging in het academisch ziekenhuis ƒ4000; Kosten van verloskundig onderwijs ƒ25, Begrafeniskosten van behoeftigen ƒ50; Schadeloosstelling aan armbesturen en godshuizen voor het verlies dat zij door de opheffing der armbakkerijals stedelijke inrichting, kunnen lijden 1750 Alloopende schadeloosstelling aan het Heilige Geest of arme wees- en kinderhuis voor de verpleging van kinderen vroeger naar de gestichten te Veenhuizen opge zonden 130. Hoofdstuk VIII wordt met algemeene stemmen aangenomen. Hoofdstuk IX. Benten en aflossingen van geldleeningen mits gaders ALLE VERDERE OPEI3CHBARE SCHULDEN DER GEMEENTE. No. 158. Benten van de gevestigde schuld 400. De heer Hartevelt. Overeenkomstig het voorstel van de Commissie van Financiën stel ik voor dezen post met ƒ5500 te verhoogen voor de aan te gane leening, de rente berekend tegen 4J pCt. De Voorzitter. Bij mij is de vraag gerezen of dit voorstel niet bij No. 159 behoort. De heer Hartevelt. Dit is mij tamelijk onverschillig. De heer Van der Lith. Ik meende dat de schuld tot de gevestigde kon gebracht worden. De heer Goudsmit. Onder gevestigde schuld verstaat men iets anders dan door een der vorige sprekers is bedoeld. De heer Van der Lith. Dit punt is besproken in de Commissie van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 12