47 N°. 191. Aan de Edel Aclitburen Heeren Burgemee ter Wethouders der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Geeft met den gepaslen eerbied te kennen Johannes Jacobus Verboef en Evert Los, beiden schippers en wonende te Leiden. Aangezien wij vernomen hebben dat bet tarief der bruggelden in groote verhooging zal komenhopen «ij dat de YYelEd. Heeren van de Gemeente raad in beteie overweging zullen treden. Aangezien het bedrag dat voor de onkosten der brugwachters en huisjes beraamd is, naar onze meening niet benoodigd is, zijn wij zoo vrij U op vele artikelen opmerkzaam te maken. Artikel 1. Om de schepen te laten betalen volgens tonnenmaat zou een groot ongerief zijn voor brugwachters en schippers en voornamelijk voor ons als ingezeten «chippers, een groote onkosten wezen omdat wij dagelijks met onze schepen rechts en links de Stad moeten door varenom onze koopmansgoederen aan de Fabriekanten te bezorgen. De bruggen welke op heden bier zijn van 2^ cent zouden wij naar ons inzien laten vervallen daar dat te nietig is. Wij zouden gaarne zien dat bet bruggengeld van zons-opgang tot zons ondergang 5 cents bedraagt en na zoiis-ondergang 10 cents voor bet lichten der bruggen voor binnen schepen uitgenomen groote aken met 2 masten die bet dubbele bedrag «el mogen betalen omdat het anders niet geëvenredigd is met onze binnen schepen. Art. 5. Om de bruggen te openen en sluiten volgens de bepaalde maan den zou naar ons inzien veel te omslachtig wezen daar het toch veel gere gelder is zulks met zons- op en ondergang te doen. Het sluiten der brug gen des Zondags op enkele uren wegens kerktijd zooals in dit artikel ver meld is vinden wij wel billijk maar voor schepen die de Stad door moeten varen om naar eene andere plaats te gaanhetzij met koopmansgoederen of goederen die aan bederf onderhevig zijn of schepen met buskruit zou een groot ongemak wezen, gelieve UEd. Achtb. wel in overweging te ne men bet zou een groot nadeel voor den handel kunnen zijn. Cok komt nog in betzelfde artikel voor dat de Blaauwpoortsbrug een kwartier voor liet vertrek van iederen spoortrein gesloten moet blijven. Dit zou een ongerief wezen voor de scheepvaart welke niet doenlijk «as, aangezien er dagelijks circa 25 Ireincn naar Amsterdam en Rotterdam loopenuitgenomen die van de aanstaande lijn van Leiden op Woerden, zoo zou genoemde brug meer dan 3/4 van den dag gesloten zijn. Dit is naar ons inzien onnoodig want wanneer de Blaauwpoortsbrug eens geopend is als een trein moet aankomendan hebben de passagiers en rijtui gen nog gelegenheid om de brug aan het einde van de Oude Vest en j Turfmarkt te nemen zonder eenig oponthoud te hebben. Wel zou het noodig wezen dat de brugwachters van de beide bruggen niet gelijk mogten openen om zoodoende geen vertraging voor de spoordienst te veroorzaken. Art. 6. Om op art. 1 terug te komen waarin gezegd wordt dat de schepen en vaartuigen ieder voorzien moeten zijn van een meetbrief, hier aan kan wel voldaan worden door eigenaars van schepen maar niet door personen die een kleine schuit of vlet gebuurd hebbenen die dus niet in bezit zijn van een meetbrief noch weten hoe groot de inhoud van het vaartuig is, zoodoende zou het ook voor de brugwachters moeilijk te be ramen wezen hoe groot zij zijn. Verordening betreffende de invordering van het bruggengeld in de gemeente Leiden. Artikel 2. Dat de brugwachters aan iedere schipper een bewijs afgeven vinden wij een nuttige zaak zoowel voor de goede controle voor de ge meente en ook voor ons als schippersdaar het wel gebeurtdat ons per soneel met de schuit onder de brug door varen en ons toch in rekening brengt. De bruggen kunnen naar ons bescheiden oordeel door 14 brugwachters bestuurd en gelicht worden, namelijk als volgt. Schrijversbrug, 1 man bij dag en l bij nacht; de 3 Havenbruggen 2 man bij dag tot tien uren 's avonds, aangezien er na dien tijd geen schepen meer door komen, omdat de doorvaart dan gemakkelijk kan geschie den door den Singel van de Zijlpoort en de voormalige Hoogewoerdtspoort. VerwerstraatsbrugBrug Houtmarkt over de Langegrackt en de Pauw- brug, 1 man bij dag tot 10 uren des avonds, na dien tijd komen er geen schepen meer door. Janvossen draaibrug, Oude Marenpoortsbrug Alkemadebrug, Touwersbrug St. NicolaasbrugBrug over de Mare aan de LangegrachtBrug aan de Gazfabriekkunnen door 2 man per dag en 1 man des nachts gelicht worden, omdat de bruggen op de Mare enkel 's nachts geopend moeten worden. TurfmarktsbrugBlaauwpoortsbrug, Brug buiten de Morschpoort, 1 man per dag tot 's avonds 10 uren na dien tijd komen er geen schepen meer door, en mag ook maar een geopeud worden omdat zij beiden naar Spoor loopen. St. Jansbrug, KerksteegbrugGepektebrug, kunnen gemakkelijk door 1 man per dag tot 10 uren 'savonds geopend worden, daar het de stilste vaart der gemeente Leiden is. GansoordbrugKraaierstraatsbrugRijnstraatsbrug, Singelbrug2 man per dag en 2 man des nachts, daar bet een drukke doorvaart voor de schepen is. Aldus berekend tot 14 personen of Brugwachters. Wel zou het verkieselijk- zjin om do bruggenwachters die 's avonds om 10 uren naar huis gaan te zeggen, dat zij, wanneer het soms een enkele keer mocht gebeuren dat de brug nog gelicht moest worden verplicht zijn dat te doen. In de bezoldiging van de brugwachters mogen wij niet tredenmaar er mag toch wel op gerekend worden dat aan de Schrijversbrug de 3 Haven bruggen en de bruggen aan de Nieuwe Rijn het drukste doorvaart is. De bezoldiging van deze bruggenwachters mag dus wel meer zijn als die van anderendie nu en dan de brug eens moeten lichten. Hetwelk doende, J. J. Vekiioef. E. Los. Leiden, 30 September 1878. Ino. stokken 1878. N°. 192. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Bestuurders der naamlooze vennootschap »de Leidschc Stoomboot-maat schappij de Volharding", alhier gevestigd Vernomen hebbende dat door Heeren Burgemeester en Wethouders dezer gemeenteeene nieuwe regeling aangaande den dienst bij de bruggen en de heffing der bruggelden, is voorgesteld, nemen de vrijheid zich tot UEA. te wenden met verzoek dat bij de vaststelling van bedoelde regeling op de belangen hunner vennootschap moge worden gelet. Zoo als UEA. bekend zal zijn, gaan dagelijks vier booten verscheidene malen door de brug aan de Zijlpoort. Eene verliooging der bruggelden aldaar zou eene aanzienlijke vermeerdering van de uitgaven der vennootschap veroorzaken. Daar reeds sinds geruimen tijd de dienst aan bedoelde brug door een daartoe door Uwe gemeente aangestelden brugwachter geschiedt, vleijcn adressanten zich dat aldaar geene nieuwe regeling zal noodig zijn, althans geen verhoogd bruggeld zal worden ingevoerd. Mogt dit onverhoopt toch noodig worden bevonden, dan verzoeken adres santen om bovengemelde redenendat hunne booten op den bestaandeu voet zullen kunnen blijven doorvaren. Hetwelk doende, enz. Leiden, den 28 September 1878. Bestuurders voornoemd, J. Schoenmakers Voorzitter. Maarschalk, Secretaris. N#. 193. Leiden, 2 October 1S78. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Naar aanleiding van het den 22sten Juli jl, door Burgemeester en Wet houders bij den Gemeenteraad ingediende: »Ontwerp-besluit tot heffing van eene belasting onder den naam van bruggeld in de gemeente Leiden heeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier de eer, zich tot Uwe Vergadering te wenden met de volgende opmerkingenomtrent 1°. liet bedrag van het bruggeld. De voorgestelde verhooging tot twee en een halfmaal bet vroegere bedrag, schijnt ons drukkend voor de scheepvaart in en door deze gemeente, en ook voor den handel, voor zoo verre de schippers het hoogere bruggeld door hoogere vrachtprijzen zullen trachten te dekken. Waren nu de meerdere uitgaven in het belang der scheepvaart zelve onvermijdelijk, niemand zou zich te beklagen hebben, en men handelde naar den geest van de gemeentewet met de kosten voor een deel door haar te doen dragen Maar bet valt te betwijfelen, of de dienst, dien men aan de scheepvaart bewijst door het somtijds spoediger openen der bruggenopweegt legen de hoogere lasten die men iiaar oplegt. De andere voordeelcn namelijk die de Memorie van Toelichting op noemt, het bewaren der goede orde en bet voorkomen van ongelukken bij openen en sluiten der bruggen zijn niet in bet belang der scheepvaart maar van de orde en veiligheid, en behooren tot bet terrein dej algemeene politie. Kostenslechts zeer indirect door de scheepvaart veroorzaakt ook op haar te verhalen, schijnt niet door art. 254 der Gemeentewet be doeld. En terwijl meerderen onzer medeleden bet lielst de bruggelden geheel afgeschaft zouden zien is bet ons eenparig gevoelen dat zulk eene belangrijke verhooging als uu wordt voorgesteld bepaald moet worden ontraden. 2°. De classificatie der sclie-pen. Liever zagen wijop de wijze zooals zulks elders geschiedt, een uniform tarief. De dienst, door hetr openen der brug bewezen, is dezelfde, onverschillig of er een groot of een klein schip doorgaat. Daarenboven kan em uniform tarief uit den aard der zaak slechts een laag tarief zijn; cn worden vele moeijelijkheden in de controle, die, bij zoovele klassen tusscben 10 en 50 tonongetwijfeld zullen ontstaan vermeden. 3°. De tijd voor het openen der bruggen. Uit de steeds veranderende uren, in art. 5 genoemd, vreezen wij, dat veel vergissingen en ongenoe gen zullen voortkomen, waarom ons eene eenvoudiger regeling, zooals do tegenwoordige, waar de gewone en buitengewone tijden van zons op- en ondergang afhangen beter toeschijnt. 4°. De Zondagsdienst. Er is, dunkt ons, geen grond om de vaart door de stad kostbaarder te maken door het hefien van een hooger bruggeld op sommige uren der Zon- en Feestdagen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden P. Du Rif.u, Voorzitter. G. B. Grf.ven, Secretaris. N°. 191. Leiden, 5 October 1878. Aan den Gemeenteraad der stad Leiden. De ondergetekende oud schipper, inwoner dezer gemeente, inzage gehad hebbende van een voorstel tot wijziging van de verordeningen op de heffing van bruggeld in deze gemeente neemt de vrijheid eenige bedenkingen ter uwer kennisse te brengen die bij hem zijn opgekomen bij bet lezen van bovengenoemd voorstel. Naar aanleiding van artikel 1 kwam bij mij de gedachte opdat ja wel ten gerieve der scheepvaart de bruggen worden geopend maar dat bet bestaan dier bruggen veel meer ten gerieve der voetgangers en rijtuigen is,* dan van de schipperij, die wat hun betreft, Leiden wel zonder bruggen zoude wenscbenot bet dus rechtvaardig is de scheepvaart voor liet laten openen der brug te laten betalenwil ondergeteekende gaarne aan bet oor deel van de Gemeenteraad overlaten. In artikel 5 lees ik dat de Blauwpoortsbrug op marktdagen telkens 16 minuten voor het vertrek van elke trein gesloten moet blijven zoo dat wet Dit cijfer is ontleend aan de Memorie van Toelichting, waar de opbrengst van de Schrijversbrngde twee Havenbruggen en de Scheluwbrug, thans ƒ1500 bedragend, op 4000 wordt geraamd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 5