43
N°. 178. Leiden, 13 September 1S78.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij op den
in hare handen ten fine van bericht en raad geslelden suppletoiren staat
van begrooting van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen en
Vrouwenhuis voor 1878 geene bedenkingen heeft, en daarom vrijheid vindt
U voor te stellen dien goed te keuren, in ontvang ad ƒ1606.74, in uit
gaaf ad 1606.74, sluitende quite.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N". 173. Leiden, 16 September 1 78.
Tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek van liet Bestuur der Leid-
sche Bouwvereeniging bestaat bij ons, na ingewonnen bericht van de Com
missie van Fabricage, geen bezwaar, zoodat wij u in overweging geven te
besluiten dat de daarbij bedoelde boom aan den Singel tusschen de voor
malige Mare- en Rhijnsburgerpoorten zal worden gerooid en verkocht.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft het Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging met verscbuldigden eer
bied te kennen
Dat voor de in aanbouw zijnde werkmanswoningen aan den Singel tus
schen de voormalige Mare- en Rijnsburgsche poorteneen boom is geplaatst
juist voor de te maken loegangsbrug.
Daar het zeer leelijk staan zou als de brug niet in het midden van den
voorgevel werd geplaatst, neemt het Bestuur de vrijheid eerbiedig te ver
zoeken dat deze boom worde weggenomen.
't welk doende
het Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging
Leiden, 13 September 1878. A. Heynsius, Voorzitter.
W. Plekte Secretaris.
N#. 174. Leiden, 16 September 1878.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek geven wij u, na ingewonnen
bericht van den Voorzitter der Commissie van Fabricage, in overweging
aan II. J. Wolbergh vergunning te verleericn om een stoep te leggen vóór
zijn winkelhuis op de Mare, Wijk VI, N°. 45, onder bepaling dat de
bovenkaut gelijk kome met de straat en niet meer dan 60 centimeters bui
ten den gevel uitspringe.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan de Edel-Achthare Heeren Burgemeester, Wethouders
en Raden der Gemeente Leiden.
Geeft met verscbuldigden eerbied te kennen Hendericus Johannes Wol
bergh. Dat hij voornemens is te doen plaatsen een stoep voor zijn woon
huis aan de Mare, geteekend Wijk VI, N°. 45, verzoekende daartoe
UEdel gunstige toestemming te mogen erlangen, mij onderwerpende aan de
keuren en wetten dezer stad.
Hetwelk is dienende,
Leiden, 8 Augustus 1878. H. J. Wolbergh.
N#. 175, Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edel-Acbtbaren Heeren 1
Geeft met verscbuldigden eerbied te kennen Adriana Martina Sasse,
eerste onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de openbare scholen
nu. 2 voor on- en minvermogenden alhier.
Dat zij ziehdoor verandering van baar positie verpligt zietnaar ver
meerdering van haar inkomen te streven en zich daartoe in de eerste
plaats tot U wendt, met beleefd verzoek haar bezoldiging eenigermate te
willen verhoogen.
Als groud voor haar verzoek meent zij te mogen aanvoeren, dat in der
tijd dc traktementen geregeld zijn naar een dienst van vier dagen per
week: Dat daar later een vijfde dag is bijgekomen, zonder dat naar
evenredigheid van den meerderen dienst tot eene evenredige verhooging
der jaarwedde is overgegaan.
V\ as zij thans niet door bijzondere omstandighedenden dood harer
moeder, daartoe gedrongen, zij had zeker nog met het indienen van haar
verzoek gewacht.
't Welk doende, enz.
Leiden -tien 3 Juli 1878. Edel Achtbare Heeren,
Uw Dienstw. Dienaresse
A. M. Sasse.
N°. 176. Aan den Edel-Achtbare Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verscbuldigden eerbied te kennenJohan Hendrik Oldenburg
adjunct Marktmeester alhier.
Dat hij zich het vorige jaar tot UEdel-Achtbare heeft gewendmet
verzoek om verhooging zijner jaarwedde, om rede na zijne aanstelling,
tengevolgen de invoering eener nieuwe verordening op de markten en elders
zijne werkzaamheden waren vermeerderd op welk verzoek door Burgemeester
en Wethouders niet gunstig was geadviseerden bij de behandeling hetwelk
plaats had toen er zeer weinig raadsleden in de stad warenis gewezen
van de hand.
Andermaal wend hij zich met datzelfden verzoek tot UEAr, daar
die werkzaamheden na dien tijd zich steeds hebben uitgebreid, en het
vooruitzicht bestaat dat wanneer de voorgenomen reorganisatie der brug
gen door UEA* word goedgekeurd die nog zullen vermeerderd worden
want al word de algemeene Marktmeester tot het innen der gelden aange
wezen zal het geen betoog behoeven dat als diens werkzaamheden ver
meerderd worden ondergeteekende daar ook in deeld.
Ing. stokken 1878.
IIij verwacht te eerder op dit zijn verzoek een gunstig advies als de
door Burgemeester en Wethouders voorgestelden ƒ100 verhooging voor den
algemeene Marktmeester door UEAr worden toegestaan dan hoopt ook hij
in die gunst te mogen deelendoor de meerderen werkzaamhedeuvloeijen
tog aanmerkelijk meerdere gelden in de gemeentekas.
En nu moge het naar zijn dat bij onze aanstelling de wedde van den
algemeene Marktmeester met ƒ100 is verminderd, daar die van supliant
dezelfde is gebleven, wat zou er nog van een tracterneet van 660 in even
redigheid van 1100 kunnen worden afgenomen; daar en boven genoot
ondergeteekende in zijne vorige stedelijke betrekking een tal van jaren
gelijke bezoldiging.
Nog neemt hij de vrijheid UEA' er op te wijzen in welke verzoeking
iemand gebragt word die met zoo een geringe bezoldiging, met een
talrijk gezin fatzoendelijk moet leven, en dan dagelijks een belangrijk deel
der gemeente-finantiën moet innen, zonder er voldoende controlle op kan
gehouden worden.
't Welk doende,
Leiden, 19 September 1878. J. H. Oldenburg,
N®. 177. Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Met de meest verschuldigde eerbied nemen wij Frnnk Johan Pieter
AenmeyWillem Landzaat en Gerardus De Groot, inspecteurs van politic
alhierde vrijheid ons te wenden tot UEdel Achtbaren, met beleefd ver
zoek in verband met de drukkende tijdsomstandigheden en do te prestoren
diensten onze jaarwedden te willen verhoogen.
Met de meeste bescheidenheid veroorloven wij ons UEdel Achtbaron te
wijzen op de toestand ten opzichte der inspecteurs van politie in andere
Gemeenten, wier tractementen hooger zijn gesteld dan de onzen, niettegen
staande het cijfer der bevolking beneden dat van deze gemeente is, zooals
Dordrecht, Delft, Arnhem, Groningen en meer anderen, uit welk laatste
toch zeker is af te leiden dat de bemoeijingen in eene academiestad als
deze van grooteren en importanter omvang zijn.
Redenen waarom wij UEdel Achtbaren nederig verzoeken onze tracte
menten, zoo mogelijk, in overeenstemming te willen brengen met de in
opgemeldé gemeenten.
't Welk doende
F. J. P. Aenmey, Landzaat, G. De Groot.
N°. 178. Aan den Edel-Achtbare Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verscbuldigden eerbied te kennen Hendrik Verwer, Gerardus
Van Rijk Johannes Latcrveer en Louis Aart Beyer agenten van politie
le klasse alhier.
Dat zij in het vorige jaar zich tot UEd. Achtbaren HM. hebben gewend
met beleefd verzoek tot verhooging hunner jaarweddenwelk verzoek toen
door UEd. Achtbaren HH. is gewezen van de hand.
Dat zij zich andermaal met gelijk verzoek tot UEA. wenden, hoopende
dat de redenen die hun tot dit herhaald verzoek noopendoor UEA. in
overweging zullen genomen worden, en gunstig geadviseerd.
Dat zij daartoe bescheidentlijk onder UEA. aandacht brengendat
hunnen jaarwedden op het tegenwoordig bedrag 600) is vastgesteld in
het jaar 1866en dat sedert die tijd de prijzen der eerste levensbehoeften
en huishuren voor hun en hunnen talrijken gezinnenzoodanig in prijs
zijn gestegen, dat er geene verhouding meer bestaat tusschen ontvangst en
uitgaaf.
Dat na dien tijd de jaarwedde van de agenten van politie 2de en 3de
klasse zijn verhoogd, en zij alzoo de eenige zijn, die niet in dit voorregt
hebben mogen deelen.
Dat zij te meer hoop op gunstig advies koesteren, daar hun getal slechts
klein is, zoodat de kosten betrekkelijk weinig; de uitgaven der gemeente
zouden verhoogen.
't Welk doende,
H. Verwer, G. Van Rijk, J. Laterveer, L. A. Beyer.
Leiden, den 2den September 1878.
N°. 179.
Aan Edelen Achtbare Heeren der gemeente raad alhier.
Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen de gezamentlijke agenten van
politie 2de klasse alhier.
Waar bij adressanten beleefdelijk de vrijheid nemen, om zich tot U Ede
len Achbare te wenden met beleefdelijk verzoek om verhooging hunner
jaarwedden, aangezien de duurte der levensmiddelen, en huishuur, daar zij
verleden jaar, ook om dezelfde reden tot u Edelen Achtbare hebben gewend,
en alstoen door u Edelen Achtbare is uitgesteld tot het volgende jaar,
hopende als dat u Edelen Achtbare goedgunstig over ons mogen beschikken.
Leiden, 17 September 1878. 't Welk doende,
J. Den Nieuwenboer, P. LoekenbachS, F. Linschooten,
J. Buitendijk, P. SchreuderJ. Brakel, P. Van der
Drift, H. J. Heymans.
N°. 180. Leiden, 25 September 1S78.
De ondergeteekende, leeraar in bet teekenen aan de hoogere burgerschool
aan de openbare meisjesschool 1ste klasse en aan de kweekschool voor on
derwijzers en onderwijzeressen alhier, neemt bij dezen beleefdelijk de vrij
heid het volgende ter Uwer kennis te brengen.
Toen nu drie jaren geleden door leeraren aan het gymnasium en de hoo
gere burgerschool alhier aan den Gemeenteraad een adres is ingediendin
houdende een verzoek om verhooging van salariswas ook bij medeonder-
teekenaar:
Het antwoord op dat adres is voor alle heeren bevredigend geweestdoch
voor de leeraren in het teekenen en de gymnastiek niet, daar de leeraren
met deze vakken belast ook onderwijs op andere gemeente-inrichtingen geven
en hunne salarissen op andere wijze geregeld worden.