30 Tevens zou het in genoemde slootingevolge bijgaande kadastrale situatie- teekening, in afwijking van den hollen oever der sloot, grenzende langs het terrein, wenscheo te maken eene rechte schoeiing, en de daardoor ontstane ruimte aanplempenwaartegen blijkens bijgaande vergunningvanwege het Hoogheemraadschap Rijnland geene bedenkingen zijn. Voor een en ander de vergunning van UEd.-Achtb. behoevende, heeft het Bestuur de eer te verzoekenhierin eene gunstige beschikking te willen nemen. Hetwelk doende, Leiden, Juni 1878. A. Heynsius, Voorzitter. W. Pleyte, Secretaris. Leiden, 24 Juli 1878. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van het Be stuur der Leidscbe Bouwvereeniging te berichtendat de sloot langs den Singeltusschen de voormalige Mare- en Rhijnsburgsche poorten niet ter doorvaart geschikt is, zoodat er geen bezwaar bestaat, daarover eene brug te leggen toegang gevende tot de nieuw gebouwde huizen der vereeniging en evenmin tot. het aanplempen van ongeveer 30 centiaren van de sloot, ten einde aldaar in eene rechte lijn eene houten schoeiing te plaatsen, waartoe Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland bij beschikking van den 22sten Juni dezes jaars reeds vergunning hebben verleend. De Commissie heeft evenmin bezwaar tegen den kostelooien afstand van genoemde 30 centiaren wateromdat de breedte der sloot die aanplemping onverhinderd toelaat, dat water geen waarde heeft en het aanplempen en het maken der schoeiing voor rekening der Bouwvereeniging geschie dende, niet onbelangrijke kosten vereischen en bovendien de toestand ver betert, terwijl het bouwen van die woningen op het grondgebied der gemeente voordeelen van verschillenden aard oplevert. Zij heeft mitsdien de eer voor te stellen: 1". dat de meergenoemde 30 centiaren water, uitmakende een gedeelte van het perceel bij het kadaster bekend onder Sectie A, n°. 198verklaard worden tot den openbaren dienst niet meer bestemd te wezen. 2". dat die 30 centiaren in eigendom aan de Leidsche Bouwvereeniging kosteloos worden afgestaanom te worden verheeldover de lengte van het terrein aan genoemde Vereeniging toebehoorendebij het Kadaster bekend onder Sectie A, nos. 374 en 187, onder verplichting om daar langs te stellen eene houten schoeiing, onder toezicht van den Gemeente-Architect entegen betaling der kosten van overdracht. 3°. dat vergunning wordt verleend om over die sloot te leggen eene hou ten brug, op gelijke hoogte als het singelpad, onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van een recognitie van één gulden vijftig cents 'sjaars, ten behoeve der gemeente. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N#. 144. Leiden, 26 Juli 1878. In verband met nevensgaand adres van de Commissie voor Volksbijeen komsten stellen wij Uwe Vergadering voor om evenals in vorige jaren te besluiten dat aan die Commissieten behoeve van de tentoonstelling van bloemen en planten door den werkman gekweekt, een subsidie uit de ge meentekas zal worden toegekend tot een bedrag gelijkstaande met de kosten van zaalhuur wegens gebruik van de Gehoorzaal voor bedoelde tentoon stelling. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 24 Juli 1878. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft te kennen de Commissie voor Volksbijeenkomsten van 't departe ment Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen dat zij het voornemen heeft, den 25sten, 26sten en 27sten Augustus dezes jaars in de Stads-zaal eene tentoonstelling te houden van bloemen en planten door den werkman gekweekt j dat zij Uwe Vergadering met den meesten eerbied verzoekt, evenals bij vorige tentoonstellingen, uit de gemeentekas een subsidie te mogen erlan gen, gelijkstaande met de door de Commissie te betalen vergoeding voor lokaalhuur enz. Namens de Commissie voornoemd Kbaal, Voorzitter. N. Bbocweb, Secretaris. M°. 145. Leiden, 26 Juli 1878. Evenmin als bij de Commissie van Fabricage bestaat er bij ons college geen bezwaar tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek van W. F. Koppeschaar Zoon, om een duiker te leggen, zoodat wij Uwe Verga dering in overweging geven de gevraagde vergunning onder de voorgestelde voorwaarden te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, W. F. Koppeschaar Zoon dat zij wenschen te leggen een ijzeren buis tot afleiding van den stoom uit hunnen ketel in het gebouw aan de Middelstegracht n°. 60, waarvoor zij Uwe toestemming verzoeken. Hetwelk doende, enz. Leiden, 3 Juli 1878. W. F. Koppeschaab Zn. Leiden, 24 Juli 1878. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request der firma W. F. Koppeschaar Zoonte berichtendat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het daarbij gedaan verzoekom een ijze ren buis te leggen door de straat tot afleiding van stoom uit de fabriek op de Middelste gracht wijk 7, n#. 706 a/b (Straat n°. 60) naar de gracht, mits onder toezicht van den Gemeente-architect en tegen betaling van de rechten, bepaald bij art. 3 n°. 11, 16 en 17 van het tarief vastgesteld den 5en Maart 1857. Aan HH. Burgemeester en De Commissie van Fabricageenz. Wethouders. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 2