26 jjo. 92. Leiden, 31 Mei 1878. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen een staal, vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de plaatselijke directe belasting over het dienstjaar 1877 die in dat jaar de gemeente hebben verlaten, mei voorstel om aan die personen gedeeltelijke afschrijving te verleenentot een bedrag als in de 11de kolom van dien staat is aan gewezen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 31 Mei 1878. De Commissie van Financiënin wier handen werd gesteld ten fine van bericht en raad, eenc lijst van personen, die in het jaar 1877 de ge meente hebhen verlaten en in de plaatselijke directe belasting waren aan geslagen heeft de eer u te raden om de door Burgemeester en Wethou ders voorgestelde afschrijving te verleenenen wel voor de sommen als in kolom 11 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ92.31. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. jjo. 93 Leiden, 1 Juni 1878. Ter vervulling van de vacante betrekkingen van hulponderwijzer aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden hebben wij de eer, in oveileg met den betrokken hoofdonderwijzer en den districtsschoolopziener, aan Uwe Vergadering de volgende voordrachten aan te hied en te weten: o. Mej. Johanna Bertha Wijers, hulponderwijzeres te Leiderdorp2°. Adria- nus Bernardus Van der Voorden en 3°. Frans Van YVijk de beide laatsten alhier werkzaam. b. 1°. Dirk Matthijs Van Leeuwen, tijdelijk aan de school verbonden; 2°. Adrianus Bernardus Van der Voorden en 3°. Frans Van Wijk. Wij stellen U mitsdien voor over te willen gaan tot de benoemingzijnde de jaarwedde, aan iedere betrekking verbonden, 550 'sjaars. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N". 9j. Leiden, 6 Juni 1878. Bij raadsbesluit van 27 December jl. is het personeel der leeraren aan het Gymnasium uitgebreid met één leeraar in de oude talen op eene jaar wedde van 1600.op grond waarvan wij Uwe Vergadering voorstellen den betrekkelijker! post der begrooting voor dit jaar, Volgn. 127 a, met voormeld bedrag te vtrhoogen, door afschrijving van den post voor Onvoor ziene Uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 7 Juni 1878. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen nevens- gaanden staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1878. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 94. Leiden, 31 Mei 1878. In overleg met den districtsschoolopziener hebben wij de eer U voor te stellen den hoofdonderwijzer der school n°. 1 voor onvermogenden J. Wuyster, te benoemen tot hoofdonderwijzer aan de school n». 3 voor minvermogenden welke school na de zomervacantie zal kunnen worden geopend. Ook naar het oordeel van den schoolopziener is het wenschelijk dat de organisatie van de nieuwe school worde opgedragen aan iemand die geheel vertrouwd is met den gang van het onderwijs in deze gemeente en voor de hierbedoeldc taak wordt de heer Wuyster in alle opzichten geschikt geacht. Mocht Uwe Vergadering zich met dit voorstel kunnen vereenigen, dan zullen onverwijld de noodige voorbereidende maatregelen worden genomen, ten einde tot de benoeming van een hoofdonderwijzer der school n°. 1 voor onvermogenden te kunnen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 95. Leiden, 6 Juni 1878. De Commissie van Financiën, geene bedenkingen hebbende tegen de door haar onderzochte rekening van het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur alhier, voor den dienst van 1877, heeft de eer Uwe Vergadering voor te stellen die goed te keuren: de ontvangsten ad 1381.14^, de uitgaven ad 1241.30^, alzoo opleverende een batig saldo van 139.84, waarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N», 99. Leiden, 6 Juni 1878. Door het Gemeentebestuur werd bij besluit van 3 Maart 1815 aan den toenmaligen eigenaar van het huis in de Nieuwstraat n°. 2thans in het bezit van K. C. Feunvergunning verleend om op de kleine straatsteenen op zijne kosten twee boomen te laten plaatsenmits zulks gedaan werd door het stadswerkvolk onder opzicht van den stadsbaas. De tegenwoordige eigenaar heeft verzochtdat bedoelde boomen mogen worden weggenomen als hinderlijk voor het gebruik van zijne woning. Naar het ons voorkomt bestaat tegen de wegneming van bedoelde boomen geen bezwaar, zoodat wij Uwe Vergadering voorstellen daartoe vergunning te verleenen, mits het rooien en de verstrating geschieden op kosten van den belanghebbende en onder toezicht en overeenkomstig de aanwijzing van den gemeente-architect. Aangezien bij de bovenbedoelde vergunning, in het jaar 1815 verleend, niet is bepaald dat de boomen, op openbaren gemeentegrond geplaatst, het eigendom zouden worden van de gemeente, gelijk zulks thans bij het verleenen van dergelijke vergunningen in den regel geschiedt, vermeenen wij dat het aan twijfel onderhevig is of de boomen als het eigendom der gemeente moeten worden beschouwd en schijnt het raadzaam zich bij het verleenen van eene vergunning tot het wegnemen van de boomen te be palen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 99. Leiden, 11 Juni 1878. Ingevolge het slot van art. 5 der verordening van den 13den Januari 1876, regelende het pensioen aan ambtenaren en bedienden te verstrekken hebben wij de eer U mede te deelen dat aan A. Rovers, eervol ontslagen beambte aan de Stedelijke Gasfabriek alhier, door ons een pensioen is ver leend van ƒ248.67 per jaar, ingegaan zijnde 1 Juni jl., berekend naar liet van zijn inkomen ad 746, en zulk9 krachtens art. 3, n°. I, der aan gehaalde verordeningna 20 jaren onafgebroken in dienst der gemeente werkzaam te zijn geweest. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 9G. Leiden, 6 Juni 1878. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens ter vaststelling over te leggen twee staten van af- en overschrijving op de begrootingdienst 1877, strekkende tot verhooging van den post van Onvoorziene Uitgaven met 7000, te vinden door afschrijving van enkele posten, waarop gelden beschikbaar zijn, als: Bijdrage van de gemeente in de kosten van het aan leggen van eene duinwaterleiding 2000.—. Dag- en weekgelden der werklieden enz. f 2000.—Subsidiëri aan Werkhuizen enz. 1500.— en Kosten van verpleging in het Akademisch Ziekenhuis 1500.alsmede een staat strekkende tot verhooging van den postKosten van gemeen schappelijke zaken enz. met 8000.—, te vinden door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 7 Juni 1878. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de vaststel ling van nevensgaande staten van af- en overschrijving op de Gemeente- begrooting, dienst 1877. Aan de Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 2