23
SKlttlng van Donderdag 18 April 1§!8,
geopend 's namiddags te 3 uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te behandelen onderwerpen
1°. Benoeming van een praeceplor van het Gymnasium. (59)
2°. Verzoek van W. B. A. Van Harteveld, om een duiker te leggen. (60)
3». Idem van J. Boom, om eene stoep te leggen. (62)
4*. Idem van H. Peltenburg, ter bekoming van gemeentegrond. (63)
5». Idem van D'. W. M. S. Junius, om ontslag als geneeskundige, belast
met het onderzoek van de openbare vrouwen. (67)
6». Suppletoire staat van begrooting, dienst 1877, van het Nederlandsch
IsraClietisch Armbestuur. (65)
7*. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1877, van het
Evang. Luth. Wees- en Oudeliedenhuis. (66)
8°. Voordracht tot verhooging der jaarwedde van den tweeden onderwijzer
in de gymnastiek. (64)
9° Idem tot verhuring van het lokaal bjj de Hooglandsche Kerkaan
het Rijk. (61) t m
10°. Idembetrekkelijk de verhuring van de woning boven het Telegraaf
kantoor. (70)
11». Verzoek van W. Hoogenstraaten C®., om een duiker en een hard-
steenen zerk te leggen. (68)
12». Idem van K. W. Zurhaar, om een duiker te leggen. (68)
13*. Idem van W. C. Van Dorp, om eene stoep te leggen. (69)
Tegenwoordig de heeren Libreeht Lezwijn, Hartevelt, Suringar, Van
Hettinga Tromp, Wilhelmy Damsté, Verster, Scheltema, ObreenDriessen
Van Iterson, Krantz, Van Wensen, De Fremery, De Laat de Kanter,
JutaCock en Van den Brandeler.
De heeren d'Aumerie, Le Poole en Goudsmit gaven kennis verhinderd te
zijn de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
4 April 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, dd. 10 April,
houdende goedkeuring van het Raadsbesluit van 4 April 11., tot verhooging
der jaarwedde van de leeraren in de geschiedenis en aardrijkskunde aan de
hoogere burgerschool.
2°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland,
dd. 2/9 April n". 50/1, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit, be
trekkelijk de bijdrage der gemeente voor de verpleging van zieke stads-armen
in het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit.
3*. Dispositie van de Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 9/12
April II. n". 35/1, waarbij machtiging wordt verleend tot regeling der ge
meenschappelijke zaken van het Utrechtsche Jaagpad.
4®. Idem als vorendd. 9 April 11. n°. 25blijkens welke de gemeente
rekening over 1877 uiterlijk op den 31sten Augustus 1878 behoort te wor
den ingezonden.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Verslag van de Commissie voor de oudheidkunde.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit in het jaarlijksch gemeente
verslag op te nemen.
2®. Adressen van S. A. Andreson, Dr. Frenay en A. J. Schretlen, om
te worden benoemd tot geneeskundige, belast met het onderzoek der open
bare vrouwen.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van
Burg. en Weth.
3®. Adres van Verkouw Stokhuyzen, ter bekoming van gemeentegrond
bij het Raamland.
4®. Adres van N. Van der Poel, ter bekoming van grond onder Zoeter-
woude.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van Burg. en Weth. en van de Commissie van- Financiën.
5®. Proces-Verbaal van de opneming van de boeken en de kas van den
Gemeente-Ontvanger.
Dit zal ter inzage van de leden in de leeskamer nedergelegd worden.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een praeceptor aan het Gymnasium.
(Zie Ing. St. no. 59.)
De heeren De Laat de Kanter, Verstcr en Libreeht Lezwijn worden door
den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te
maken.
De heer Van Iteeson. Voor dat tot deze benoeming wordt overgegaan,
mijnheer de Voorzitter! zou ik wel eene vraag willen doen, naar aanleiding
van de laatste woorden der voordracht in n°. 59 der Ingekomen Stukken,
namelijk «thans tijdelijk met die betrekking belast." Ik wenschte te weten
sedert wanneer de heer Kruytbosch met die tijdelijke waarneming belast is,
door wien hij belast is, krachtens welk recht die opdracht aan den heer
Kruytbosch is gegeven welk honorarium hij geniet en hoe het geld voor
dat honorarium gevonden is.
De Voobzitter De tijdelijke waarneming heeft plaats gehad volgens
machtiging van den Gemeenteraad bij besluit van den 21 Maart. Het ho
norarium aan den heer Kruytbosch verleend vóór dien tijd is verstrekt
door den heer Verdam.
De heer De Laat de Kantee. Het besluit van 21 Maart ziet op de
vacature op den le April ontstaande, door het ontslag aan den heer Verdam
verleend.
ZlTTINOVEKSLAO 1878.
De Voorzitter. Toen hebben Burg. en Weth. machtiging erlangd om
met 1 April tijdelijk in de waarneming der vacature te voorzien en om te
dien einde te beschikken ovèr de gelden op de begrooting te dier zake
uitgetrokken.
De heer Van Iterson. Ik wist mij niet te herinneren dat dit juist zoo
geschied is; daarom nam ik de vrijheid er naar te vragen.
De heer Juta komt ter vergadering.
Tot stemming overgegaan zijnde, wordt benoemd B. Kruytbosch met 14
van de 16 stemmen, zijnde 2 biljetten in blanco gelaten.
II. Verzoek van W. B. A. Van Harteveldom een duiker te leggen.
(Zie Ing. St. n®. 60.)
Het voorstel van Burg. en Weth.om het verzoek toe te staan wordt
zonder stemming aangenomen.
III. Verzoek van J. Boom, om eene stoep te leggen.
(Zie Ing. St. n®. 62.)
Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. wordt dit zonder stem
ming toegestaan.
IV. Verzoek van H. Peltenburg, ter bekoming van gemeentegrond.
(Zie Ing. St. n®. 63.)
Het voorstel van Burg. en Weth.om afwijzend op het verzoek te
beschikkenwordt met algemeene stemmen aangenomen.
V. Verzoek van Dr. W. M. S. Junius, om ontslag als geneeskundige,
belast met het onderzoek van de openbare vrouwen.
(Zie Ing. St. n°. 67.)
De heer Verster. Er zal, mijnheer de Voorzitter, zeker eene gegronde
reden bestaan die Burg. en Weth. ten deze heeft doen afwijken van den
gewonen regel, dat bij eene ontstane vacature vooraf soHicitatiën worden
afgewacht en daarna eene voordracht wordt opgemaaktwaaruit dan door
den Raad eene keuze wordt gedaan. Burg. en Weth. vragen thans mach
tiging om iemand tijdelijk met de betrekking te belasten. Ik heb er op
zich zelf niets tegen, mits die tijdelijke opdracht, voor den persoon die
haar ontvangtlater slechts geene aanspraken doe ontstaan en dat bij de
benoemingdie later zal geschiedende aanspraken van alle sollicitanten
zullen worden in aanmerking genomen. Men is zoo licht geneigd om begun
stiging te veronderstellenen ik zoude zelfs den schijn van zoodanig verwijt
aan Burg. en Weth. wenschen te besparen. Ik zal mijne stem aan de
voordracht geven, mits ik de verzekering ontvang, dat deze tijdelijke
opdracht geene aanspraken hoegenaamd zal doen ontstaanwaardoor wij
later, bij het doen eener keuze, eenigermate gebonden zouden zijn.
De Voorzitter. Ik kan den vorigen spreker volkomen gerust stellen.
Den persoon die met de tijdelijke waarneming belast zal worden is er uit
drukkelijk op gewezen dat deze tijdelijke waarneming volstrekt geen aan
spraak geeft voor de definitieve benoeming.
Het voorstel van Burg. en Weth.om den heer Junius eervol ontslag
te verleenen met 1 Mei a. s.onder dankbetuiging voor de in zijne be
trekking bewezen dienstenwordt alsnu zonder stemming aangenomen.
De Voorzitter. Thans stel ik voor Burg. en Weth. te machtigen
tijdelijk in de betrekking te voorzien. Wij hopen binnen een niet al te
ver verwijderd tijdstip een voorstel aan Uwe Vergadering te doenwaarbij
zal gelet worden op de in 1873, bij gelegenheid der aanstelling van den
heer Junius, gevoerde discussiën.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
VI. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1877 van het Nederlandsch
Israëlietisch Armbestuur.
(Zie Ing. St. n'. 65.)
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
VII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1877,
van het Evang. Lutb. Wees- en Oudeliedenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 66.)
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
VIII. Voordracht tot verhooging der jaarwedde van den tweeden onder
wijzer in de gymnastiek.
(Zie Ing. St. n®. 64.)
Wordt aangenomen met 15 stemmen tegen 1die van den heer Obreen.
IX. (Voordracht tot verhuring van het lokaal bij de Hooglandsche Kerk
aan het Rijk.
(Zie Ing. St. n°. 61.)
Deze voordracht wordt zonder discussie aangenomen.
De heer Cock komt ter vergadering.
X. Voordracht betrekkelijk de verhuring van de woning boven het tele
graafkantoor.
(Zie Ing. St. n°. 70.)
De heer Hartevelt. Ik wensch alleen te vragenof het wel mogelijk
is op dit oogenblik de verhuring te gunnen. Immers, het is nog niet
bekend hoelang de verbouwing van het tegraafkantoor zal duren. Zal die
onbekendheid geen invloed uitoefenen op de beslissing van den boogsten
bieder voor de woning boven het telegraafkantoor? Mij dunkt dat «ij
eerst kunnen gunnen na verloop van den verbouwingstermijn. Ligt in de
gunning opgesloten het betrekken met 1 Mei, dan zullen wij in moeielijk-
heden geraken waartoe ik niet gaarne zal medewerken.
De Voorzitter. Wij zijn daarop bedacht geweest, hetgeen ook blijken
kan uit onze correspondentie met den Minister van Waterstaat. Wij hebben
den inschrijver kennis gegeven dat de woning waarschijnlijk niet met 1 Mei